De toekomst van een eerlijker democratie is in de maak en het komt er nu op aan, denkt ze, dus doorpakken. Ze voelt zich gesteund door bijval en betrokkenheid vanuit het hele land.
In haar pamflet ‘Nu is het aan ons’, dat in april dit jaar het licht zag, beschrijft Rovers een uitweg uit de – zo zou je het kunnen formuleren – selectief democratische politiek die al decennialang bezig is onze samenleving te splijten en vele urgente veranderingen in de weg staat. Veranderingen met betrekking tot klimaat, energie, voedselvoorziening, vergrijzing, armoede, migratie en de kenniskloof. De tijd is rijp, vindt ze, sociaal en ecologisch onbehagen staan op het punt van exploderen.
Was je als kind al zo idealistisch?
“Ja, ik geloof het wel. In mijn boek ‘Practivisme’ uit 2018 schreef ik erover hoe ik me als negenjarige opwond over de zeehondenjacht. Ik dacht toen nog simpel. Gewoon verbieden en klaar. Toen ik er een spreekbeurt over ging houden, zag ik voor me hoe mijn klasgenoten en ik massaal de straat op zouden gaan en we met ons protest in no time aan alle dierenleed een einde maakten. Een verbod op producten uit de jacht zou toen nog twintig jaar duren. Als ik een ding geleerd heb, is het dat je voor grote veranderingen geduld moet hebben.”
Maar nu begint er iets te veranderen voor het burgerberaad. Waaraan merk je dat?
“Praktisch gezien vooral in de lokale politiek. Veel nieuwe coalities hebben het idee van een burgerberaad in hun akkoorden opgenomen. Van Maastricht tot Utrecht en van Zutphen tot Het Hogeland: gemeenten zoeken samenwerking met hun inwoners en schakelen hun hulp in bij ingewikkelde problemen. Precies zoals je van een overheid zou willen. Daarnaast begint het nu ook landelijk echt te schuiven.”
Eva Rovers
Eva Rovers (1978) studeerde cultuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze schreef biografieën van kunstverzamelaar Helene Kröller-Müller en schrijver Boudewijn Büch. Rovers is directeur van Bureau Burgerberaad, dat zij in 2020 mede oprichtte (bureauburgerberaad.nl). Een overzicht van burgerberaden wereldwijd is te vinden op extinction-rebellion.nl.
Ongepland boegbeeld
Dat de in Eindhoven geboren Eva Rovers het Nederlandse boegbeeld zou worden van een deliberatieve democratie, een bestuursvorm die uitgaat van overleg tussen politiek en burgers, was niet gepland. Ze studeerde taal- en cultuurstudies aan de Universiteit Utrecht, werkte als onderzoeker voor het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen en was tot 2010 als docent aan beide onderwijsinstellingen verbonden. In datzelfde jaar promoveerde ze op kunsthistorisch onderzoek naar Helene Kröller-Müller en in 2016 publiceerde ze na jaren graaf- en spitwerk in een kolossaal archief de rijke biografie van exoticus Boudewijn Büch. Hierna verliet ze het pad van de kunsten en letteren en verlegde haar aandacht naar de politiek.
Vanwaar deze koerswijziging?
“Het was eigenlijk geen keuze. Ik had het nodig. Maakt het uit dat ik geen vlees eet, vroeg ik me af, maakt het uit dat ik niet vlieg? Mijn conclusie: ja het maakt uit, maar niet genoeg. Verzet werd voor mij een manier om met klimaatmoedeloosheid om te gaan. Een soort therapie.”
Is je levenspartner David Van Reybrouck een inspiratie?
“Zeker. Hij was het die in 2011 in België een burgerberaad met honderden Belgen organiseerde uit frustratie over de formatie die tegen die tijd al anderhalf jaar duurde. Dat initiatief en zijn boek ‘Tegen verkiezingen’ hebben veel in beweging gezet in Europa. Dit heeft onder meer geleid tot een permanent burgerberaad in Duitstalig België vanaf 2019. Wow, dacht ik. Het kan dus wel. En het is heerlijk om qua politiek en levenshouding zo op een lijn te zitten en erover te delen met elkaar. Dat geeft energie.”
Wat maakt onze huidige politiek zo inadequaat voor de problemen van vandaag?
“Om te beginnen het feit dat een groot deel van ons land zich niet vertegenwoordigd voelt. Ruim 65 procent van de Nederlanders heeft maximaal een mbo-opleiding, van het parlement is dat circa 5 procent. Politiek Den Haag leeft in een bubbel van hoogopgeleiden die gewend zijn technische oplossingen te zoeken voor vraagstukken die zich voordoen. Zorgen en omstandigheden van mensen met een praktische scholing worden makkelijk uit het oog verloren. Denk bijvoorbeeld aan al die postbodes en zorgmedewerkers die opeens ‘zelfstandig’ moesten worden; voordelig voor de werkgever, maar rampzalig voor de mensen zelf. Zij hebben veel bestaanszekerheid moeten inleveren.
