Sinan Can is net terug uit Afghanistan en fietst weer door Nijmegen, de stad

waar hij 44 jaar geleden werd geboren. Het contrast met Afghanistan – vijfduizend kilometer verderop – is enorm. “Het lijkt een andere planeet, een planeet met enorm veel armoede en ellende.”

Het kost hem altijd even om weer te landen in Nederland. Vlak na terugkomst ergert hij zich vaak aan het gezeur en gemopper, bekent hij. “We hebben het hier zó goed. We zijn een van rijkste landen van de wereld en heel veel dingen zijn echt wel goed geregeld.” Maar na een paar weken krijgt hij weer oog voor het Nederlandse perspectief. Je kunt ook niet alles relativeren. “Ook hier hebben mensen hun dagelijkse beslommeringen en gevechten. We zitten nog midden in die toeslagenaffaire. Dit is ook het land waar zo’n 300.000 kinderen leven in armoede of op de armoedegrens, een enorme schandvlek.”

Donkere randjes

Het gaat allemaal om het perspectief. Door het reizen heeft hij daar meer oog voor gekregen. Het heeft hem milder gemaakt. “Soms ga ik naar een land en denk ik alles al te weten. Ik heb me voorbereid, ik voel me historicus, analist en therapeut. Maar dan ga je praten met mensen …” De journalist weet dat dé waarheid maar al te vaak een kwestie van context is. De kunst is om door die bril van een ander te willen kijken.

Dat is wat Can in zijn vaak ontroerende documentaires doet. Hij is geen onzichtbare filmer op afstand. Nee, de grote man luistert, verbaast en verwondert zich. In zijn laatste documentaire ‘Het verraad van Chora’ gaat hij vissen met een ex-militair die in Uruzgan zat. Op reis in Saoedi-Arabië leest en luistert hij tussen de regels door. In Syrië en Irak zag, hoorde en rook hij de oorlog . Zijn afschuw over de gruwelijkheden van IS zijn voelbaar. Soms schiet hij vol.

Door al die reizen is hij zich bewust van zijn Nijmeegse bubbel. ”Natuurlijk denk ik soms: dat zou ik anders doen. Maar dan hoor je over de keuzes die mensen moeten maken en hun drijfveren. Ik hoef geen kinderen op te voeden in een land waar het oorlog is, in een land waar het bijna onmogelijk is dat je ziel geen donkere randjes krijgt.” Mildheid voor de ander, dat lijkt Nederland te zijn kwijtgeraakt. “Ik denk vaak: laten we wat zuiniger zijn op elkaar. We zijn toch gezegend dat we hier wonen en dat kinderen hier in alle veiligheid kunnen opgroeien? Koester dat en gun elkaar wat meer ruimte.”

Holle woorden

Corona heeft veel aan de oppervlakte gebracht. “Het is duidelijk hoe egoïstisch we zijn. Kijk naar de verdeling van de vaccins wereldwijd. Eerst wij. En de rest? Dat zien we dan wel. Maar ook op individueel gebied, mensen die voordringen, die mondkapjesdeal van Sywert van Lienden waar de kranten nu vol van staan. Wat voor mensen hebben we gecreëerd? En die komen hier ook nog mee weg. In dit land ga je voor een bankoverval lang de bak in, maar banken die miljoenen witwassen? Zij krijgen een boete of zelfs applaus omdat ze slim gebruik hebben gemaakt van de regels.”

Niet gek dat veel mensen ontevreden en gefrustreerd zijn. “Rechts-extremistische partijen hebben bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen 28 zetels behaald. Alarmerend: ongeveer een vijfde van het aantal zetels! En dan kunnen we zeggen dat dat allemaal racisten en tokkies zijn, maar we kunnen ons ook gaan verdiepen in waar die onvrede vandaan komt. En dan bedoel ik niet in de talkshow gaan verkondigen dat we ‘meer naar de straat moeten luisteren’. Nee, ga – zonder camera’s – eens écht in gesprek. Wees ook eerlijk over waar de overheid steken heeft laten vallen.”

“Na de Tweede Wereldoorlog hebben we afgesproken solidair te zijn met elkaar, maar dat zijn we alweer helemaal vergeten. De afbraak van de sociale verzorgingsstaat is heel hard gegaan. Het is niet eerlijk om dat allemaal aan de VVD te wijten. Dat neoliberalisme is al ingezet door Paars, door PvdA-leider Kok.” En afbreken gaat sneller dan opbouwen. “Iedereen heeft het nu over de menselijke maat, minder winstbejag, over een inclusieve samenleving. Maar dat zijn heel veel holle woorden. Doe het maar eens. Hoe ga je terug naar dé bedoeling als alles is geprivatiseerd? Wanneer iedereen – huisarts, agent en ambtenaar – targets moet halen en druk is met papierwerk?”

