Dweilwagen

Bij het lezen van het interview met hoogleraar Jim van Os pagina 6 merkte ik dat ik verwoed begon mee te knikken en ‘ja, inderdaad’ begon te mompelen tegen niemand in het bijzonder. Ik ben het gloeiend eens met deze weleens als rebel bestempelde vernieuwer van de ggz. Vooral zijn pleidooi om ‘het leven te leven’ is mij recht uit het hart gegrepen. We zijn doorgeslagen in het problematiseren, professionaliseren en medicaliseren, ook in het sociaal domein. Van Os verwijst naar het schrikbarende aantal Nederlanders dat zich op enig moment psychisch kwetsbaar voelt: maar liefst 40 procent.

Dat cijfer kunnen we vanuit het sociaal domein moeiteloos aanvullen: 43 procent van de Nederlanders voelt zich eenzaam, 1 op de 6 mensen heeft moeite met lezen, schrijven en of rekenen, 12 procent van alle jeugdigen ontvangt een vorm van professionele hulp, 54 procent van de Nederlanders voelt zich ’te druk’ en 39 procent voelt zich thuis of op het werk tekortschieten, sinds 2001 is de druk die leerlingen door schoolwerk ervaren meer dan verdubbeld tot ruim 35 procent en onder de groep werkenden groeide het aantal mensen met burn-outklachten van 11 procent in 2007 tot 16 procent in 2017.

Hoe kan het dat steeds meer mensen zich psychisch kwetsbaar voelen, eenzaam, opgejaagd of tekortschietend? Waarom ontvangen zoveel jongeren jeugdhulp of jeugd-ggz? Er is natuurlijk geen eenvoudig antwoord op deze vraag, maar we kunnen wel veilig stellen dat de hoge eisen van de samenleving een rol spelen. Iedereen moet hoogopgeleid zijn, een goede baan met dito salaris hebben, slank en kipfit zijn, een goed humeur hebben, zich persoonlijk ontwikkelen, verschillende talenten en grote vriendengroepen bezitten.

En dat betekent iets voor het lokale sociaal domein, voor ons dagelijks werk. Want waar die lat steeds hoger komt te liggen, brokkelen traditionele sociale verbanden steeds verder af. En dan is de gang naar een professional snel gemaakt als het leven tegenzit. Het is alleen de vraag of dát de enige aangewezen plek is voor zaken die, zoals Jim van Os het noemt, van mensen vragen ‘het leven te leven’. Vóór we als sociaal domein in de hulpverleningsreflex schieten, moeten we ons bij bepaalde hulpvragen afvragen: is dit wel alleen een vraag voor ons? Is dit zo vol te houden? Moeten wij de dweilwagen zijn die achter een samenleving aanrijdt die steeds meer perfectie eist? Of moeten we vaker de samenleving diagnosticeren en behandelen in plaats van de uitgevallen individuen?

Erik Dannenberg - voorzitter van Divosa