Scherpe keuzes

Ondanks de krappe arbeidsmarkt is een baan niet weggelegd voor alle bijstandsgerechtigden, aangezien zij vaak kampen met complexe persoonlijke problematiek. Daarom maken we bij Orionis Walcheren een scherpe keuze: we geven de kansrijkste bijstandsgerechtigden voorrang op weg naar duurzaam werk. En dat werkt.

Ons werkgebied omvat de sociale diensten van Vlissingen, Middelburg en Veere (opgeteld 120.000 inwoners) en een sociaal ontwikkelbedrijf. Het gaat om zo’n 3.000 bijstandsgerechtigden, die we verdelen in drie groepen. De eerste groep bestaat veelal uit oudere mensen die al jaren in de bijstand zitten en mentale en/of gezondheidsproblemen hebben. De kans dat zij binnenkort aan het werk gaan, is zo klein dat extra investeren vaak niet loont. De tweede groep betreft mensen die straks pas kunnen werken, bijvoorbeeld na een ggz-traject of aflossing van problematische schulden. Met hen hebben we een paar keer per jaar contact. De derde groep daarentegen krijgt van ons drie keer zoveel aandacht als voorheen.

Tim (nu 37 jaar) is een prachtig voorbeeld. Jarenlang zat hij werkloos en zonder diploma’s thuis. Vier jaar geleden deed hij mee aan het publiek-private project ‘Wonen en Werken in de Wijk’ in Walcheren, waar een ongelooflijk hoog percentage van de jongeren – 80 procent – een grote afstand heeft tot de arbeidsmarkt. In dit project, dat we samen met de drie grootste woningcorporaties in Zeeland hebben opgezet, leren jonge huurders gedragsvaardigheden en een vak, zoals schuttingen bouwen of laminaatvloertjes leggen bij wijkbewoners. Na afloop vinden zij vaak een vaste baan en woningbouwcorporaties krijgen er leefbare wijken voor terug. Wat bleek? Tim blinkt uit in praktisch werk buitenshuis.

Mensen zoals Tim begeleiden we tijdens hun re-integratie maximaal achttien maanden. Dat is drie keer zo lang als vier jaar geleden. Tegelijkertijd hebben we de caseload per klantmanager drastisch verlaagd van gemiddeld 85 naar 35 klanten. De logica achter onze strategie? Een uitkering kost zo’n 22.000 euro per jaar: drie keer zo veel als de kosten van een re-integratietraject. Voor elke euro die we in een succesvolle re-integratie investeren, krijgen we er als maatschappij dus 2 of 3 terug.

Het project was Tims houvast. Soms kwam hij niet opdagen, vooral toen zijn moeder ernstig ziek werd. Dan belde ik hem: ‘Joh Tim, hoe gaat het nou met je?’ Er volgden geen sancties, omdat onze re-integratiestrategie is gestoeld op vertrouwen en Tim zijn uiterste best deed. Inmiddels is Tim in vaste dienst bij een groot tuincentrum, een kans die hij puur op basis van de strenge criteria van de Participatiewet nooit had gekregen. Want volgens de daarbij horende regels had hij tijdens zijn re-integratie wél sancties gekregen en het traject hoogstwaarschijnlijk niet afgerond.

Tim is niet de enige met een bijzonder succesverhaal. Dit jaar begeleiden we duizend kansrijke mensen bij hun re-integratie: tweehonderd meer dan begroot. Ongeveer 44 procent van hen vindt na hun re-integratietraject een vaste baan. Hoe meer mensen uit groep drie op die manier uit dat traject stromen, hoe meer mensen uit groep twee datzelfde re-integratietraject instromen. En dan krijgen zíj onze driedubbele aandacht. Zo kan ondanks het Haagse participatie- en re-integratietekort van 1,2 miljoen euro een groeiende groep mensen duurzaam meedoen in onze maatschappij.

Henk Guise - Algemeen directeur Orionis Walcheren en bestuurslid van Divosa