BMC zag de grote vraag naar inburgeringsconsulenten door de invoering van de nieuwe wet aankomen, maar zag ook dat gemeenten relatief weinig gebruikmaakten van de ervaringskennis van statushouders zelf. Volgens Bert Peterse, managing consultant bij BMC, werven gemeenten voor functies en niet voor taken. “Ze zoeken een consulent die aan alle functie-eisen voldoet. Er is weinig ruimte voor functiedifferentiatie, jobcarving of ontwikkelmogelijkheden. Daarbij speelt gebrek aan tijd voor begeleiding een rol. Wij ontlasten ze met dit opleidingstraject en proberen een brug te slaan tussen de behoeften van gemeenten enerzijds en de ervaring van statushouders anderzijds.”
De meeste statushouders willen gewoon aan het werk, aldus Peterse. “En ze kunnen met hun geleefde ervaring heel goed verbinding maken met nieuwkomers in de gemeente. Ze begrijpen wat iemand heeft doorgemaakt, spreken veelal dezelfde taal. Ze kunnen hen begeleiden en motiveren om in te burgeren.” Peterse weet dat gemeenten statushouders weleens inzetten als sleutelpersonen, maar dat is doorgaans op vrijwillige basis. “Het is mooi dat hun potentieel wordt benut, maar nog mooier is het wanneer ze gewoon betaald
krijgen voor het werk dat ze doen. En dat ze uiteindelijk geen beroep meer hoeven doen op een uitkering.”
Kennis en zelfvertrouwen
Het opleidingstraject ‘Sleutelpersoon Inburgering/Consulent Inburgering’, dat BMC samen met communitybuilders en trainers van OpenEmbassy heeft ontwikkeld, is afgelopen september als pilot van start gegaan. De eerste twaalf nieuwkomers doorliepen een intensief traject van zes weken; de helft van hen loopt nu stage bij een gemeentelijke instelling, onder wie Lamis al Bakhiri.
In haar geboorteland Syrië was Al Bakhiri ingenieur en imker. Bij de gemeente Almelo doet ze nu praktijkervaring op als consulent. “Tijdens mijn vrijwilligerswerk merkte ik al dat ik statushouders goed kon helpen. Bijvoorbeeld met de Nederlandse taal en de manier waarop ze hier hun leven kunnen organiseren. Met deze opleiding heb ik veel kennis en vooral zelfvertrouwen opgedaan. Daardoor ga ik nu vol vertrouwen als inburgeringsconsulent aan de slag. En kan ik nog meer mensen helpen.”
Geen schaap met vijf poten
Bij de sociale dienst van de gemeente Drechtsteden lopen zelfs twee nieuwkomers mee. “Wij zagen hun potentie en wilden hun, nadat ze bij BMC door de selectie waren gekomen, de mogelijkheid bieden om bij ons de eerste stappen te zetten”, vertelt Birgitte Vol van de sociale dienst. “Het is fijn om gemotiveerde en ervaringsdeskundige collega’s in je team te krijgen.”
Vol wijst er wel op dat deze nieuwe medewerkers begeleiding nodig hebben. “Minder ervaren consulenten vragen inwerktijd. Je moet van tevoren dus heel goed kijken of je voldoende mensen in je team hebt die de nieuwe collega’s kunnen meenemen in hun eerste stappen in het werkveld. Zorg dat je dit realistisch inschat en goed met elkaar afstemt als gemeente, kandidaat en opleider.”
Dat laatste is wel een ding. Peterse merkt dat gemeenten in hun zoektocht naar de ervaren consulent Inburgering erg uitkijken naar het schaap met vijf poten. Maar die krijg je volgens hem niet met deze opleiding. “We zitten met onze groep veel meer op het niveau van sleutelpersoon. Daar moeten we eerlijk in zijn. Als we deze mensen presenteren als consulent Inburgering, kunnen ze niet voldoen aan wat de functie vraagt en komen er teleurstellingen.” In het volgende opleidingstraject worden de deelnemers daarom opgeleid tot sleutelpersoon Inburgering.
Meer weten over het opleidingstraject? Kijk dan op bmc.nl/actueel. Of neem contact op met Bert Peterse: bert.peterse@bmc.nl of 06-12297290.
Meer praktijk
BMC zal de duur van dat volgende traject naar alle waarschijnlijkheid verlengen tot drie maanden, om de cursisten meer tijd te geven voor de praktijk. “Onze eerste groep heeft met name zoveel mogelijk kennis meegekregen. Achteraf gezien misten zij een stuk praktijk dat aansluit bij het reilen en zeilen in de gemeenten. De uitvoering van de Wet inburgering verschilt namelijk per gemeente, waardoor het lastig is om dat op theoretisch niveau over te brengen. Je moet het ervaren.”
Peterse vervolgt: “Voor een tweede ronde willen we het opleidingstraject daarom veel meer samen met de deelnemende gemeenten vormgeven, meer theorie en praktijk combineren. Daarnaast willen we nog beter kijken naar wat deelnemers in hun mars hebben en wat voor type een gemeente wil inzetten. Dat betekent dus ook dat we pas weer kunnen starten als voldoende gemeenten samen met ons een traject willen bouwen en vormgeven en ook stageplekken beschikbaar hebben.”
Ondersteunende processen
De grote meerwaarde van een sleutelpersoon Inburgering, aldus Peterse, is dat ze de reguliere consulenten enorm kunnen ontlasten. “Door hen allerlei ondersteunende processen uit handen
te nemen, zoals het regelen van reiskosten, kinderopvang of taalles. Dat zijn werkprocessen die door een moeizame communicatie met de inburgeraars vaak veel tijd kosten, maar door een sleutelpersoon juist snel kunnen worden afgehandeld. De consulent kan zich dan meer focussen op het grote geheel en de contacten met ketenpartners, zodat mensen snel met hun inburgering
kunnen beginnen.“
Peterse hoopt de volgende lichting eind dit jaar, begin volgend jaar te laten starten met de aangepaste training. Voor die tijd wil BMC in ieder geval een stageplek gevonden hebben voor de zes deelnemers die nog niet aan de slag zijn. Daarnaast hangt een en ander af van de voortgang van de gesprekken die nu met gemeenten worden gevoerd. “Gemeenten zeggen vaak dat ze door een tekort aan mensen niet de gewenste begeleiding kunnen bieden, maar het aantal statushouders neemt de komende jaren niet af. Het is dus een kwestie van afwegen: ga je nu tijd investeren in het begeleiden van mensen die straks het werk kunnen doen of loop je het risico dat je er in de toekomst helemaal niemand meer voor hebt?”
Dit artikel is tot stand gekomen op initiatief van BMC.