Slechts een fractie van hen doet een beroep op gemeentelijke schuldhulp. Bij het grootste deel van de huishoudens lopen de financiële problemen alleen maar verder op. Omdat ze hun weg niet weten te vinden in het aanbod. Geen vertrouwen hebben in overheidsinstanties. Of uit schaamte niet bij de gemeente aan de bel durven te trekken. Een aantal gemeenten ziet dat de huidige aanpak niet toereikend is – en gooit het over een andere boeg. Ze maken het bijvoorbeeld mogelijk dat inwoners die moeten rondkomen van het sociaal minimum maandelijks een gift krijgen. Of ze kiezen voor een stress-sensitieve begeleidingsstijl en proberen de vaardigheden van hun inwoners te vergroten. Er zijn er ook die een opkoopfonds oprichten en schulden kwijtschelden, zodat inwoners weer met een schone lei kunnen beginnen.
Gewoon geld geven
Zaanstad is een van die gemeenten die haar nek uitsteekt en op zoek gaat naar een doorbraak. Ramon van Schaik, projectleider maatschappelijke ontwikkeling: “Twee jaar geleden besloten we ons aan te sluiten bij het project ‘Gewoon Geld Geven’, geïnitieerd door het Kansfonds. Het past bij ons beleid om inwoners vergaand te ondersteunen, zelfs als we daarvoor bestaande systemen moeten doorbreken.” Sinds mei dit jaar krijgen 144 gezinnen met een bijstandsuitkering via het Kansfonds een gift van 150 euro per maand, voor een periode van twee jaar. “Dat zijn niet per se gezinnen die schulden hebben”, legt Bas Pieck uit, programmaleider bij het Kansfonds. “Maar … er hoeft maar iets te gebeuren – een wasmachine die kapotgaat en vervangen moet worden – en ze schieten onder de armoedegrens en moeten zich in de schulden steken.”
Dan kun je er volgens Pieck voor kiezen om de gevolgen te bestrijden. Bijvoorbeeld met passende schulddienstverlening, of door mensen naar de voedselbank te verwijzen. “Óf je kijkt naar de oorzaak van armoede, financiële stress en problematische schulden. En dat is dat mensen die rond het sociaal minimum leven structureel te weinig geld hebben. Uit eerder onderzoek blijkt dat gewoon geld geven – zonder voorwaarden – kan helpen om kansen te keren.”
In Waalwijk doen ze het net weer anders. Onder de noemer ‘De Sterkste Schakel’ legt de gemeente het accent op intensieve begeleiding van gezinnen die grote moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen. Projectleider Sjan Beerens: “We kiezen voor een stress-sensitieve aanpak (waarover later meer, red.). Bijzonder is dat we dit aanvullen met het trainen en versterken van de executieve vaardigheden van de deelnemers. Denk aan rationele beslissingen nemen, impulsen beheersen en focussen op wat belangrijk is. Zo helpen we de deelnemers behalve financieel fit ook zelfredzaam en veerkrachtig te worden en bijvoorbeeld de weg naar werk te vinden. Zie het als een manier om de vicieuze cirkel van overerfbare armoede te doorbreken. Daar zit wat mij betreft de sleutel.”
Afkoopvoorstellen
Ondertussen is in Arnhem als onderdeel van het Nationaal Programma Arnhem-Oost het experiment ‘Immerloo Schuldenvrij’ van start gegaan. Hiermee richt de gemeente zich op het wegstrepen van schulden bij 40 tot 60 gezinnen die gebukt gaan onder financiële stress. Programmamanager Marloes Kos: “Schulden kunnen zorgen voor een mensonwaardig bestaan. Zeker bij gezinnen die in een kwetsbare situatie verkeren, zoals in Immerloo II, een van de armste postcodegebieden van Nederland. Ze ontwikkelen steeds meer en steeds grotere problemen waar ze moeilijk uitkomen. Wij willen hun weer perspectief bieden.”
Bij dit experiment worden eerst de schulden in beeld gebracht. Daarna doet de gemeente afkoopvoorstellen aan schuldeisers, volgens bestaande rekenregels. Mocht een enkele (commerciële) schuldeiser niet meewerken, dan vraagt de gemeente de grotere, institutionele schuldeisers om coulance. De schuld die overblijft wordt in één keer afgekocht vanuit een opkoopfonds – gevuld met geld van drie particuliere stichtingen uit Arnhem (zie kader, red.). Kos: “De deelnemers hoeven niets af te betalen, zoals dat wel het geval is bij een saneringskrediet. De teller komt voor hen dus echt in korte tijd op nul te staan. Daarnaast krijgen ze vanaf het moment dat ze schuldenvrij zijn twee jaar begeleiding van gespecialiseerde hulpverleners. Zo willen we het risico op terugval verkleinen en hen helpen stappen te zetten op andere leefgebieden.”
