Hij is een politiek dier, zegt Kiza Magendane aan een tafeltje in een café in Amsterdam.

Hij denkt graag na over grote vraagstukken: over identiteit, over burgerschap, over Nederland. “Ik kijk kritisch naar thema’s als discriminatie en uitsluiting, maar mijn boek is óók een liefdesverklaring aan Nederland. Ik heb geen zin om over Nederland te klagen, maar ik wil wel graag meepraten over beleid en onze toekomst.” En dat doet Magendane steeds vaker. Hij schuift regelmatig aan bij talkshows en heeft een column in NRC. “Maar het doet me pijn om te zien dat ik een uitzondering ben. Ik zorg voor verwarring, pas niet in het frame van de zielige vluchteling. Dat is best lastig.”

In het huis Nederland is niet voor iedere Nederlander ruimte aan tafel. Dat is een belangrijk thema in zijn boek. ‘Niet iedere Nederlander mag zich met de inrichting van het huis bemoeien’, schrijft hij. Meedoen, integreren, participatie. Het zijn belangrijke uitgangspunten, ook van de nieuwe Wet inburgering. “Natuurlijk”, zegt Magendane, die in 2007 als politiek vluchteling uit Congo naar Nederland kwam, “werk en onderwijs zijn essentieel om mee te doen, om te kunnen participeren. Maar er is nog een derde laag van belang en dat is of je je ook betrokken mag voelen bij de Nederlandse samenleving.” Juist hierover maakt hij zich zorgen. Is de nieuwkomer een volwaardige gesprekspartner? “Ik vrees dat het daar nog wel aan schort.”

Schilderij

Tijdens een lezing in Barneveld ging Magendane met jongeren in gesprek over burgerschap. Zij vonden dat hij – omdat hij de taal goed spreekt en ‘goed bezig is’ – het recht had om Nederlander te worden. Maar op de vraag of hij als nieuwkomer ook het recht heeft om Zwarte Piet te bekritiseren? Dat was een ‘no-go’, schrijft hij. Een van de jongeren stelde: ‘Het is net alsof een gast in jouw huis komt en besluit een schilderij van de muur te halen. Dat kan toch niet?’

Magendane benadrukt dat hij de jongen niets kwalijk neemt. Nu niet en toen niet. “Ik voelde zijn oprechte verwarring. En ik was zelf ook in de war. Ik realiseerde me toen dat ik, ondanks alles, toch een gast blijf die z’n plek moest kennen.” Hij kwam erachter dat in Nederland onderscheid wordt gemaakt tussen ‘echte Nederlanders’ en de eeuwige migranten. Een heilige tweedeling die gekenmerkt wordt door termen als ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’ of ‘Nederlanders met een migratieachtergrond’. Die laatste groep moet, ongeacht juridische status, van de schilderijen in het huis afblijven. “Met mijn boek hoop ik mensen uit te dagen hierover na te denken. Ook de bestuurlijke elite, ook mensen die het beleid maken en uitvoeren.”

Kiza Magendane

(1992) is in Congo geboren en kwam in 2007 als politiek vluchteling naar Nederland. Hij studeerde politicologie in Amsterdam en Antwerpen en werkt bij The Broker in Den Haag als kennismakelaar in internationale duurzame ontwikkeling. Magendane publiceert essays en reportages in De Groene Amsterdammer en NRC. In die laatste krant heeft hij ook een vaste column.

'Ik zorg voor verwarring, ik pas niet in het frame van de zielige vluchteling'

Diplomademocratie

De ruimte aan de tafel waaraan in Nederland beslissingen worden genomen, is beperkt, stelt hij. En dat gebrek aan diversiteit is een breder probleem in de samenleving. “Dat heeft alles te maken met onze diplomademocratie. Jouw opleiding bepaalt of je mag aanschuiven aan de beslistafel. Je ziet er veel eenheidsworst. Universitair geschoolde mensen, uit Leiden of Groningen. Naar hbo’ers moet je al flink zoeken.”

Met een gebrek aan perspectieven als gevolg. “Kijk naar de toeslagenaffaire, het perspectief van de slachtoffers ontbrak volledig. Daarom heeft dit zo lang kunnen voortduren. Schandalig. Politici en de hoogste ambtenaren kenden waarschijnlijk ook niemand die persoonlijk werd geraakt. Wat dat betreft leven we in een enorm gesegregeerd land.”

