In haar tienerjaren ging het bedrijf van haar vader failliet en kwamen vele zekerheden van het gezin te vervallen, niet alleen de financiële. Ze leerde de impact van schulden en stress kennen. Ze ervaarde hoe onbeholpen en soms ronduit lelijk de samenleving daar vaak op reageert. En hoe weinig rust en kansen haar vader gegund waren om een nieuwe start te maken.
April 2020. Harleman, opgeleid als theaterwetenschapper, docent aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en eigenaar van creatief adviesbureau Futurability, waarmee ze de verbeelding inzet voor maatschappelijke verandering, maakt zich zorgen. Hoeveel mensen worden door de coronacrisis financieel onderuitgehaald en hoe komen zij die klap weer te boven? Aan solidariteit lijkt die eerste maanden geen gebrek, maar hoe ver reikt die? Wat hebben we – onvoorwaardelijk – voor een ander over? Gunnen we echt iedereen een zeker bestaan? Met een eigen invulling van kwaliteit van leven?
Harleman denkt niet in problemen, zegt ze. De belemmeringen die zij ervaart bij de uitvoering van Collectief Kapitaal (zie kader), zijn vooral bureaucratisch van aard. Probeer de wetten en regels maar eens zo om te buigen dat je mensen zomaar een inkomen van 1.000 euro kunt geven. Natuurlijk, ook onder de honderd burgerdonateurs die het kapitaal bijeenbrengen wordt hevig gediscussieerd over het onvoorwaardelijke karakter – want helemaal geen regels, criteria, toetsing of verantwoording voor bestedingsdoelen, dat vraagt nogal wat van hun vertrouwen. Tegelijkertijd is dat vertrouwen precies wat ze behalve geld ook zo graag willen geven. De leden van het collectief onderzoeken bij zichzelf en elkaar alle organisatorische, praktische en ethische vragen die erbij komen kijken. Welke opvattingen hebben we over geld? Over nuttig en niet nuttig werk? Over rechten en plichten, succes en eigen verantwoordelijkheid?
Collectief Kapitaal geeft mensen geld zonder enige verplichting. Jij bent niet bang.
“Ik zie niet gauw beren op de weg, nee. En ik houd er niet van om in doelgroepen te denken. Ik wil niet zeggen: ‘Collectief Kapitaal is er alleen voor kwetsbare mensen.’ Want wanneer is iemand kwetsbaar? Als mijn geliefde besluit me vandaag te verlaten, ben ik kwetsbaar, maar vinden we dat dan kwetsbaar genoeg om deel te mogen nemen? Het is onderdeel van mijn dagelijks werk om het gefixeerde denken een beetje los te wrikken. Daar heb ik als creatieve maker de ruimte voor.”
Denise Harleman
(1986) studeerde theaterwetenschappen aan de Universiteit Utrecht en werkte als zakelijk leider bij diverse theatergezelschappen, waaronder Adelheid+Zina, het creatieve genootschap van Adelheid Roosen. In 2018 richtte ze Futurability op, een adviesbureau dat kunst inzet als katalysator van creatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Daarnaast adviseert ze organisaties op het gebied van strategie en bedrijfsvoering en is ze docent aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Ook is ze penningmeester van COC Nederland. In het voorjaar van 2020 startte ze met Collectief Kapitaal.
Wat is dat voor ruimte?
“De ruimte om ‘het niet te weten’. De vrije ruimte waarin het nog alle kanten op kan, zonder dat je direct tegen regels en kaders aanloopt. Als samenleving staan we het kunstenaars en mensen die tegen kunstenaars aanschurken toe om anders te denken, terwijl we dat heel veel anderen niet gunnen. We horen een arts, ambtenaar of loodgieter liever niet zeggen: ‘Ik weet het niet.’ Dat maakt ons onzeker. Dat is toch de vakman of vakvrouw? In de creatieve en kunstwereld is die vrijheid er wel. Ik vind dat een heel comfortabele positie om vanuit te werken.”
Een ambtenaar die niet zeker weet hoeveel ruimte de regels laten, speelt misschien het liefst op safe. En ook zorgverleners leggen zichzelf uit voorzichtigheid soms meer restricties op dan de wet. Geen ideale voedingsbodem voor creatieve ideeën en oplossingen.
