Waarom is het te kort door de bocht om te zeggen dat armoede het IQ verlaagt?

“Laat ik eerst toelichten waar deze uitspraak vandaan komt. Ze is gebaseerd op inzichten uit het populairwetenschappelijke boek ‘Schaarste’ van Sendhil Mullainathan en Eldar Shafir uit 2013. De auteurs bespreken hierin de resultaten van een onderzoek naar de impact van armoede op cognitief functioneren. Om de grootte van het effect te verduidelijken, gebruikten ze IQ-punten. Lezers maakten daar al snel van: armoede verlaagt het IQ. En ja, daar loopt het dus spaak. Want het gáát niet over intelligentie of IQ, maar over cognitief functioneren. Bovendien kwam ik er in mijn promotieonderzoek achter dat er überhaupt weinig onderbouwing is voor het effect dat de onderzoekers vonden.”

Het bekte natuurlijk wel lekker …

“Klopt. En ik snap ook dat veel mensen ermee aan de haal zijn gegaan. Zelf ging ik er eerst net zo goed in mee. Het begon te wringen toen de uitspraak steeds vaker werd gebruikt om te onderbouwen waarom mensen die in armoede leven ‘domme’ keuzes maken. Ik had er moeite mee dat armoede werd gelinkt aan intelligentie, want dan wordt zo’n uitspraak normatief en stigmatiserend. Bovendien: helpt dit om te begrijpen waarom mensen die in armoede leven bepaalde beslissingen nemen? Als zo’n uitspraak bij beleidsmakers en schuldhulpverleners blijft hangen, kan dat iets doen met de manier waarop zij naar mensen kijken of hen benaderen.”

Armoede heeft wel invloed op de mentale belastbaarheid van mensen, zoveel weet je zeker op basis van je onderzoek. Zit daar een oneliner in die wél hout snijdt?

“Mmm… Iets als ‘Langdurige armoede leidt tot chronische stress’ komt wat mij betreft meer in de buurt. Minder prikkelend misschien, maar dit staat dichter bij hoe mensen het zelf beleven. Bovendien is er meer wetenschappelijk bewijs voor. En we laten het denken in termen van ‘slim’ en ‘dom’ daarmee helemaal los. Wat dit betekent voor het beleid? Of welk beleid goed of beter werkt? Daar weten we vanuit wetenschappelijk oogpunt nog niet zoveel van.”

Wat dacht je van stress-sensitief werken, zoals in enkele gemeenten al gebeurt?

“Daar ben ik voorstander van. Het is goed om oog te hebben voor het feit dat ingewikkeld beleid, nieuwe wet- en regelgeving en gewoonweg alle interacties met de overheid regeldruk en dus stress kunnen veroorzaken bij mensen die in armoede leven.”

En de subjectieve regeldrukschaal die je ontwikkelde als onderdeel van je onderzoek, helpt die daarbij?

“Dat kan zeker. Het is een set vragen1 waarmee je kunt vaststellen in welke mate burgers overheidsregels en -verplichtingen als belastend ervaren. In samenwerking met de Universiteit Utrecht en de gemeente Utrecht heb ik die vragen voorgelegd aan 730 bijstandsgerechtigden. Wat blijkt? Bijstandsgerechtigden die zijn toegewezen aan arrangementen met strengere uitkeringsvoorwaarden, ervaren meer subjectieve regeldruk dan bijstandsgerechtigden die zijn toegewezen aan minder strenge arrangementen. Maar we vonden dan weer geen bewijs voor samenhang tussen andere vormen van overheidshandelingen – denk aan sancties, opschortingen en het aantal contactmomenten geïnitieerd door de sociale dienst – en de subjectieve regeldruk.”

Stel dat het lukt om de uitspraak ‘Armoede verlaagt het IQ’ naar het rijk der fabelen te verwijzen, kun je dan rustig achteroverleunen?

‘Ha, nee! Er is echt nog meer onderzoek nodig naar de psychologische aspecten van armoede- en schuldenproblematiek. Momenteel onderzoek ik bij de gemeente Rotterdam het effect van het kwijtschelden van bijstandsschulden op bijvoorbeeld de mentale gezondheid of het vinden van werk. Ik stuitte op een bericht in de krant dat Rotterdam bijstandsschulden moest afboeken bij drieduizend Rotterdammers. Op goed geluk heb ik de wethouder een mail gestuurd met een voorstel om de effecten te onderzoeken. Van daaruit is een waardevolle samenwerking ontstaan.”

Nu ga je vast vertellen dat mensen een mentale boost krijgen als er een financiële last van hun schouders valt.

“Ik snap dat je ernaar vraagt, maar ik kan er helaas nog niets over zeggen. Rond de zomer verwachten we de resultaten te publiceren.”

Vooruit dan. Heb je nog een laatste inzicht dat je wél kunt delen?

“Zeker. Voor mijn onderzoek heb ik uit het boek ‘Schaarste’ nog een andere uitspraak tegen het licht gehouden. De bewering dat armoede voor een kortere tijdshorizon zorgt, blijkt veel beter onderbouwd. Armoede creëert een directe noodzaak om aandacht te schenken aan de problemen in het hier en nu. Daardoor is er logischerwijs minder aandacht voor de lange termijn. Ik vind het belangrijk te onderstrepen dat dit geen gebrek is, maar een direct gevolg van armoede. Dit kan voor een hulpverlener betekenen dat je vraagt: ‘Waar kan ik je nú mee helpen?’ Of dat je kijkt of het mogelijk is om tijdens het aanvraagproces van de bijstand een voorschot te geven. Daarnaast kun je van waarde zijn door bij keuzes de gevolgen voor de lange termijn onder de aandacht te brengen.”

1 De Engelstalige vragenlijst staat in het proefschrift van Ernst-Jan. De Nederlandse versie is op aanvraag beschikbaar. De regeldrukschaal is inmiddels ook gebruikt in de klantmonitor WW van de Nederlandse Arbeidsinspectie.

In het kort

Titel onderzoek: ‘Poverty and economic decision making: a review of scarcity theory’ door dr. Ernst-Jan de Bruijn en prof. dr. Gerrit Antonides. Bijzonder omdat: Sinds het verschijnen van het boek ‘Schaarste’ zijn er diverse nieuwe studies verricht, maar tot op heden ontbrak het in de literatuur aan een overzichtsstudie. De studie van De Bruijn geeft een up-to-date, integratieve en kritische review van het bewijs voor drie fundamentele hypotheses van de schaarstetheorie, toegepast op armoede en het nemen van economische beslissingen.