Met gepaste trots laat hij het kleine kantoor zien waar zijn stichting Durf te Dromen sinds kort onderdak heeft gevonden.

Een ruimte van ongeveer 50 vierkante meter, op de eerste etage van een multifunctioneel gebouw, boven een tankstation in Overvecht. “Heel mooi dat we dit nu hebben. Hier kunnen onze vrijwilligers zich even terugtrekken als ze geen groep begeleiden op locatie – op scholen, bij buurthuizen. Dat hadden we nog niet.” Vlak voordat het interview begint, groet Redouan El Yaakoubi zijn vader. Die staat op het punt het kantoor uit te lopen, nadat hij een klus in het pand heeft gedaan. Ook familieleden zetten zich in voor de stichting.

In dit nummer van Sprank werpen we een blik op de toekomst, op 2035. We denken na over hoe we de maatschappelijke problemen van nu zo kunnen aanpakken dat we er over twaalf jaar beter voorstaan. Wat is volgens jou de grootste uitdaging op dit moment?

“Ik zie er meerdere. Maar de grootste is volgens mij de polarisatie tegengaan. Dat we als samenleving erin slagen om te opereren vanuit overeenkomsten en niet meer vanuit verschillen, zoals nu gebeurt. We zijn nu vooral bezig met: wat doet iemand anders of wat maakt iemand anders? Er zijn superveel eilandjes. Dat vind ik moeilijk. Iedereen benadert vraagstukken voornamelijk vanuit zijn eigen optiek. Iedereen wil graag begrip voor zijn situatie en zijn probleem.”

Zelf werd hij er onlangs ook mee geconfronteerd, met dat onbegrip van andersdenkenden, voegt hij toe. El Yaakoubi doelt op de opwinding die vorig voetbalseizoen ontstond toen hij destijds als aanvoerder van Excelsior de One Love-regenboogband niet wilde dragen. Dat was uit religieuze overwegingen, en met name op basis van de vrijheid die hij wil genieten als elke andere Nederlandse burger, zegt hij. Het kwam hem op flinke kritiek te staan, onder meer in de pers en op de sociale media: dat hij met zijn weigering uitdroeg niet tegen LHBTI-discriminatie te zijn.

El Yaakoubi zei een breder geluid te willen vertolken, tegen álle vormen van uitsluiting. Maar het gaat hem niet om hemzelf, zegt hij nu. In veel opzichten mist hij in de samenleving dat mensen zich in anderen kunnen inleven. “Bijvoorbeeld in de positie van asielzoekers. Veel mensen zijn bezig met: ze komen onze ruimte in beslag nemen. Maar bekijk het eens van de andere kant: deze mensen ontvluchten oorlog, hebben een groot probleem.”

Redouan El Yaakoubi

Groeide op in de wijk Overvecht in Utrecht. Na zijn middelbare school (Christelijk Gymnasium Utrecht) studeerde hij een korte tijd bestuurs- en organisatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht. In 2020 richtte El Yaakoubi de stichting Durf te Dromen op. Kernactiviteit: jongeren uit heel Utrecht helpen met hun ontwikkeling in de breedste zin van het woord. El Yaakoubi is profvoetballer bij Excelsior.

‘We opereren te veel vanuit verschillen; iedereen wil begrip voor zijn probleem’

Hoe lossen we dat op?

“Dat is een moeilijk te beantwoorden vraag. Ik denk dat in de opvoeding van onze kinderen een grote opdracht schuilt. Als we onze kinderen leren geïnteresseerd te zijn in een ander, empathisch te zijn, dat we elkaar dan ook beter zullen leren begrijpen. De opvoeding die we meekrijgen vanuit huis, maar ook zeker vanuit school, kan hierin essentieel zijn. In sommige delen van Nederland – op het platteland, maar net zo goed in de grote steden – wonen alleen maar witte mensen. Als dat je leefomgeving is, ken je misschien weinig diversiteit. En wat je niet kent, kan afschrikken. Daarbij komt dat sommige politieke partijen de angsten van mensen verder aanwakkeren, omdat ze stemmen willen binnenhalen. Dat zorgt voor een nog groter polariserend effect.”

