Wasmachines, lattenbodems en kinderboeken. Winterjassen, eettafels en omafietsen.

Bij kringloopwinkel Aktief, gelegen op een bedrijventerrein in Doetinchem, is het allemaal te vinden. Dagelijks komen vrachtladingen afgedankte spullen binnen, die vervolgens door een geoliede machine – de medewerkers van de winkel – met aandacht worden gesorteerd en waar nodig gerepareerd om vervolgens in de winkel te worden uitgestald.

Bijna tien miljoen kilo aan spullen krijgt Aktief jaarlijks binnen. “Vooral kleding, heel veel kleding”, zegt directeur Gerry Berndsen, terwijl hij door de stapels in het voor klanten verborgen magazijn loopt. Het is op deze doordeweekse middag redelijk rustig in de winkel, maar achter de schermen gaat het verwerken van de binnengekomen spullen onvermoeid door. Het kringloopbedrijf waar Aktief toe behoort, heeft naast de winkel in Doetinchem ook vestigingen in Gendringen, Winterswijk en Groenlo en is daarmee de grootste in zijn soort in de Achterhoek.

“Ik vind het een enorm mooi en veelzijdig bedrijf, maar het imago van een kringloopbedrijf is niet sexy. Daardoor kiezen mensen er minder snel voor om bij ons te gaan werken.” Met de toename van het aantal vacatures in het bedrijfsleven moet Berndsen er soms flink aan trekken om voldoende personeel aan boord te krijgen. De werving van vrijwilligers, maar ook van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die in het bedrijf een plek kunnen krijgen, verloopt nogal eens moeizaam. En dat is vreemd als je je bedenkt dat gemeenten er nog altijd onvoldoende in slagen om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen.

Openstaande vacatures

Nederland telt 67 kringloopbedrijven die zijn aangesloten bij Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN). Samen hebben zij 215 winkels in het land. Het gaat dan niet om zomaar elke winkel die tweedehands spullen verkoopt, maar om sociale ondernemingen die als doel hebben mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een werkplek te bieden en zoveel mogelijk goederen te hergebruiken. Van de bijna 13.000 mensen die bij deze bedrijven werken, zijn er 3.750 aan het werk vanuit de Participatiewet. Maar dat zouden er een stuk meer kunnen zijn: uit een benchmark van BKN uit 2018 blijkt dat 40 bevraagde kringloopbedrijven samen 582 openstaande vacatures hadden; gemiddeld 15 per bedrijf. Daarbij ziet de BKN dat de vacatures voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt flink zijn toegenomen.

Leonie Reinders, directeur van BKN, beaamt dat veel kringloopbedrijven staan te springen om nieuwe medewerkers. “We zouden nog veel meer mensen kunnen helpen.” Waarom kloppen gemeenten dan niet vaker aan bij de kringloopwinkel? Volgens Reinders heeft dit deels te maken met het verdwijnen van de sociale werkvoorziening, waar de kennis van en contacten met de kringloopbranche vaak heel goed waren. “En het heeft ook te maken met vooroordelen”, voegt ze daaraan toe. “Alsof het toch nog allemaal amateuristisch gefröbel is. Maar de bedrijven zijn juist professioneel en ook heel gespecialiseerd in de begeleiding van deze doelgroep.”

'Het imago is niet sexy'

Onder de streep

En er zit de kringloop meer in de weg, blijkt uit het rapport ‘Kringloop 2020, Samen Sterk’, dat onderzoeksbureau Accenture in 2014 opstelde. Het rapport constateerde destijds een krimp in de omzet van de kringloopbranche en wees daarvoor als een van de risicofactoren de relatie met de gemeente aan. Gemeenten weten wel dat er winst te behalen is als uitkeringsgerechtigden betaald werk vinden, maar zij betalen kringloopbedrijven ook vaak vergoedingen voor het ophalen van afval en subsidiëren de loonkosten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De ene dienst kost geld, de andere levert geld op en onder de streep kan dat gunstig uitpakken, maar omdat gemeentelijke diensten in de praktijk beperkt samenwerken, blijkt dit vaak lastig uit te leggen, zo meldt het rapport.

Reinders: “Sociale zaken en afvalverwerking zijn in de kringloopbranche verweven, maar bij de gemeente zijn het twee andere takken van sport. Het zou al veel schelen als deze afdelingen een paar keer per jaar met elkaar afstemden.”

Professionalisering

In samenwerking met BKN en het Social Enterprise Lab (se.lab), een coöperatie van sociaal ondernemers die zich richten op innovatie in het sociaal domein, heeft Accenture een project uitgevoerd om de positie van de tweedehandswinkel te verbeteren. Zo heeft de branche de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de relatie met gemeenten, zegt Kristel Logghe, projectleider vanuit se.lab. “Maar het lastige is dat elke gemeente haar eigen beleid heeft. En het ligt er ook aan om wat voor kringloopwinkel het gaat: een zelfstandige of om een grotere koepelorganisatie? Als je maar één bedrijfsleider hebt die alles moet doen, dan is het een stuk lastiger om te werken aan de relatie met de gemeente.”