Blinde vlekken zijn onontkoombaar; zelf weet je ook niet altijd wat er speelt buiten je eigen biotoop. De meeste politici zullen vast met veel idealen de politiek zijn ingegaan. Maar ze raken gegijzeld in een systeem waarin partijpolitieke kortetermijnbelangen het winnen van het algemeen belang op de lange termijn. Dat komt door de constante verkiezingsdruk en behoefte om te scoren, maar ook door de grote en vaak ondoorzichtige lobbymacht van grote bedrijven en belangenclubs.”
De gevolgen?
“Complexe problemen worden vooruitgeschoven naar een volgende regering en ontwikkelen zich vanzelf tot crises. Het klimaatprobleem was al bekend in de jaren zeventig, het stikstofprobleem in de jaren tachtig. Waarom is niet eerder ingegrepen? Ondertussen wordt van inwoners gevraagd om te verduurzamen, terwijl duurzaam reizen en consumeren vaak duurder en ingewikkelder is. Geen wonder dat mensen niet de duurzame keuze maken. Zo stevenen we af op een oververhitte aarde, extreem weer en steeds minder soorten. En is de kloof tussen praktisch en theoretisch geschoolden alleen maar groter geworden.
Dit alles heeft natuurlijk ook gevolgen voor het vertrouwen in de politiek. Een recent rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau laat zien dat de helft van de Nederlanders – ongeacht opleidings- niveau of politieke voorkeur – er niet op vertrouwt dat politici in staat zijn om de grote problemen van deze tijd op te lossen. Een steeds groter deel van de bevolking wil zelfs helemaal niets meer met politiek te maken hebben en gaat bijvoorbeeld niet meer stemmen. Afgehaakt Nederland.”
Staat afgehaakt Nederland wel open voor een burgerberaad?
“Burgerberaden kunnen een manier zijn om mensen weer ‘aan te haken’, weer een stem te geven in de democratie. Andere vormen van participatie werken via zelfselectie: mensen geven zichzelf op. Dit leidt meestal tot een groep van overwegend witte en theoretisch opgeleide mensen boven een bepaalde leeftijd. Bij een burgerberaad daarentegen worden deelnemers geloot en persoonlijk uitgenodigd, juist om zoveel mogelijk verschillende stemmen en perspectieven in de zaal te krijgen. We zien in landen waar hiermee wordt gewerkt dat deelnemers opnieuw ‘democratisch zelfvertrouwen krijgen’, juist ook de mensen die eerder afgehaakt waren. Ze voelen dat het ertoe doet wat ze te zeggen hebben. In Finland zei een deelnemer: ‘Dit is de eerste keer dat de politiek mij ooit iets heeft gevraagd.’”
Wat is het uiteindelijke doel?
“Kennis en ervaring in de samenleving aanboren om daarmee betere beslissingen te nemen. Het idee is dat je een dwarsdoorsnede van de bevolking van een wijk, stad, provincie of land laat meebeslissen over grote thema’s, zodat een zo groot mogelijke diversiteit aan mensen wordt gehoord en die mensen in relatief korte tijd tot besluiten kunnen komen. In Ierland is dit bijvoorbeeld gebeurd bij het abortusvraagstuk, dat al dertig jaar lang als een soort schrikdraad door de samenleving liep. In Frankrijk ging het over klimaatmaatregelen. Door burgers bij zulke beladen onderwerpen te betrekken, toont de politiek dat zij vertrouwen in de bevolking heeft. Daar krijgen ze vertrouwen voor terug – en bruikbare aanbevelingen die moeilijke politieke keuzes makkelijker maken.”
Hoe werkt het qua organisatie?
“Je maakt eerst een grote willekeurige selectie van mensen, bijvoorbeeld 100.000 mensen via de basisregistratie of op telefoonnummer, zoals ze in Frankrijk hebben gedaan. Deze selectie nodig je uit. Daarna loot je uit de mensen die aangeven dat ze willen meedoen de deelnemers, meestal 100 tot 150 mensen. Die tweede loting is niet helemaal willekeurig: je weegt bepaalde kenmerken mee, zoals geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en bijvoorbeeld hun standpunt of gevoel ten aanzien van het onderwerp. Alles voor een zo goed mogelijke afspiegeling.
Deze groep komt vervolgens vier of vijf weekenden samen om te leren over het onderwerp, onder andere via uitgenodigde sprekers, en om met elkaar in gesprek te gaan. Dit gebeurt deels aan tafels onder leiding van onafhankelijke gespreksbegeleiders die ervoor zorgen dat er geen meningenoorlog ontstaat, maar juist dat ervaringen en perspectieven worden uitgewisseld. Het magische element van een burgerberaad is de dialoog. Ongeacht status, opleiding of mondigheid, iedereen komt gelijkwaardig aan het woord. Aan het eind van het traject worden aanbevelingen verzameld, waarover wordt gestemd.”
