Toevallig

Sprank onderzoekt in deze editie de rol van gemeenten bij het thema eenzaamheid, een thema dat met recht een complex en veelkoppig monster wordt genoemd. Ik maak het graag nóg een beetje complexer en voeg er een dimensie aan toe: die van het zorgsysteem. Ons doorgeslagen geïndividualiseerde en geïndiceerde zorgdenken werkt namelijk eenzaamheid direct in de hand! We hebben een van de beste zorgsystemen ter wereld, maar het schiet zijn doel voorbij. Dat komt doordat het zo sterk gebaseerd is op indicaties en p maal q-financiering. Je krijgt pas zorg of ondersteuning als je, met diagnose, ziek bent of een probleem hebt. Zo niet, dan zoek je het zelf maar uit.

Mijn schoonzus bracht medicijnen rond voor een apotheek. Ze kwam bij een stel van wie de man ernstig ziek was. Als mijn schoonzus aanbelde om medicatie te brengen, vertelde zijn echtgenote hoe het soms de zestiende keer was dat ze die dag naar de voordeur kwam. Ze werd overspoeld door zorgpersoneel en hulpverleners. Tot het moment waarop haar man stierf. Drie weken later kwam mijn schoonzus de overgebleven medicijnen ophalen. Ze was die dag de enige die aanbelde. Het was akelig stil geweest de voorbije weken en de vrouw voelde zich verdrietig, verloren en alleen. Haar man was immers degene met een indicatie en voor haar was helemaal geen aandacht.

Dit moet echt anders, mensen. Natuurlijk niet door een indicatie uit te schrijven voor rouw en eenzaamheid, maar we moeten het zo regelen dat er standaard aandacht is voor degene met een ziekte of aandoening én voor de naasten die hierdoor ook belast en ontregeld zijn. Eenzaamheidsbestrijding is sowieso een term die bij mij niet tot de verbeelding spreekt. Veel beter kunnen we vooraf investeren in mensen, in wijken en buurten, dan achteraf problemen bestrijden. Veel beter kunnen we denken vanuit wat we al doen als gemeente en daarbij óók nadenken over de manier waarop mensen elkaar ontmoeten. Met slimme verbindingen tussen het fysieke en sociaal domein.

Ik sprak laatst iemand van een groot bouwconcern dat woningen op zo’n manier ontwerpt dat mensen vanuit de keuken zicht hebben op de straat. Daardoor kunnen kinderen veilig buitenspelen en andere kinderen ontmoeten. Dat is de manier om eenzaamheid tegen te gaan. Of neem de Zwolse wijk Kamperpoort. Daar werd al op de tekentafel rekening gehouden met een bankje voor ieder huis. Zo stimuleer je toevallige ontmoetingen. Ontmoetingen die eigenlijk helemaal niet zo toevallig zijn.

Erik Dannenberg - voorzitter van Divosa