Een andere belangrijke stap is de professionalisering van de bedrijven. “We hebben vijftig managers een retailcursus laten volgen. En we hebben een keurmerk opgezet, zodat bedrijven kunnen laten zien dat ze aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Het gaat toch veelal om bekendheid creëren, ook bij de gemeente. Ambtenaren zijn ook maar mensen.”

Het keurmerk van de branche prijkt op de voordeur van Kringloop Aktief in Doetinchem, en ook het PSO3-certificaat – het keurmerk ontwikkeld door TNO voor sociaal ondernemen – hangt hier aan de muur. De directeur praat met veel liefde en passie over het bedrijf, maar blijft tegelijkertijd zakenman. “Ik run een professioneel bedrijf, geen liefdadigheidsorganisatie. Maar wel een bedrijf waarin mensen de ruimte hebben om zichzelf terug te vinden en langzaam hun zelfvertrouwen weer op te bouwen.” Berndsen, die zo’n vijftien jaar geleden begon bij Aktief, is trots op wat hij in die jaren heeft bereikt. “Het is hier geen geitenwollenssokkengebeuren. We verwachten ook wat van ons personeel.”

Na zijn aanstelling als directeur ging hij al gauw met de gemeente Doetinchem om tafel. Later zijn ook de andere Achterhoekse gemeenten aangesloten. Met resultaat. In de Achterhoek starten elk jaar zo’n 100 mensen met een werktraject bij Aktief, dat maximaal een jaar duurt. Veruit de meeste mensen die aan de slag gaan in het bedrijf, komen uit de kaartenbak van de gemeente. Een klein deel komt terecht bij de winkel vanuit andere trajecten, zoals de (jeugd)reclassering. Bijstandsgerechtigden gaan ook bij de tweedehandswinkel aan de slag als tegenprestatie, met behoud van uitkering.

En van die 100 eindigen er jaarlijks meer dan 40 in een betaalde baan, bij Aktief of elders. Zo zijn er sinds 2010 al meer dan 350 mensen uit een uitkering geholpen door Aktief. Berndsen: “Tel uit je winst.” Dan blijven er nog altijd 60 over die het niet gelukt is betaald werk te vinden. “Maar”, zegt Berndsen, “vaak ontstaat er in de periode dat ze in de kringloop werken bij de sociale dienst wel een veel beter beeld van de onderliggende oorzaak. Bijvoorbeeld een verborgen verslaving. Deze mensen worden dan door de sociale dienst weer opgepakt om te kijken welk traject beter past.”

'We kunnen nog veel meer mensen aan het werk helpen'

Van alles uitproberen

Dat het beginnen met werk niet altijd makkelijk is, weten ze ook in Doetinchem. Berndsen: “Soms komen mensen echt met de hakken in het zand binnen. Het ís ook eng om weer te beginnen en dat accepteren we hier. Deze groep heeft vaak jaren thuisgezeten en moet eerst weer de basale zaken leren. Het lukt ons gelukkig om mensen weer te laten beleven dat werken leuk is. Werken is de beste manier om aan een baan te komen. Ik ben ervan overtuigd dat ieder mens gelukkig wordt van het hebben van werk.”

De voordelen van de kringloopwinkel als eerste werkplek zijn legio, zegt de directeur. “Onze mensen in loondienst zijn gewend om met deze doelgroep te werken, ze hebben veel geduld. Mensen kunnen hier ook van alles uitproberen om te ontdekken wat ze nou echt leuk vinden: meubels repareren, achter de kassa werken, etalages inrichten, noem maar op.”
Ook met het oog op de komst van de Wet inburgering 2021 biedt de kringloopwinkel meerwaarde, zeggen zowel Reinders als Berndsen.

In de Achterhoek is Aktief al gestart met een project voor statushouders samen met de Sociale Dienst Oost Achterhoek. Berndsen: “Het begint met taal en dat leren mensen het beste door alledaagse gesprekken te voeren. Er is een docent Nederlands aanwezig en we zetten ook een coach in die de eigen taal spreekt om een brug te slaan tussen het Nederlands en de eigen taal.” Dertien statushouders doen op dit moment mee met het project. “Als we deze hulp niet bieden, is de kans erg groot dat deze mensen massaal in de bijstand terechtkomen.”
Tot slot nog een welgemeend advies van Reinders aan gemeenten: “Leer het bedrijf kennen, leer de directeur kennen. Er is vaak veel meer mogelijk dan je denkt.”