Verbind de leefwerelden!

In 2016 interviewde De Correspondent 300 vluchtelingen op zoek naar de ‘7 dingen die Nederlanders moeten weten om te begrijpen hoe vluchtelingen zich hier voelen.’ De antwoorden vormen een mooie leidraad voor een zinvolle, wederkerige integratieaanpak:

  1. Dat ik hier niet voor mijn plezier ben.
  2. Dat ik niet uit een onderontwikkeld land kom.
  3. Dat ik uit een andere cultuur kom waardoor misverstanden kunnen ontstaan.
  4. Dat ik mijn familie mis.
  5. Dat ik niet van een uitkering wil leven.
  6. Dat ik tijd nodig heb om hier te wennen.
  7. Dat ik een mens ben en meer contact wil met Nederlanders.

Vanaf 2022 gaat het nieuwe inburgeringsbeleid in. Dit betekent een nieuwe kans voor alle partijen, zeker ook voor gemeenten. Er zijn veelbelovende elementen, maar ook risico’s. Zo lijkt inburgering soms een doel op zich te zijn, met een fixatie op taal en termijnen en is de relatie met werk en toekomstperspectief niet voldoende geborgd. Het besef dat inburgering deel uitmaakt van een breder integratieproces dat tweezijdig is en lange adem vergt, raakt regelmatig buiten beeld.

De uitvoering van beleid is en blijft mensenwerk. Daar is gelukkig steeds meer oog voor. Vandaar enkele handreikingen voor een vruchtbare benadering:

  • Vluchtelingen blijken zeer gemotiveerd om een nieuw leven op te bouwen en hebben capaciteiten die ze graag inzetten. Dus neem die motivatie en capaciteiten als uitgangspunt. Neem de regie niet over.
  • Een goed begin is het halve werk. Maak een gezamenlijke start door de tijd te nemen en te bouwen aan wederzijds respect en vertrouwen, bijvoorbeeld via een informeler eerste gesprek.
  • Snijd het persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) echt toe op de persoon, met oog voor gezondheid en familie/gezinssituatie; sluit aan bij capaciteiten en besef hoe belangrijk het volgen van een opleiding kan zijn. Houd het (financieel) ‘ontzorgen’ zo beperkt mogelijk.
  • Zorg dat het perspectief op duurzame participatie centraal blijft staan en creëer zinvolle en passende participatieplaatsen.
  • Voorkom sancties door vluchtelingen goed te informeren over wat de gemeente van hen verwacht en besef dat fouten maken menselijk is.
  • Betrek vluchtelingen en hun organisaties direct bij beleid en uitvoering en maak het zo echt een ‘lerend stelsel’ waarin ervaringsdeskundigheid wordt erkend en benut.

De inburgeringsperiode is belangrijk voor elke vluchteling. De vaak traumatische vlucht en vervolgens – eenmaal in Nederland – de langdurige onzekerheid over het asielverzoek en het verblijf in afgelegen asielzoekerscentra met weinig ontplooiingsmogelijkheden, stellen de veerkracht flink op de proef. De overgang naar actieve inzet rond inburgering is groot. Professioneel taalonderwijs en participatiemogelijkheden tijdens de opvangperiode zijn daarom broodnodig.

De huidige situatie waarin veel vluchtelingen na statusverlening nog lang moeten wachten op huisvesting in een gemeente, is extra schrijnend. Nog langer uitstel van de start van hun nieuwe leven. Ook de coronamaatregelen eisen hun tol: het verplichte afstand houden leidt tot isolement en mijden van persoonlijk contact. En dat terwijl contact zo belangrijk is voor het integratieproces, om de taal te oefenen en een sociaal netwerk op te bouwen.

Het is dus cruciaal om, ondanks het sombere gesternte, samen een goed begin te maken met het nieuwe inburgeringsbeleid. Bejegening vanuit inlevingsvermogen en persoonlijk contact verbindt leefwerelden met elkaar en kan een mooie basis leggen. Er is een wereld te winnen!

Roswitha Weiler - Senior beleidsmedewerker VluchtelingenWerk Nederland