“Dat is zó zonde. Kennis is zoveel meer dan een verzameling feiten. Emoties en ervaringen horen daar ook bij. Voor de gemeente Utrecht heb ik in het project ‘Gedeelde Grond’ meegedacht over kansen in de aanpak van dak- en thuisloosheid. Dat vraagstuk gaat uiteraard over ‘iedereen een dak boven het hoofd’, waar iedereen onmiddellijk aan denkt. Maar het gaat óók over je waardigheid als mens. Over schoon ondergoed, een schone handdoek en schone sokken. Als ik twee weken in dezelfde onderbroek rondloop en stink, dan doet dat wat met mijn zelfgevoel. Iedereen herkent dat, maar we komen er niet meer op om naar onze eigen behoeften te kijken en die in te brengen.”
Is dat waar we de kunsten voor nodig hebben, voor dat menselijke, emotionele perspectief?
“Verandering kun je niet afdwingen met procedures en regels alleen. Verandering begint altijd intern, in iemand. Kunst kan daarvan een enorme aanjager zijn. Het breekt door de oppervlakte en presenteert nieuwe invalshoeken. Ik zeg niet dat kunstenaars alle antwoorden in huis hebben. Een nieuwe gedachte leidt immers niet direct tot nieuw gedrag. Maar mijn oproep is wel: laten we veel meer samenwerken. Ik geloof echt dat beleidsmakers elke dag hun uiterste best doen, maar met alle respect, uit hun koker alleen gaan de oplossingen niet komen – we moeten het samen doen.”
Het is niet zo dat er in het sociaal domein helemaal niet buiten de lijntjes gekleurd wordt. Zo hebben verschillende gemeenten geëxperimenteerd met de bijstand. Kort door de bocht: burgers kregen intensievere begeleiding en mochten wat bijverdienen zonder dat zij op hun uitkering gekort werden. De onderzoekende gemeenten zagen: aandacht loont, want aardig wat deelnemers waren vrijwilligerswerk gaan doen en voelden zich beter. De staatssecretaris zag in de onderzoeksresultaten echter geen reden om de Participatiewet aan te passen; de kans voor mensen om aan het werk te gaan was er namelijk niet groter op geworden.
“Het is om te huilen dat de Participatiewet die naam gekregen heeft. Waar nodigt die wet mensen eigenlijk toe uit? Wat is de bedoeling van de bijstand? Vinden we het echt belangrijker dat de productiviteit van mensen toeneemt dan dat hun welbevinden erop vooruitgaat? Dát gesprek moeten we voeren – en dat voeren we bij Collectief Kapitaal ook. En ik kan je zeggen: dat zijn geen makkelijke gesprekken. Mag iemand van de 1.000 euro die we verstrekken, een televisie kopen? Heeft iemand die elke maand zelf 1.500 euro verdient toch nog recht op 1.000 euro gedoneerd geld? Hoe je hierover denkt, raakt aan wie je bent. Het leidt tot intensieve, emotionele, interessante discussies, die nodig zijn om het vraagstuk van een basisinkomen voor bestaanszekerheid van alle kanten te bekijken. Ik hoop dat gemeenten straks met ons in gesprek willen over wat wij te weten zijn gekomen en dat we samen kunnen kijken wat we kunnen en willen bereiken met onze inzichten.”
Hoe haalbaar en betaalbaar is Collectief Kapitaal? Denk je dat mensen zomaar geld blijven doneren voor andermans bestaanszekerheid?
“Een zeer wezenlijke vraag, maar voor ons komt die te vroeg. We zijn in onderzoek en ik denk dat we daar nog wel drie jaar voor nodig hebben. Natuurlijk krijg ik ondertussen te horen dat zo’n basisinkomen veel te duur is en stuit ik ook op scepsis. Ik snap dat ook. Maar het dan maar laten? Nee, ik vind twijfel juist vaak een goede reden om iets wél aan te gaan. Los van Collectief Kapitaal hebben zich overigens al aardig wat mensen over de betaalbaarheid van een vorm van basisinkomen gebogen en het lijkt best te kunnen, hoor. Maar voor mij is op dit moment belangrijker dat we het huidige beleid aan de kaak stellen. Want dat houdt een bepaald stigma in stand. ‘Jij bent zielig, jij krijgt een uitkering. Jij bent niet zielig genoeg, jij krijg geen ondersteuning.’ Ik geloof dat er iets heel moois kan ontstaan als we teruggaan naar de kernvraag: wat is voor ons van waarde?”
