Broodnodige dialoog

Hoe voorkomen we dat de inrichting van een brede adviesraad voor het sociaal domein als excuus wordt gebruikt om het broodnodige gesprek met bijstandsgerechtigden over gemeentelijke beleidskeuzes uit de weg te gaan?

Steeds minder gemeentebesturen laten zich adviseren door een cliëntenraad van bijstandsgerechtigden die meepraten over het sociaal beleid. Vanuit de lovenswaardige opvatting dat een integrale benadering van de drie sociaal domeinwetten vraagt om een integrale advisering door burgers en cliënten, hebben veel gemeenten gekozen voor een brede Adviesraad Sociaal Domein. Deze ontwikkeling heeft duidelijk een nieuwe impuls gegeven aan beleidsparticipatie in het sociaal domein.

En toch. Ons onderzoek naar beleidsparticipatie in Friese gemeenten loopt nog, maar we zien nu al dat de nieuwe, brede adviesraden een ander profiel hebben en een andere functie vervullen dan de oude vertrouwde cliëntenraden. Veel adviesraden zijn samengesteld uit professionals in zorg en welzijn, gepensioneerde ambtenaren en bestuurders. Zij voeren een gesprek op beleidsstrategisch niveau dat voor niet-ingewijden vaak moeilijk te volgen is. Gevolg is dat bijstandsgerechtigden zich in deze brede raden ‘ondergesneeuwd’ voelen. Zij haken af. Begrijpelijk, want het gesprek over beleid voer je anders wanneer beleidskeuzes jouw eigen portemonnee en positie direct raken.

De meerwaarde van cliëntparticipatie in gemeentelijk beleid lijkt me evident: in een dialoog voelen bijstandsgerechtigden zich erkend als gelijkwaardige gesprekspartners, krijgen gemeenten voeling met de betekenis van voorgenomen beleidskeuzes voor de betrokkenen en leren beide partijen om te gaan met reële belangentegenstellingen. Hiermee kunnen mogelijke conflicten in een vroegtijdig stadium worden besproken. Ook voorkomt men wellicht dat bijstandsgerechtigden individuele klachtenroutes verkiezen boven een goed gesprek.

Nu de herkenbare cliëntenraden van het toneel verdwijnen, rijst de vraag: waar kan deze broodnodige dialoog nu plaatsvinden? Sommige gemeenten experimenteren met interessante participatietrajecten waarin ‘storytelling’ en ‘ervaringsdeskundigheid’ leidend zijn, met thematafels en spiegelgesprekken. Helaas blijven deze projecten vaak beperkt tot eenmalige pilots.

Het heeft weinig zin om te treuren over wat niet meer is. Ik ben ook de laatste die pleit voor het re-institutionaliseren van formele overlegorganen in gemeenten die te maken hebben met een gebrek aan vertrouwen en dialoog. Want laten we eerlijk zijn: de samenwerking tussen gemeenten en cliëntenraden verliep vaak moeizaam, het onderlinge vertrouwen was soms ver te zoeken en de omgangsvormen niet altijd om over naar huis te schrijven. Maar dit kunnen we ook anders duiden: wijzen deze strubbelingen niet juist op de productieve wrijving die inherent is aan elk democratisch leerproces?

Het uitblijven van een doorlopende dialoog met bijstandsgerechtigden over gemeentelijk beleid kan op de langere termijn weleens grote gevolgen hebben. In ‘De belofte van nabijheid’ (2018) beschreven Evelien Tonkens en Jan-Willem Duyvendak het ‘democratisch tekort’ als een van de grote bedreigingen voor de transformatie van het sociaal domein. Met de activisten uit de Amerikaanse cliëntenbeweging kunnen we het antwoord op dit tekort eenvoudig samenvatten met de slogan: ‘Niets over ons, zonder ons!’ Aan gemeenten en bijstandsgerechtigden de uitdaging om hiervoor nieuwe vormen te vinden wanneer oude vormen zijn uitgewerkt. Het is hen toch ook gelukt om nieuwe ‘VN-panels’ te formeren toen oudere ‘werkgroepen toegankelijkheid’ uit de tijd raakten?

Dirk Postma - Programmaleider Sociaal Domein en Zorg bij het Fries Sociaal Planbureau (FSP) dpostma@fsp.nl