Als de vos komt, is het alfabet door elkaar
Een van de liefste boekjes in mijn boekenkast is klein en dun, met een goudkleurige kaft en de sprookjesachtige titel ‘Brieven aan de prinses’. Dertien jaar oud is het alweer, een bundeltje brieven van mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Gericht aan prinses Laurentien, de vrouw die al aan dichte hekken rammelde en op gesloten deuren bonsde om aandacht te vragen voor laaggeletterdheid toen dat onder beleidsmakers en politici nog lang niet in de mode was. (Lastig woord: laaggeletterdheid. Abstract begrip, vier lettergrepen, al die dubbele letters en die korte ei. Zo zouden de mensen om wie het gaat het nooit noemen als ze er zelf een woord voor hadden mogen bedenken.)
Verschijnen er weer eens zorgelijke berichten over de leesvaardigheid van Nederlandse kinderen die achteruit holt nu volgens recent onderzoek van de Inspectie slechts de helft van de kinderen aan het eind van groep 8 goed genoeg kan lezen om mee te komen in de maatschappij? Wijst iemand weer eens op een van de grote schandvlekken in dit land: dat schrikbarende aantallen 15-jarige scholieren het risico lopen dat ze later laaggeletterd door het leven zullen gaan? Dan grijp ik naar dit boekje.
Want je kan lang praten over laaggeletterdheid. Maar weten wat het is om heus het alfabet te kennen maar toch hulpeloos naar een tekst te staren, en begrijpen wat er in het hoofd gebeurt wanneer luchtig gevraagd wordt om ‘even’ een formuliertje in te vullen? Dat dringt pas echt goed door bij het lezen van de brief van Bert Derks: ‘Je vindt de goede letters niet. Het is net alsof het alfabet een kippenhok is met alle letters als kippen op een rij. Als de kippen stilzitten kun je de letters vinden. Als je een woord wilt schrijven, komt er een vos in het hok en het hele alfabet is door elkaar.’
Mede dankzij het rammelen aan hekken en het bonzen op deuren van mensen die zich de stille ramp al jaren aantrekken, kunnen de meeste beleidsmakers en politici de cijfers inmiddels wel oplepelen: 2,5 miljoen volwassenen in Nederland hebben moeite met lezen en schrijven en met dingen die op een computer moeten gebeuren. Van de 15-jarigen loopt een kwart het risico als volwassene laaggeletterd te worden.
De tragiek hiervan wordt alom erkend. De schaamte, het ongemak, de gemiste kansen op zelfontplooiing of op promotie op het werk – als er al werk kan worden gevonden. Al die onvervulde levens. De wereld is een levensgevaarlijke plek voor wie veiligheidsvoorschriften of bijsluiters van medicijnen niet kan lezen, om nog maar te zwijgen van de risico’s voor wie verstrikt raakt in het web van een weinig vergevingsgezinde overheid. Want die beantwoordt verkeerd ingevulde formulieren met almaar strengere en onbegrijpelijkere brieven die niet ondertekend zijn, @noreply-mailtjes waar geen touw aan vast te knopen valt en ellenlange wachttijden bij telefooncentrales waar de normale mensen zijn vervangen door een computer: ‘Toets 5 in als u zich wilt ophangen.’
Massa’s welwillenden, van wethouder tot wijkambtenaar en van vrijwillige taalcoach tot onderzoeker, zetten zich dag in dag uit in voor het bestrijden van laaggeletterdheid. Door mensen beter te bewapenen en door hun wereld te vergroten, met scholing en begeleiding. Door werkgevers te leren hoe ze hun moeilijk lezende werknemers kunnen helpen, in het werk en in het leven. En door de wereld minder ingewikkeld en gevaarlijk te maken, dankzij overheidsbrieven die wél te begrijpen zijn, dankzij nieuwsuitzendingen in eenvoudige taal en dankzij beleid dat zich niet langer verlaat op de mythe dat iedereen zelfredzaam is (mijn favoriete observatie over zelfredzaamheid komt van Albert Jan Kruiter van het Instituut voor Publieke Waarden: ‘In Nederland testen we zelfredzaamheid zoals ze dat in de Middeleeuwen deden met heksen: je gooit ze in het water en als ze verdrinken zeg je ‘o, toch niet zelfredzaam.’).
Maar zolang het onderwijs in dit land kinderen met onvoldoende lees- en schrijfvaardigheden de wijde wereld in blijft sturen, staat de kraan wagenwijd open. Dan kunnen we dweilen wat we willen, maar dan blijft voor hele volksstammen de vos de kippen molesteren.