Op voorsprong
Wat doet het label ‘achterstandswijk’ met ons en wat heeft het met mij gedaan? Ik heb altijd te horen gekregen dat ik op achterstand stond en dat het opgroeien in mijn wijk – Presikhaaf in Arnhem – zwaar, moeilijk, lastig en een uitdaging zou worden. Maar wie zegt dat dit een achterstandswijk is? Wie bepaalt dat mijn wijk een achterstand heeft? Voor mij is het de mooiste wijk van het land!
In mijn wijk heb ik geleerd om veerkrachtig te zijn, sociaal te zijn, mijzelf te verplaatsen in een ander en om te gaan met verschillende culturen en geloven. Daardoor voel ik me overal thuis. Ik heb geleerd over grenzen heen te kijken en misschien wel het belangrijkste: ik heb geleerd om mens te zijn en om de mens te zien. Écht te zien. Kortom: ik heb de beste opleiding genoten in mijn wijk, mijn voorsprongwijk. En daardoor ben ik wie ik ben en sta ik waar ik hoor.
Tot mijn 24ste speelde ik betaald voetbal. Ik doorliep de jeugdopleiding bij Vitesse en NEC en stond onder contract bij De Graafschap en TOP Oss. Na mijn voetbalcarrière belandde ik op een kruispunt: linksaf doemde het criminele pad op, rechtsaf lagen kansen voor een maatschappelijke carrière. Dankzij mijn sterke vrouw en haar netwerk kon ik aan de slag als vrijwilliger voor jongeren, met sport als inzet. Zo groeide ik door, kon mezelf verder ontwikkelen en ben in het jongerenwerk gerold.
Omdat mijn topsportverleden en -ambities voor altijd onderdeel van mij zijn, besloot ik op zeker moment mijn baan op te zeggen en een nieuwe uitdaging aan te gaan. Om hoger in te zetten. Samen met wijkgenoot en goede vriend Nabil el Malki richtte ik Presikhaaf University op, een inmiddels zeer succesvolle maatschappelijke organisatie die ruimte geeft aan en drijft op de talenten van zo’n vijftig jonge begeleiders uit de wijk. Met hen maken we ons hard voor gelijke kansen en talentontwikkeling voor Arnhemse gezinnen. Daarnaast geef ik sinds dit jaar samen met hoogleraren en onderzoekers een masterclass ‘Polarisatie in het sociaal domein’ aan de Universiteit van Amsterdam. Ik, jongen uit een achterstandswijk. Maar nogmaals: wie zegt dat ik een achterstand heb?
Zullen we het daarom vanaf nu niet meer hebben over achterstandswijken, maar over vruchtbare wijken? Want als we de juiste aandacht, liefde en tijd investeren in deze wijken, dan zijn er ontelbare schatten te vinden. Schatten die we vandaag harder nodig hebben dan ooit, omdat we voor grote maatschappelijke opgaven staan en omdat de kansenkloof blijft groeien. In alle wijken die we als achterstandswijk bestempelen, kruipen en lopen en rennen de antwoorden op die belangrijke vraagstukken rond.
Schrap dus alsjeblieft vandaag nog het woord ‘achterstandswijk’ uit je vocabulaire en wissel het in voor voorsprongwijk of vruchtbare wijk. Alles wat je liefde geeft, groeit – en dat is wat we moeten doen en waarvoor we samen verantwoordelijk zijn. Laat alle wijken en al hun inwoners groeien. Dan zullen ze uitstijgen boven zichzelf en boven hun wijk en bijdragen aan een mooiere, eerlijkere samenleving.