Overheid, ken uw plek
Het najaarscongres van Divosa draait dit jaar om gemeenschappen. In de kern gaat het om de kracht van informele netwerken, zodat inwoners in een kwetsbare positie het in de volle breedte beter krijgen. Ergens is het wrang dat zulke initiatieven nodig zijn. In ons land zijn veel zaken op het gebied van zorg en werk goed geregeld. Voor mensen die bijvoorbeeld afhankelijk zijn van zorg, wordt over het algemeen goed gezorgd. Maar dat is anders zodra je een mix van problemen hebt op het gebied van geld, gezondheid, zorg, wonen, opvoeden en werk. Grote kans dat je dan verdwaalt in een woud van regelingen die vaak ook nog haaks op elkaar staan.
Tien jaar na de laatste decentralisatie gaat het nog te vaak over de vraag waar iemand recht op heeft, en niet over wat iemand daadwerkelijk nodig heeft. Er wordt nog veel geredeneerd vanuit jeugd, huisvesting, arbeidsmarkt of schulden. Vaak zitten verschillende departementen elkaar daarbij ook nog in de weg: de jeugd-ggz valt onder gemeenten, de volwassenen-ggz zit in het verzekerd domein. Voor jongeren onder 18 wordt de reclassering uitgevoerd door organisaties in opdracht van gemeenten, als je ouder bent zijn het organisaties die direct door het ministerie van Justitie & Veiligheid worden betaald. Terwijl veel van de sores in deze gezinnen intergenerationele kenmerken hebben. Volg je het nog?
Ik geloof meer in het vormgeven van ondersteuning samen met de kracht van lokale gemeenschappen, waarbij de processen meer van onderop worden vormgegeven in plaats van bovenaf. Waarbij je als inwoner bijvoorbeeld kunt terugvallen op een vaste consulent, die het hele plaatje overziet en op basis daarvan gezamenlijk een koers uitzet, in plaats van dat je van loket naar loket wordt gestuurd. Zoals de reclassering van delinquenten vroeger veel meer door de samenleving zelf werd uitgevoerd.
Dit vraagt wel om een andere rol van de overheid: een overheid die minder bepaalt en meer participeert. In overheidsland wordt actief nagedacht over het concept van de participerende overheid. Sommige departementen experimenteren ermee en zeker op de hoogste niveaus leeft het besef dat we niet alles tot op de vierkante millimeter moeten dichttimmeren. Maar daaronder gaat het nog vaak mis.
Natuurlijk zijn er kaders nodig – de overheid heeft een sturende taak –, maar daarin moet ze niet doorschieten. Juist in een tijd van arbeidskrapte en bezuinigingen is het zaak om zo goed mogelijk gebruik te maken van de kracht van de samenleving en lokale gemeenschappen ruim baan te geven. Dat betaalt zich uit. In diverse gemeenten heeft het zogeheten gebiedsgericht werken (in plaats van doelgroepgericht) al tot forse besparingen geleid, soms wel tot 40 procent van de ggz-kosten. Op ons najaarscongres gaan we ongetwijfeld nog meer mooie voorbeelden zien. Dat het weer een inspirerende dag mag worden!