Waar wil jij de beslissers in het sociaal domein toe oproepen?
“Ik hoop vurig dat meer mensen wat radicaler durven gaan bewegen. Dat ze het aandurven ook eens een project op te pakken dat niet binnen drie maanden significante resultaten oplevert. Die vrije ruimte, wat lucht erbij, dat gun ik iedereen. Als je toch kijkt naar die weet-ik-hoeveel mails die we elke dag verstouwen en al die afspraken die we doen omdat we ze doen… Ik zou zeggen: veeg het een week allemaal aan de kant. Ik weet het, het kán niet. En toch is dit het enige wat je effectief kunt doen. Creëer een beetje vrijheid. Laat alle regels en kaders even voor wat ze zijn en kijk dan heel goed om je heen. Heb je je team bij elkaar? Doen jullie de dingen op een zinvolle manier? De antwoorden zijn niet per se leuk en oplossingen om de veranderingen die je nodig acht door te voeren, liggen niet allemaal binnen handbereik. Maar je ziet ineens wel variaties op de gang van zaken. Openingen, nieuwe mogelijkheden, alternatieven.”
Kun jij hierin nog iets betekenen?
“Ja, kom op, bel me! Laten we een wandeling maken. Niet van mogelijke opdrachtgever tot opdrachtnemer, maar van mens tot mens. Gewoon praten. Wat is jouw rol in het speelveld? Hoe pak je die op? Wat zijn jouw reflexen? Herken je dit, herken je dat? Laten we daarmee aan de slag gaan. Er is nog zoveel mogelijk!”
Totdat er straks twintig mensen bellen en jij moet zeggen dat je geen tijd hebt.
“Stel dat dit gebeurt, wat te gek zou zijn, dan maak ik er een project van, want dan is er blijkbaar behoefte aan. En laten we dan op zoek gaan naar verbanden met collega’s in het hele land. Ik krijg er meteen allerlei ideeën bij. Ik ben zwanger, dus geef me nog een paar maanden tot na mijn bevalling. Maar daarna gaan we hier iets leuks van maken.”
Collectief Kapitaal
Honderd mensen doneren acht keer 50 euro per maand. Zo spekken zij samen een spaarpot met 40.000 euro. Dat Collectief Kapitaal wordt toegekend aan vijf mensen die zichzelf bestaansonzeker achten – van selectiecriteria als een vermogenstoets of inkomensgrens is geen sprake. Acht maanden lang krijgen zij 1.000 euro onvoorwaardelijk op hun rekening gestort. Wat zij met het geld doen, mogen zij zelf weten. Het enige wat het collectief graag van ze hoort, is hoe deze vorm van basisinkomen hun leven beïnvloedt. Want veel meer dan ‘gratis geld’ is Collectief Kapitaal een sociaal onderzoek. Ook naar het denken en doen van de gevers: wat doet het met hen?
Hoe onvoorwaardelijk het collectief ook te werk wil gaan, het moet zich voegen naar de grillen van ‘s lands bureaucratie. Gratis geld weggeven, daar laat de wet geen ruimte voor. Dus moeten er lokaal uitzonderingen worden gemaakt. Amsterdam gaat de uitdaging aan. Door loting worden binnenkort vijf Amsterdammers geselecteerd die ongehinderd, dus bijvoorbeeld zonder gekort te worden op hun uitkering of toeslagen, acht maanden elke maand 1.000 euro ontvangen. Steeds meer mensen melden zich als donateur. En steeds meer mensen laten weten dat ze best wat ondersteuning kunnen gebruiken om hun bestaansonzekerheid te boven te komen. Harleman: “Blijkbaar boren we echt iets aan. Waarom zouden wij de verandering niet kunnen zijn?” collectiefkapitaal.nl