Bouwstenen voor nieuw beleid
Drie onconventionele aanpakken dus, waarbij de gemeenten niet over één nacht ijs zijn gegaan. Pieck: “We zijn tweeënhalf jaar bezig geweest om ervoor te zorgen dat Zaanse inwoners door de gift van 150 euro niet ergens anders op gekort worden. Dat betekent dat we veel gesprekken hebben gevoerd. Binnen de gemeente, om de giftendrempel op te hogen naar 1.800 euro per jaar en de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen te behouden. Maar ook bijvoorbeeld met de Belastingdienst. En met de deelnemers, die bang waren dat de gift problemen zou opleveren met hun uitkering en toeslagen. Ja, we zijn op veel bureaucratie gestuit.
Het zou eigenlijk raar zijn als we er fluitend doorheen waren gekomen. Het weerspiegelt namelijk wat de doelgroep meemaakt; die loopt zich óók stuk op de bureaucratie. Bovendien hebben we nu bewezen dat het ondanks de tegenwerking van het systeem mogelijk is het ánders te doen. Al die hobbels die we hebben moeten nemen, beschouwen we als bouwstenen voor nieuw beleid. Daarnaast is het handig dat we de geleerde lessen kunnen toepassen in Tilburg en Amsterdam, die ook bij ‘Gewoon Geld Geven’ zijn aangehaakt.”
Kelder uitruimen
In Waalwijk was het vooral een uitdaging het project onder de aandacht te brengen van alle maatschappelijke partners. Beerens: “Met ‘De Sterkste Schakel’ gaan we voor een integrale aanpak; we kijken verder dan het kasboekje van de deelnemers en onderzoeken hoe we op allerlei vlakken stress kunnen wegnemen. Dat betekent soms ook dat er hulp nodig is om de kelder uit te ruimen. Of dat we aan spullen proberen te komen waarvoor iemand zelf geen geld heeft, zoals een goed bed. Soms moet de jeugdzorg eraan te pas komen, omdat er in het gezin sprake is van multiproblematiek. Dan is het belangrijk alle partijen aan boord te hebben. Daar hebben we veel energie en tijd in gestoken.”
Ook in Arnhem kenden ze een lange aanloop om het project van de grond te krijgen. “Dat zat ‘m in het scheppen van de juiste randvoorwaarden: een heldere afbakening van de doelgroep en het werven van goed opgeleide doorbraakprofessionals die erin slagen achter de voordeur te komen”, vertelt Kos. “Ook kostte het tijd om publieke en private middelen los te krijgen om het experiment te bekostigen. Het hielp enorm dat veel maatschappelijke partners zoals de gemeente, woningcorporaties, energieleveranciers en zorgverzekeraars in de regio er van meet af aan hetzelfde in stonden. Allemaal zien we dat de huidige aanpak van schuldenproblematiek niet werkt voor deze doelgroep. En vinden we dat het anders moet.”
Vertrouwen geven
Soms stuitte de onorthodoxe werkwijze van de gemeenten op kritische vragen of onbegrip. Pieck: “Als het gaat om de vraag wat inwoners met die 150 euro extra per maand mogen doen, hebben we met uitvoerders binnen de gemeente, maar ook met de Belastingdienst en ministeries best wel wat discussies gevoerd. Moet er geen coach op zitten? Wat als mensen ervan naar McDonald’s gaan? Of het voor een vakantie gebruiken? Dit soort vragen komt voort uit het denkkader dat armoede een gedragsprobleem is. Het Kansfonds ziet armoede vooral als een financieel en maatschappelijk probleem. Wat ons betreft is het de crux onvoorwaardelijk een gift te doen. Ook vanuit de gedachte: je moet vertrouwen geven om weer aan vertrouwen te winnen.”
Van Schaik vult aan: “We hoorden soms ook dat je niet zou mogen experimenteren met mensen die toch al in een kwetsbare positie verkeren. ‘Gewoon Geld Geven’ is echter niet een probeersel, maar een zorgvuldig uitgedacht wetenschappelijk onderzoek dat door een ethische commissie is goedgekeurd. Er zijn voldoende aanwijzingen dat het onvoorwaardelijk schenken van financiële middelen het stressniveau omlaag kan brengen, mentale problemen bij mensen met een laag inkomen reduceert en de kansen op een fulltimebaan vergroot. Bovendien hebben we als gemeente de verantwoordelijkheid om gezinnen structureel en op lange termijn te helpen. Daar hoort ook bij dat je andere mogelijkheden onderzoekt wanneer je ziet dat het huidige complexe systeem dat we met elkaar op hebben getuigd, niet werkt.”
