De kracht van woorden
Als je mij aan de telefoon krijgt, dan hoor je een echte Amsterdamse praten. De Amsterdamse tongval is goed te horen en daar ben ik trots op. En net zo trots ben ik op mijn wortels. Ik ben geboren in Amsterdam, maar mijn stamboom leidt naar het mooie Marokko. Altijd gedacht dat dit voor mijn professionaliteit niets uitmaakt.
‘Hoe schrijf je jouw naam?’ wordt me weleens gevraagd. Maar als ik dan N-O-R-A spel, blijkt dit niet altijd het antwoord waar de vraagsteller op uit was. ‘Waar kom je nou echt vandaan?’ is er ook zo een. Zeg ik dan ‘Amsterdam’, dan mag ik door naar ronde twee: ‘Oké, goed, maar waar ben je gebóren?’ Kom ik dan nog niet met Marokko op de proppen, dan worden mijn ouders bij het verhaal betrokken. Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ben jij in het kennismakingsgesprek op de school van je kinderen of bij een potentiële opdrachtgever weleens gevraagd waar de wieg van je ouders stond?
Zoals ik al zei: ik ben trots op mijn wortels. Dus als iemand oprechte interesse heeft in mijn Marokkaanse roots of nieuwsgierig is naar de migratiegeschiedenis van mijn familie, dan vertel ik daar met liefde over. Maar wat ik nog te vaak meemaak en om me heen hoor en zie, is dat mensen, bewust en onbewust, onhandig en onbehoorlijk met elkaar omgaan.
Zelf maakte ik vroeger nog weleens de opmerking: ‘Ik zal het je in Jip- en Janneke-taal uitleggen.’ Totdat een vriendin mij op de vingers tikte en zei: ‘Let op je woorden, Jip en Janneke zijn karakters uit een kinderboek.’ Zonder erbij na te denken heb ik de ander misschien wel het gevoel gegeven dat we niet als volwassenen met elkaar kunnen communiceren. Absoluut niet mijn bedoeling. Dat hoor je me dus niet meer zeggen. Want ik weet hoe woorden je uit het veld kunnen slaan.
In 6 vwo vond ik veel vakken interessant, behalve de lessen Nederlands. Mijn leraar zei me dat het nooit wat met mij zou worden, dat ik het niet zou redden in het leven. Zijn opmerkingen maakten me onzeker, maar gaven me ook de drive om het tegendeel te bewijzen. Ik haalde mijn examen met vlag en wimpel. Maar zulke uitlatingen vergeet je niet. Jaren later kan ik er nog altijd onzeker van worden. Ook omdat ik varianten erop en zogenaamd grappige verwijzingen naar mijn Marokkaanse wortels nog steeds voorbij hoor komen. Van het quasi-onschuldige ‘maar jij bent anders’ tot het ronduit discriminerende ‘hoeveel kamelen en geiten heeft je man voor jou betaald?’ Ik ben gewoon Nora. En mijn achtergrond is gewoon mijn achtergrond. Maar doordat anderen er soms gevoelig voor zijn, word ik het ook.
Vorige week kreeg ik de vraag wat mijn missie is voor het sociaal domein. Ik wil er, net als alle Sprank-lezers waarschijnlijk, mee voor zorgen dat iedereen meetelt in de maatschappij, op zijn of haar manier. Als we ons om te beginnen, allemaal nog wat bewuster worden van de kracht van onze woorden – in negatieve maar juist ook in positieve zin – dan moeten we daar kunnen komen.