En daarna?
“Van tevoren moet zijn afgesproken onder welke voorwaarden aanbevelingen aangenomen of afgewezen mogen worden. Dit is waarmee ze in Frankrijk de mist zijn ingegaan na een burgerberaad over klimaatmaatregelen. Macron wees 3 van de 149 aanbevelingen af, maar de senaat heeft vervolgens nog eens 130 aanbevelingen naast zich neergelegd, waardoor uiteindelijk maar een heel slap aftreksel is overgebleven en deelnemers zich verraden voelden. Dan werkt een beraad contraproductief. Je kunt nog beter geen inspraak regelen, dan inspraak waarmee niets gebeurt. Gelukkig is die les in andere landen inmiddels geleerd. Doe het goed of doe het niet.”
Deelnemers moeten veel informatie tot zich nemen. Sluit dat niet bij voorbaat een grote groep mensen uit? Laaggeletterden, mensen met een licht verstandelijke beperking, mensen die de taal niet spreken …
“Dat is precies de groep die je juist ook wilt betrekken, omdat ze nu zo vaak aan de zijlijn staan. Veel mensen denken vooral zelf dat ze niet geschikt zijn, dat ze niet genoeg van het onderwerp weten of dat ze een universitair diploma moeten hebben om mee te doen. Nee! Niet alleen kennis is belangrijk. Ook ervaring, levenservaring, de omstandigheden waarin je leeft. Dit betekent dan ook dat je informatie op verschillende manieren moet aanbieden. Plaatjes in plaats van alleen maar tekst, vertaling door tolken, uitleg van een taalbuddy.”
Hoe beweeg je mensen tot deelname?
“De eerste uitnodiging is wat dat betreft het allerbelangrijkste, en ook de zwakste schakel. Een brief sturen en dan gaan zitten wachten, dat werkt niet. Je moet mensen persoonlijk benaderen. In Frankrijk zijn alle mensen gebeld of benaderd met een sms, in Ierland is de organisatie langs de deuren gegaan. Arbeidsintensief, maar je voorkomt dat mensen zichzelf diskwalificeren als je kunt uitleggen dat hun bijdrage ertoe doet en dat er ook echt iets met de uitkomsten wordt gedaan.”
Noem eens een voorbeeld van een succesvol burgerberaad in Nederland.
“Bij Bureau Burgerberaad werken we aan een overzicht van alle burgerberaden die in Nederland plaatsvinden. We hopen die ook te kunnen evalueren, zodat iedereen ervan kan leren. Een interessant voorbeeld is het burgerberaad dat vorig jaar is gehouden in Zeist. De gemeente zat met een miljoenentekort op de begroting en besloot de hulp van burgers in te schakelen om dat tekort op een solidaire en duurzame manier weg te werken. Anders dan in Frankrijk is maar liefst 90 procent van de aanbevelingen overgenomen. Deelnemers waren daar trots op en vonden het heel bijzonder dat zij deze opdracht gekregen hadden.”
Komt er op landelijk niveau ook schot in de zaak?
“Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heeft de Tweede Kamer bijna voltallig een motie aangenomen van CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma voor een burgerberaad over vergrijzing. En in juli heeft Klimaatminister Jetten een brief aan de Kamer gestuurd, waarin hij pleit voor een landelijk burgerberaad over de energietransitie. Hij wil de opdracht daartoe samen met de Tweede Kamer geven om teleurstellingen zoals in Frankrijk te voorkomen. De Kamer gaat binnenkort in debat over de vraag welke klimaatonderwerpen in het burgerberaad op tafel moeten komen en welk mandaat het krijgt. Ik verwacht dat de meeste partijen zich achter het initiatief zullen scharen. De grote vraag is eigenlijk ook allang niet meer of een burgerberaad zinvol is, maar vooral: wat is de beste manier om het te organiseren?”
Is een overlegdemocratie hét antwoord op populisme?
“Misschien. Populisten weten hoe ze mensen het gevoel moeten geven dat ze gehoord worden. Alleen doen ze dat door het voeden van angsten en frustraties, waardoor mensen uiteindelijk toch met lege handen zullen staan. Burgerberaden werken juist vanuit verbinding, een gevoel van veiligheid en waardigheid. Deelnemers komen erachter dat ze aan tafel zitten met iemand die misschien een totaal andere politieke opvatting heeft of een totaal andere culturele achtergrond, maar dat ze ondanks hun verschillen vooral ook veel delen. Dat geldt voor heel Nederland. Vraag aan mensen wat belangrijk of waardevol is in het leven en dat zal voor 80 procent hetzelfde zijn. In plaats van verschillen uit te vergroten, kan je ook de overeenkomsten als vertrekpunt nemen. We moeten als samenleving op zoek naar wat ons verbindt. Laten we hopen dat deze tijd een overgang markeert.”