Stel je twee kinderen voor die in alles op elkaar lijken,

behalve dat de een uit een arm gezin komt en de ander niet. Driemaal raden wie er een grotere kans heeft om later ook in armoede te leven? Armoede wordt in sommige families van generatie op generatie doorgegeven, maar dat komt niet alleen door het gebrek aan geld.

Wat is de verklaring achter generationele armoede?

Uit onderzoek onder vijfhonderdduizend Nederlandse kinderen die begin jaren tachtig werden geboren, blijkt dat de kinderen van uitkeringsgerechtigden een verhoogde kans hebben om zelf ook in een uitkering te belanden. De voornaamste oorzaak, zeggen de wetenschappers die het onderzoek uitvoerden, is dat ouders en kinderen op elkaar lijken als het gaat om zaken als intelligentie en gezondheid. En als je daarin minder bedeeld bent, zijn je kansen op een uitkering (en dus armoede) groter. Toch spelen er ook nog andere dingen mee.

Is armoede besmettelijk?

Ja, en de grote vraag is natuurlijk waarom. Ik heb even wat antwoorden gehaald uit een kwalitatief onderzoek onder 23 families. Wat blijkt? Oudere generaties die altijd in armoede hebben geleefd, zeggen dat ze gewoonweg pech hebben gehad. Of ze gooien het op een slechte gezondheid of bijzondere omstandigheden. Jongere generaties kijken er wat anders naar. Zij stellen dat wie in armoede leeft, zijn kinderen geen goede start kan geven. En daar zitten dan weer meerdere mechanismen achter.

Vertel!

Het eerste mechanisme is dat kinderen in armoede een aantal vaardigheden niet van hun ouders leren. Vaardigheden waarvan die kinderen, eenmaal volwassen, zeggen dat ze die nodig hadden om verder te komen. Ten eerste: financiële vaardigheden. Hoe ga je met geld om? Sparen, bezuinigen, jongleren met rekeningen. Wie in armoede leeft, moet daar een ster in zijn. Maar als je ouders daar al mee worstelen, hoe kun je daar als kind dan goed in worden? Ten tweede de vaardigheden om werk te vinden en te houden. Wie afhankelijk is van onzeker werk, moet vaak op zoek naar een nieuwe baan. Ouders die van een uitkering leven, kunnen hun kinderen daar minder goed bij helpen omdat ze die ervaring niet hebben.

Maar dat kun je toch ergens anders leren?

Misschien wel. Maar daar houdt het niet op. Volwassenen die terugkijken op de armoede in hun kindertijd, vertellen dat hun ouders minder liefdevol waren en er thuis gebrekkig werd gecommuniceerd. In zo’n situatie voel je je als kind minder ondersteund in je eigen ontwikkeling. Je vraagt ook niet om hulp want je ziet dat je ouders al genoeg aan hun hoofd hebben. En zoiets werkt ook door naar de volgende generatie: als je thuis niet leert hoe je liefdevol met elkaar omgaat of over problemen praat, dan neem je die ervaringen mee in de relaties die je zelf opbouwt. Daardoor blijven de patronen zich herhalen.

Marije van Dodeweerd

Marije van Dodeweerd is procesmanager bij Divosa en belicht in Sprank recente onderzoeken in het sociaal domein.

Oei.

Ja, en als je sociale vaardigheden beperkt zijn, heb je een kleiner netwerk. En als je een kleiner netwerk hebt, dan heb je minder kruiwagens en sociale veerkracht. Maar eigenlijk gaat het al eerder mis. Want om ergens te kunnen komen, moet je eerst een beetje weten wie jij zelf bent en wat je kunt. Wat je talenten zijn, zeg maar. Maar kinderen die in armoede leven, leren vaak niet eens dat je dromen, wensen en ambities kunt hebben. Hun ouders, hun belangrijkste rolmodellen, hebben die namelijk ook niet of zijn ze allang verloren.

Appel en boom dus?

Ja. En helemaal als jij en je ouders onderdeel uitmaken van een klein kringetje waar iedereen met armoede en achterstand kampt. Dan weet je vaak niet beter dan dat dat ook voor jou zo zal zijn. Eruit stappen is lastig, want je eigen sociale groep remt je af, maar geeft je ook zekerheid en een veilig gevoel. Op het platteland speelt bovendien mee dat een opleiding of werk maar al te vaak ver weg is of, in ieder geval, lijkt. De afstanden voelen enorm, ook omdat er maar beperkt openbaar vervoer is. En zo herhaalt de geschiedenis zich keer op keer.

Voor gemeenten moge inmiddels duidelijk zijn dat je dit niet gaat oplossen met een mandje minimaregelingen en gratis laptops. Wie deze kinderen een kans wil geven, zorgt er ook voor dat zij rolmodellen hebben en weer durven dromen.

Verder lezen?

  • Visser, Edzes, Merx & van Lanen (2021), ‘It All Starts with Family: Mechanisms of Intergenerational Poverty in the Veenkoloniën, the Netherlands’, Journal of Poverty.
  • Boschman, Maas, Kristiansen & Vrooman (2019), ‘Intergenerationele overdracht van uitkeringsontvangst – Waarom de appel niet ver van de boom valt’, Mens en Maatschappij. • Sprank 6/2020, ‘In het spoor van Heerlen-Noord.