op zijn bankje als hij wacht op het oordeel van de rechter. De sfeer is gespannen. Als de rechter drie jaar gevangenisstraf over hem uitspreekt, komt de klap hard aan. Niet in de laatste plaats bij zijn moeder, die ook in de rechtbank zit. Na wat aarzelen draait hij zich naar haar om. “Ik moest haar aankijken. Op dat moment brak ze in tranen uit. Ik heb een heel sterke moeder, die ik nog nooit zag huilen. Die tranen zal ik nooit meer vergeten man, het had zoveel impact. Mijn moeder heeft mijn broer en mij goed opgevoed: we gingen naar goede scholen en leerden normen en waarden. Zij had dit nooit gewild voor mij. Ik zwoer haar: dit is eens, maar nooit weer.” Uiteindelijk moet hij effectief twee jaar brommen. Terwijl hij vastzit, bedenkt Y.M.P een ontsnappingsplan. Niet om uit de gevangenis, maar uit de problemen te komen. Hij besluit zich te gaan richten op spoken word, een dichtvorm die volgens Y.M.P tussen poëzie en hiphop in zit, met een emotionele lading.
Van de straat
Als hij een paar weken nadat hij vrijkomt, in maart 2013, hoort dat hij vader wordt, is dat voor hem een extra bevestiging dat hij een voorbeeld moet zijn. “Het was in het begin een hele klap. Ik was doodsbang om het aan mijn moeder te vertellen. Ikzelf ben anti-abortus, dus toen ik het hoorde was het niet de vraag of, maar hoe ik dit allemaal zou gaan fixen. Ik nam de kans met beide armen aan. Mijn moeder was hartstikke blij toen ze oma werd. Mijn zoontje werd het lichtpuntje in mijn leven, dat me door moeilijke periodes in mijn leven zou leiden, zo voorspelde ze. De komst van mijn dochter zorgde voor stabiliteit en het maakte dat ik heel veel tijd voor ze ging vrijmaken.”
Over de reden waarom hij de gevangenis in moest, blijft de 32-jarige Rotterdammer wat cryptisch. Hij werd uiteindelijk gepakt omdat hij betrokken was bij een ‘diefstal gepleegd bij een andere crimineel’. “Het was een samengestelde zaak. Voor mij gold het bekende verhaal: ik ging om met verkeerde vrienden van de straat en bezweek onder groepsdruk. Ook toen was ik lief, maar zelfzuchtig.”
Door zijn geschiedenis kan hij zich inleven in de mensen die hij nu begeleidt: jongeren van de straat, die in hun omgeving over het algemeen minder in aanraking komen met kunst en theater. Ooit was Y.M.P zelf die doelgroep, zo geeft hij een aantal keer aan. “Met mijn productiehuis FLOW begeleid ik autodidacte makers die nooit naar school zijn gegaan om het vak te leren, maar die er wel heel goed in zijn. Naast dat ze kunstenaars zijn, komt iedereen uit de straatcultuur. Het is eigenlijk begonnen omdat ik als woordkunstenaar nergens een thuisbasis kon vinden. Mijn productiehuis is nu een thuis voor jongeren met een rugzak. Sommige hebben een detentieverleden, andere komen uit gezinnen met huiselijk en seksueel geweld of kunnen niet meekomen op school. Daarnaast zijn er ook genoeg jongeren die deze problematiek niet hebben.” Met de jongeren werkt hij zowel aan hun artistieke als persoonlijke kwaliteiten. “Je kan nooit een professioneel kunstenaar worden als je persoonlijke leven niet op orde is.”
Mich Simon
Hoewel woordkunstenaar Y.M.P. (Mich Simon) 32 jaar geleden in Rotterdam-Oost het levenslicht zag, stal het als problematisch bekendstaande stadsdeel Zuid zijn hart. Na een detentieperiode maakt Y.M.P. zich hard voor het goede: met zijn Productiehuis Flow zet hij zich in voor de toekomst van Rotterdamse jongeren met een artistieke droom.
Scherp als een sniper
Met pak ‘m beet dertig jongeren verzorgt hij jaarlijks veertig producties en twee festivals. Producties bestaan uit individuele theaterproducties, groepsoptredens, spoken word-avonden, gala’s en comedy. De jongeren treden voornamelijk op in Rotterdamse theaters, al spelen ze soms ook elders in het land. “Voor mijn jongeren wil ik de persoon zijn die ik zelf miste. Toen ik wat jonger was, was er nooit echt iemand die mij op een artistieke manier uitdaagde. Ik had als puber mijn persoonlijke issues, maar het was ook raar in mijn omgeving: door de groepsdruk voelde ik geen ruimte. Terwijl ik als twaalf- of dertienjarige wel geïnteresseerd was in theater. Daarom wil ik dat de jongeren altijd bij me terechtkunnen, hoe wild of gek hun dromen ook zijn. Al willen ze naar Broadway.”
Als spoken word-artiest beklimt hij met regelmaat het podium. Ook daarbuiten formuleert Y.M.P scherp als een sniper en in het tempo van een machinegeweer. De boodschap is er een van verzoening. Ook voor wat hij traditionele Nederlanders noemt, heeft hij begrip, of in ieder geval empathie. “Het nieuwe mag er zijn en het traditionele mag je ook eren. Ik heb hard moeten strijden voor mijn plekje in de maatschappij, dan kan ik anderen niet hetzelfde aandoen door voor traditionele Nederlanders geen begrip te hebben. Ik hoop een brug te zijn tussen verleden en heden. Dat is de taak van mij als kunstenaar en van mijn bedrijf.”
