Innovatie

Deze week deed ik een bijna archeologische vondst, in mijn eigen kast nog wel. Ik was bezig de kast leeg te halen vanwege een verbouwing en stuitte op een fotorolletje. Als ik dat voorwerp aan mijn kleindochter zou laten zien, zou ze geen idee hebben wat het is. Toen ik het rolletje uit het ronde, zwarte kokertje haalde en door mijn handen liet gaan, bedacht ik hoeveel er in een aantal jaar kan veranderen. Hoe ik nog niet eens zo heel erg lang geleden best wat geld neertelde voor zo’n rolletje waar ik dan hooguit 36 foto’s mee kon maken, het weken later weer inleverde, liet afdrukken, wéér fiks betaalde en dan vol spanning de foto’s bekeek in de hoop dat er iets tussen zat. En hoe ik nu met mijn iPhone eindeloos foto’s kan schieten die niet onderdoen voor die van een professionele camera.

Wat een innovatie. Ik realiseerde me ineens hoezeer ik dit ons in het sociaal domein ook gun. Echte vernieuwing, een totaal andere manier van werken en kijken naar mensen. In mijn vorige column schreef ik over de enorme druk waar gemeenten onder staan, hoe crisis na crisis het uiterste vraagt van onze uitvoering. Hoe het ons uitput om de staande dienstverlening overeind te houden.

Maar misschien moeten we dit helemaal niet zo blijven doen. Misschien vragen deze crises juist om iets heel anders, om innovatie. Vernieuwing door disruptie. Zoals de coronacrisis ons heeft laten zien dat er online veel meer mogelijk is dan we dachten. Zonder deze (afschuwelijke) crisis hadden we niet ontdekt hoe soms iedere dag een kwartiertje online hulp beter werkt dan een uur per week bij elkaar komen in een spreekkamer.

Het zijn kleine vernieuwingen, maar ze kunnen grote impact hebben. Dat hebben we nodig in het sociaal domein. Want ruim zeven jaar na de decentralisaties zitten er nog altijd (veel) te veel hulpverleners in één gezin, zijn er nog altijd te veel zorgaanbieders actief die zich focussen op enkelvoudige problemen en lukt het ons nog niet voldoende om een lokale, sociale supermarkt te organiseren. Een plek waar inwoners naartoe kunnen voor sociale voorzieningen zoals ze ook naar de huisarts kunnen voor fysieke zorg. Eén plek voor hulp, weging en triage, waar mensen snel en slim worden verwezen naar de juiste zorg op de juiste plek. Waar scherp onderscheid wordt gemaakt tussen problemen die zorg nodig hebben en problemen die nou eenmaal bij het leven horen.

Zoals psycholoog en onderwijskundige Bert Wienen in deze Sprank zegt: ‘We moeten wat weerstand toevoegen aan het leven.’ En bij hulpvragen niet te sterk naar het individu kijken, maar naar de brede maatschappelijke context, kijk naar de gezinnen, de sociale netwerken, de wijken. Daar ligt de sleutel voor innovatie in het sociaal domein. Als we zo gaan kijken, dan kan die vernieuwing wel eens veel sneller gaan dan we nu voor mogelijk houden.

Erik Dannenberg - voorzitter van Divosa