En in Arnhem, hoe zit het daar? Kos: “Er gaan in de samenleving weleens geluiden op dat mensen door de opkoopregeling te gemakkelijk van hun schulden afkomen en niet langer de noodzaak voelen hun rekeningen te betalen. Mijn antwoord is dan: je kiest er niet voor om te leven in angst dat je je huis moet verlaten. Dat je afgesloten wordt van gas, water en licht. Of dat je je kind geen maaltijd kunt geven. Deze mensen zijn vaak zelf al heel lang en hard aan het werk om de situatie op te lossen. Maar het is zó complex dat ze er niet meer uitkomen. Ze zijn dan ook dankbaar als het op deze manier wel lukt. Sommigen vragen zelfs wat ze terug kunnen doen voor de maatschappij.”
Opkoop- en waarborgfondsen
Arnhem heeft zelf met partners een opkoopfonds opgericht. Via dit opkoopfonds worden de schulden van inwoners opgekocht. Ze hoeven dit bedrag niet terug te betalen. Dit gaat een stap verder dan een saneringskrediet. Dat werkt namelijk als volgt: als onderdeel van een schuldbemiddelingstraject kunnen gemeenten inwoners een saneringskrediet aanbieden. Daarbij maken de gemeenten (financiële) afspraken met een kredietbank. Die lost (via de gemeente) de schulden af aan de schuldeisers. Ondertussen moet de inwoner het verschuldigde bedrag binnen anderhalf jaar met rente terugbetalen aan de kredietbank. Daarna is die schuldenvrij. Soms moeten gemeenten borg staan voor de verstrekte kredieten. Hoewel 97 procent van de inwoners het saneringskrediet netjes aflost, kan dat risico’s met zich meebrengen. De NVVK heeft de rijksoverheid daarom gevraagd een fonds op te richten om de risico’s van het verstrekken van kredieten te dekken. Dat is het Waarborgfonds saneringskredieten (Wsk). Zie voor meer informatie de thema-pagina op nvvk.nl en waarborgfonds.sbn.nl.
Onderzoek naar effecten
Of de aanpak van de drie gemeenten uiteindelijk werkt? Verschillende onderzoeksinstellingen buigen zich over die vraag. Bij het project in Zaanstad is het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam betrokken (zie ook het interview met Anna Custers). Zij gaan na wat de effecten zijn van de maandelijkse gift op de deelnemers. In Waalwijk evalueert Tilburg University de effecten van de interventies op de economische zelfredzaamheid van gezinnen. En in Arnhem brengen het Instituut voor Publieke Waarden en de gemeente in kaart wat het opkopen van schulden betekent voor het gebruik van voorzieningen op de lange termijn (zoals Wmo, jeugdzorg, uitkeringen en zorgkosten). Tegelijkertijd onderzoekt Hogeschool Arnhem Nijmegen hoe het voor de bewoners is om schuldenvrij te zijn. Zijn ze daadwerkelijk geholpen na afloop van het experiment? Hoe draagt de interventie bij aan hun bestaanszekerheid?
Zo hopen de gemeenten elk lering te trekken uit hun experiment. En op basis van de resultaten een doorbraak te forceren in de gemeentelijke en landelijke wet- en regelgeving. Want misschien leveren ze met hun alternatieve aanpak een sluitend bewijs dat het bijzonder effectief is om het sociaal minimum op te hogen – zoals vorig jaar de Commissie Sociaal Minimum het kabinet adviseerde. En blijkt uit kosten- en batenanalyses dat het op veel vlakken meerwaarde heeft om schulden over te nemen en kwijt te schelden.
Anders organiseren
Pieck: “Het hogere doel van ‘Gewoon Geld Geven’ is om veranderingen in het systeem aan te jagen. Te beginnen met het anders organiseren van het socialezekerheidsstelsel. Begrijp me goed: we pretenderen niet dat je met geld alles kunt oplossen. Armoede heeft ook met schimmel op de muur te maken, voeding en de wijk waarin je opgroeit. Maar laten we ergens beginnen.” Beerens hoopt vooral in samenwerking met Tilburg University een werkwijze te ontwikkelen die ze bij de gemeente Waalwijk kan bestendigen. En waarvan andere gemeenten gebruik kunnen maken, al dan niet met de nodige aanpassingen. Kos tot slot geeft aan dat Arnhem wil laten zien hoe belangrijk het is om ánders met schulden om te gaan. “We willen aantonen dat er ander beleid nodig is. Iedereen heeft ten slotte recht op een menswaardig bestaan.”
Ontdek de Kennisbundel Armoede & Schulden
Wil jij je vakkennis over armoede en schulden eenvoudig up-to-date houden? In de Kennisbundel Armoede & Schulden van Divosa vind je alle recente onderzoeken, handreikingen en artikelen op één plek. De online bundel wordt doorlopend aangevuld met de nieuwste publicaties. Bovendien kun je eenvoudig zoeken en filteren op thema’s. Neem een kijkje op de website kennisbundel.nl en meld je aan voor de nieuwsbrief.