Investeren in geluk

Met een vinger in de lucht verheft hij voor het eerst in het gesprek zijn stem: “Zo’n omslag vraagt om leiderschap en visie. Wat is het Nederland waar je als politiek leider van droomt? Wanneer heb je als premier de klus geklaard? Er zijn mensen die het zoeken in goedkoop nationalisme, trots op Nederland, terug naar de tijd van de VOC. Maar ik zou zo graag willen dat we in een land leven waar we trots zijn op allerlei ándere zaken. Trots dat ouderen niet gekort worden op hun pensioen, trots op een land waar niemand wordt uitgesloten. Niet die conservatieve moslim, niet de boze PVV-stemmer in Crooswijk. Trots op een land waar geen kinderen in armoede leven.”

Sinan Can

(1977) volgde een journalistieke opleiding in Tilburg en deed in 2002 een jaar werkervaring op bij CNN Türk in Istanbul. Hij begon als onderzoeksjournalist bij het VARA-programma ‘Zembla’ en heeft een flink aantal tv-documentaires op zijn naam staan, zoals ‘Uitgezet’ (2013), ‘In het spoor van IS’ (2017), ‘De verloren kinderen van het kalifaat’ (2018) en ‘Voorbij de grenzen van Saoedi-Arabië’ (2019). Datzelfde jaar volgde de serie ‘Sinan zoekt de klas van Elias’. In deze serie gaat Can op zoek naar de Syrische klasgenootjes van Elias die zeven jaar geleden naar Nederland vluchtte vanuit Aleppo. In april 2021 is de documentaire ‘Het verraad van Chora’ uitgezonden over de Slag bij Chora.

'Meer welzijn, minder welvaart, dat is het'

Zijn voorbeeld is de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern. “Ik vind haar fantastisch. Zij zou een reden zijn om daarheen te verhuizen. Ze zegt: ‘We moeten meer investeren in het geluk van mensen, meer in welzijn, minder in welvaart.’ En zo is het.” Bij Ardern blijft het niet bij mooie woorden, verklaart Can zijn bewondering. “Zij heeft een helder doel. Ze kijken daar echt hoe ze de boel eerlijker kunnen verdelen én geven de Nieuw-Zeelander ook verantwoordelijkheid, voor het land, voor de stad, voor de straat. En dat werkt, je merkt het écht aan de sfeer in het land. Zo’n leider gun ik Nederland ook. We hebben visie, passie en meer liefde nodig.”

Maar Nederland lijkt niet het land van grote woorden of stippen op de horizon. “We zijn vaak ongelofelijk zuur en calvinistisch. Het land van de koopmannen en koopvrouwen. We houden niet van emotie, maar wat is daar mis mee? Emotie is toch het tegenovergestelde van onverschilligheid?”

Hoopvol

Een stokpaardje: “Laten we de macht de komende decennia nu eens overdragen aan vrouwen. Wij mannen bestieren de wereld al duizenden jaren en dat heeft alleen maar tot conflict en oorlog geleid. Wie heeft in Europa de meeste visie? Angela Merkel. Ik ben zeer links georiënteerd, maar haar geloof ik. Ze is integer en standvastig. Ze is het blijven opnemen voor de vluchtelingen, met haar ‘Wir schaffen das’. Ze had daar helemaal op stuk kunnen gaan.”

Ondanks zijn kritiek op de huidige visieloze leiders in Nederland is Can niet pessimistisch. “Nee, joh. Het perfecte land bestaat niet. Dit zijn golven die in de geschiedenis passen. En ik weet dat er in ons systeem dagelijks heel veel goeie gewetensvolle mensen aan het werk zijn om het verschil te maken. In de zorg, bij de gemeente, bij ministeries. Er wordt nu moord en brand geschreeuwd over de jeugdzorg. En op metaniveau gaat er inderdaad van alles fout, maar op microniveau maken professionals dagelijks het verschil in het leven van mensen. Zij hebben een manier van werken gevonden om – ondanks het systeem – toch het juiste te doen. Ik kom ze overal tegen, dat stemt hoopvol.”

Een voorbeeld van over de grens, van zijn recente reis in Afghanistan. Can sprak er een man die twaalf jaar ónterecht vastzat in Guantánamo Bay. “Deze man is gemarteld, gewaterboard, hij hoort altijd en alleen nog maar oorsuizen. Hij vervloekt 9/11, hij vervloekt Osama bin Laden en hij vervloekt de Amerikanen die hem hebben opgepakt. Maar één persoon vervloekt hij niet. Dat is een Joods-Amerikaanse mensenrechtenadvocaat die in hem geloofde. Deze man heeft hem vrij gekregen. Niet voor het geld – hij werkt op een klein kantoortje in California – maar omdat hij gelooft in rechtvaardigheid, in de rechtstaat.”

Ernstig: ”Ik kan heel verdrietig zijn over de mensheid. Maar toch geloof ik ook echt in de kracht van mensen. Op de meest duistere plekken kom ik menselijke schoonheid tegen. Liefde, compassie, zorgzaamheid.”