3-0 achterstand

Pak ‘m beet negentig vrijwilligers zijn actief voor Durf te Dromen, de stichting waartoe Redouan El Yaakoubi drie jaar geleden het initiatief nam. Zijn eigen ervaringen liggen daaraan ten grondslag. Opgroeiend in een Marokkaans-Nederlands gezin in de kwetsbare wijk Overvecht, ging hij als enkeling naar het gymnasium en daarna naar de universiteit. “Ik ga altijd voor het hoogste. Dus wilde ik na de basisschool naar het gymnasium. Maar ik wist niet wat het inhield.”

Eenmaal op het klassieke gymnasium beland, kwam El Yaakoubi in een volstrekt andere wereld terecht. Een cultuurshock. Had hij geen beeld van wat het gym voorstelde en welke vakken je er kreeg, voor zijn ouders was de kloof nog vele malen groter. Dat maakte dat zij hem niet konden helpen bij zijn schoolvakken. Hij besefte dat hij met een 3-0 achterstand had moeten beginnen en het vooral zijn doorzettingsvermogen was waardoor hij het redde. In dat besef en die ervaringen schuilt zijn bezieling voor Durf te Dromen. “Tijdens mijn middelbareschooltijd behaalden weinig kinderen met een andere etnische achtergrond een gymnasiumdiploma. En heel veel jongeren, met name uit wijken als Overvecht, missen begeleiding. Begeleiding van ouders, begeleiding van docenten, begeleiding van de omgeving.”

‘Ik denk niet dat de politiek bij me past; ik wil zo snel mogelijk zoveel mogelijk impact maken’

Dat is waar zijn stichting te hulp schiet. Durf te Dromen biedt begeleiding en coaching aan jongeren in Overvecht. Want er schuilt zoveel talent in de wijk. Doodzonde om dat te laten opdrogen. El Yaakoubi benoemt drie componenten die daarbij de basis vormen: thuiscultuur, schoolcultuur en straatcultuur. “Jongeren ervaren een grote kloof tussen die culturen en weten vaak niet hoe ze daarmee moeten omgaan. Daar spreekt iemand als El Hadioui vaak over”. Iliass El Hadioui is een Rotterdamse socioloog en de grondlegger van de Transformatieve School, een programma voor scholen dat de mismatch tussen de drie leefwerelden van jongeren wil omzetten in veerkracht. “Op basis van die drie componenten ben ik bij mezelf nagegaan: wat heeft mijn ontwikkeling versterkt en wat ben ik daarin tekortgekomen? Vervolgens ben ik het concept gaan schrijven voor Durf te Dromen.”

Ziel en zaligheid

El Yaakoubi leidt het bestaan van een voetbalprof. Elke dag naar Excelsior Rotterdam voor trainingen en video-
analyses van gespeelde wedstrijden, altijd alert zijn op conditie, lichaamsgewicht, gezonde voeding en voldoende slaap, in het weekend en soms doordeweeks een wedstrijd, geregeld de media te woord staan. In de tijd die hij overhoudt stopt hij zijn ziel en zaligheid in zijn stichting.

Hij schoof er zijn studie aan de universiteit voor op de lange baan. Durf te Dromen voorziet in verschillende activiteiten. Jongeren krijgen begeleiding bij hun huiswerk; kunnen hun talent ontwikkelen in uiteenlopende workshops, zoals presenteren en debatteren. De vrijwilligers ondersteunen jongeren ook bij de ontwikkeling van sociale vaardigheden. “Momenteel begeleiden we zo’n 400 leerlingen”, vertelt El Yaakoubi. “Daarnaast huren scholen ons in voor workshops, bijscholing en naschoolse activiteiten omdat ze ons concept supertof vinden. Dus in totaal bereiken we 1.100 tot 1.300 leerlingen.”

Door het werk van Durf te Dromen kan El Yaakoubi op een concrete manier bijdragen aan zijn missie: talent tot bloei laten komen. Is de politiek niets voor hem? “Ik ben er mondig genoeg voor en denk na over hoe we maatschappelijke problemen kunnen oplossen. Maar ik wil zo snel mogelijk zoveel mogelijk impact maken. Daarom zou de politiek niet per se bij me passen. Ik doe het nu op mijn manier, als ondernemer en met Durf te Dromen.”