Omgekeerd eist hij luid en duidelijk zijn plek op. Zijn moeder kwam een paar decennia terug vanuit Suriname naar Nederland, om haar kinderen een betere toekomst te geven. Hij is hier geboren. “Het nieuwe Nederland ziet er anders uit en Nederlanders heten nu ook Ali en Virgil. Ik merk dat er weleens wordt gedacht dat zij een mindere stem hebben, maar dat hoort eigenlijk niet zo te zijn. Zij hebben dezelfde rechten als ieder ander.”
Broer en burgemeester
De nieuwe kaas moet samen met de oude kaas in de etalage liggen, zo gebruikt hij een oer-Hollandse
metafoor. Vanuit het multiculturele Rotterdam-Zuid, waar zijn productiehuis staat en waar Y.M.P grotendeels opgroeide, draagt hij hieraan bij. Met 200.000 inwoners is dit het grootste gebied van Rotterdam, legt hij uit. “Eigenlijk is Zuid gewoon een eigen stad. Het meest diverse stukje Nederland. Je vindt er Afghanen, Turken, Polen, Surinamers, Chinezen, letterlijk alles. Men noemt elkaar ‘broer’ op straat. Die verbinding, dat volksgevoel versterkt mijn liefde voor het gebied.”
Y.M.P sluit zijn ogen niet voor de rauwe zijde van het stadsdeel. Hij vertelt over een ‘enorm gewelddadige omgeving’, met schietincidenten en drugs, waar dit jaar al drie mensen zijn geliquideerd. “Die problemen teisteren het gebied. Tegelijkertijd heeft het normale volk hier over het algemeen helemaal geen last van. Het is niet het Wilde Westen waar bij een schoolgebouw om drie uur in de middag iemand wordt doodgeschoten.”
Voor corona sprak hij ongeveer een keer per maand met de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb. Vaak is dat kort, bijvoorbeeld als de burgemeester een pand opent. Y.M.P wordt daar ook vaak bij uitgenodigd. Ongeveer één keer per jaar spreken ze uitgebreider. De woordkunstenaar vindt Aboutaleb een ‘harde burgemeester, die goed luistert’. Een man die de wijk in gaat en vraagt waar hij mensen kan helpen. “We hebben een uitstekende band. Vaak fluister ik hem de mening van de straat in of ik wijs hem op fouten, die elke burgemeester maakt. Dan zeg ik: denk eraan dat je een bepaalde bevolkingsgroep niet vergeet. Ik schuw het niet om hem te laten weten wat er speelt.”
Ballen tonen
Wat zou hij eigenlijk zelf doen als hij ambtenaar of wethouder zou zijn in Roffa? Belangrijk is dat een wethouder of burgemeester in gesprek gaat, ‘voelsprieten heeft in de stad’, want beleid maak je in zijn ogen voornamelijk bottom-up. Maar bovenal moet een bestuurder lef hebben, is zijn overtuiging. De straat komt in hem naar boven. “Je moet ballen tonen, tegen de stroming in durven gaan. Je bent er maar vier jaar, dus zorg dat het legendarisch wordt. Laat een legacy achter! Een wethouder heeft macht en moet niet bang zijn die uit te oefenen op een positieve manier.”
In een monoloog van een kwartier legt Y.M.P uit dat de basis voor hem ligt in veiligheid, kunst en cultuur, infrastructuur en investeren in mensen, woningen en ondernemerschap. Voor dat laatste heeft hij concrete ideeën. “Rotterdam is gebouwd op ondernemers en arbeiders. Met speciale programma’s wil ik jongeren in één keer connecten met het werkveld. Zo leren ze hoe het echte leven in elkaar zit en ze leren een ambacht. Maar het is nog toffer als iemand met zijn of haar ondernemersidee terecht kan bij de accountant van een bedrijf.”
Als voorbeeld noemt hij het lokale programma ‘Heilige Boontjes’, waarbij ex-gedetineerden gaan werken in de horeca. Ook een project van Reggery Gravenbeek, een filmmaker met een detentieverleden, kan zijn goedkeuring wegdragen. Die zet jongeren met een rugzak in achter de camera en als acteurs. “Inspirerende voorbeelden, waarbij je jongeren automatisch uit een circuit trekt. Kijk, je kan niet iedereen redden, je hebt er gewoon heel vervelende jongeren tussen. Maar door de groep daaromheen ownership en verantwoordelijkheid te geven, draag je automatisch bij aan veiligheid.”
Gezien zijn huidige succes, het uitgebreide netwerk, de idealen en de rappe tong dringt de vraag zich op of een politieke loopbaan niets voor hem is. Dat wordt hem vaker gevraagd. “Ik heb wel politieke ambities, maar niet voor nu. Ik val nog lekker bij de doelgroep, spreek dezelfde taal. Ik heb tegen mezelf gezegd: ik blijf dit werk doen tot ik 45 ben. Dan kan ik zeggen dat ik twintig jaar in het vak gezeten heb en met deze doelgroep heb gewerkt. Dan weet ik wat jongeren willen. Dat is belangrijk, want een politicus moet in mijn ogen staan voor topics die hij of zij zelf heeft meegemaakt.” Van podiumvrees zal hij geen last hebben. “Politiek is net als het toneel: je bent kort aan het woord. Daarin moet het gebeuren.”