2035_Sprank_foto liggend_Redouan El Yaakoubi

Haarvaten in de wijk

Durf te Dromen vervult volgens El Yaakoubi als vrijwilligersorganisatie met haar werk een belangrijke functie in de wijk. Een niet meer weg te denken aanvulling op grotere organisaties in welzijn en onderwijs, vindt hij, want de lijnen zijn kort en de vrijwilligers kennen de wijk tot in de haarvaten. “We weten precies wat er gebeurt, wat er gaande is.” Dat is bij de grotere en dus loggere organisaties vaak niet het geval. Het zou goed zijn als alle organisaties in de wijk hun aanbod op elkaar afstemmen, zegt Yaakoubi. “Wat leveren we allemaal als organisaties, hoe vullen we elkaar aan? We moeten onze specialismen erkennen, weten waar we goed in zijn en niet allemaal hetzelfde doen.”

Het steekt hem dat er door professionals in de grotere organisaties weleens op zijn stichting wordt neergekeken, omdat die volledig drijft op vrijwilligers. “Terwijl onze vrijwilligers ieder hun expertise hebben. Sommige studeren rechten en helpen leerlingen en ouders met het regelen van hulpmiddelen waar ze recht op hebben. En daarnaast doen ze dus vrijwilligerswerk. Waarin ook hun ervaringsdeskundigheid heel erg van waarde kan zijn. Omdat ze zelf tegen dingen zijn aangelopen in het leven. Ik kijk naar wat mensen te brengen hebben, naar hun toegevoegde waarde. Zoals ik al zei: er schuilt zoveel talent in de wijk.”

Nogmaals een blik op de toekomst: ben jij optimistisch over de ontwikkelingen in de samenleving?

“Ja, want ik zie al kleine veranderingen. Neem Overvecht, de wijk waar ik al 28 jaar woon. Dat is niet meer dezelfde wijk als een paar jaar geleden, waar toen meer vandalisme en zichtbare criminaliteit waren. Er zijn nu minder hangjongeren hier. Ik merk ook dat steeds meer mensen in Overvecht willen wonen. En natuurlijk zie ik daar ook de nadelen van: we peppen al die woningen op, we maken ze mooier. Onbetaalbaar voor mensen die afhankelijk zijn van een sociale huurwoning.”

‘Niet ‘weer een projectje’, maar een super betrouwbare gesprekspartner, dát is waar gezinnen mee geholpen zijn’

Je hebt het over zichtbare criminaliteit. Hoe zit het met de onzichtbare criminaliteit? De drugscriminaliteit, jongeren die voor het snelle geld gaan, de afrekeningen in het circuit die zelfs tot ondermijning van de rechtsstaat kunnen leiden? Dat zijn grote problemen …

“Dat is waar. Het heeft ermee te maken dat jongeren niet goed in staat zijn om de juiste keuzes te maken. De oplossing van dit probleem staat hier in Utrecht hoog op de agenda van de burgemeester.”

Ik snap dat je dit probleem niet met jouw stichting oplost. Maar wat zou een begin van een oplossing kunnen zijn?

“Personen en organisaties in het sociaal domein die voor deze doelgroep betrouwbaar zijn, kunnen belangrijk zijn voor de gezinnen waar grote problemen spelen. Dat kan een begin zijn. Het moet dan écht een superbetrouwbaar persoon zijn, iemand met een ingang in dat gezin, die écht gesprekspartner kan zijn. En dat voor een langere duur. Ik zie nu vaak dat er vooral op de korte termijn ergens mee aan de slag wordt gegaan, in een project. Ik denk dat als je verschil wilt maken, zeker met dit soort problematieken, het een zaak van lange adem is. En dat je mensen of partijen daar verantwoordelijk voor moet maken. Ze in staat moet stellen dit voor langere tijd te doen, lang te kunnen leveren. Nu zie je dat projecten even kort, voor zes maanden, worden gedraaid. Daarna stoppen we ze en dan denken we dat het probleem opgelost is. Zo werkt het natuurlijk niet.”