Witte raven

Magendane weet dat mensen met ervaringskennis inmiddels overal in Nederland worden omarmd. Ook in het sociaal domein. Juist om dat andere perspectief – van mensen in armoede, mensen met schulden, van voormalige vluchtelingen – mee te nemen. Hij juicht die trend voorzichtig toe. “Niet óver, maar mét mensen praten, dat is een gezond democratisch principe, maar we moeten scherp blijven. Te vaak is het besluit al genomen en wordt voor de vorm ervaringsdeskundigen nog om hun mening gevraagd.”

Het is complex, waarschuwt hij. “Het is goed om je te verrijken met andere perspectieven, maar tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat deze bruggenbouwers, deze witte raven die kunnen navigeren tussen ervaring en expertise, niet representatief zijn voor de doelgroep.” Hij wijst naar zichzelf. “Ik ben gevlucht, ik ben zwart, maar ik ben absoluut geen expert op het gebied van diversiteit of nieuwkomers. De nieuwkomer van nu heeft een heel ander verhaal dan het mijne. We moeten voorzichtig zijn met valse profeten.”

Hekjesdenken

Hij lacht als hij zegt: “‘Behandel me niet als een expert’, waarschuw ik altijd bij een lezing, ‘want ik ga u teleurstellen. Ik ga een verhaal vertellen dat past bij uw hunkering naar houvast, maar we leven in een complexe en snelle tijd. We moeten blijven nadenken, ons voortdurend blijven ontwikkelen.’” Net zoals het huis Nederland en zijn bewoners, vervolgt hij. “Nederlanders zijn door het lot met elkaar verbonden. We delen een paspoort, we betalen belastingen en het coronabeleid raakt ons allemaal. En natuurlijk zijn we het niet altijd met elkaar eens, maar het gaat erom dat we elkaar – ongeacht afkomst of achternaam – in die publieke ruimte kunnen vinden.”

Hij ziet echter dat het wantrouwen tussen de huisgenoten onderling groeit. “De boosheid, de polarisatie, het hekjesdenken, mensen die elkaar uitsluiten, die elkaar niet meer als burger zien: het neemt toe. En dat is volgens mij een heel goede reden om met elkaar in therapie te gaan.”

Wortelzucht

Het zijn bij uitstek beleidsmakers, ambtenaren en sociaal werkers die de taak hebben om het onbehagen in de samenleving aan te pakken, aldus Magendane. “Dit zijn de mensen die er, voorbij alle politieke retoriek, voor kunnen zorgen dat Nederlanders elkaar blijven vinden.” Op die manier kunnen ze volgens hem tegenwicht bieden aan de groeiende wortelzucht, zoals hij het diepe verlangen naar vaste grond in een steeds complexere wereld noemt. “Die zoektocht naar houvast is een reactie op de globalisering. Daarom komen we op voor Nederlandse tradities, normen en waarden die ondergesneeuwd dreigen te raken.”

Politici proberen op allerlei manieren in te spelen op deze wortelzucht, aldus Magendane. Niet alleen Wilders en Baudet, maar ook tal van andere politici proberen vast te leggen wat het Nederlanderschap nu eigenlijk inhoudt, wat die Nederlandse normen en waarden nu precies zijn. “De participatieverklaring die Lodewijk Asscher als minister van Sociale Zaken in 2007 heeft ingevoerd, is daar een voorbeeld van. Nieuwkomers ondertekenen verplicht een verklaring dat zij de kernwaarden van Nederland naleven. Symboolpolitiek die voortvloeit uit die wortelzucht, als je het mij vraagt.”

'Voer gesprekken, luister naar andere verhalen, gun jezelf de tijd om eens goed na te denken'

Wees genadig

Magendane introduceert graag nieuwe woorden, want taal doet ertoe, woorden doen ertoe, weet hij als geen ander. Zéker in een debat over identiteit en burgerschap. Of er woorden zijn waar hij per direct afscheid van wil nemen? Daar hoeft hij niet lang over na te denken. “‘Nederlander met een migratieachtergrond’, daar moeten we mee stoppen. Uiteindelijk zijn we toch allemaal migranten? We zijn in ieder geval allemaal migranten in de tijd. Je hoeft niet te emigreren om vervreemding te ervaren.” Politici zijn politieke ondernemers, zij spelen graag met emoties, gaat hij verder. “Maar ik geloof dat beleidsmakers en mensen in de uitvoering kijken naar de lange termijn en dat juist zij kunnen bijdragen aan het verbinden van Nederlanders.”

Op de vraag of er dan geen ambtenaren zijn met wortelzucht, is het even stil. Magendane kiest zijn woorden zorgvuldig. “Ik wil mensen niet zomaar beschuldigen, dat is te makkelijk. Ik ken ook progressieve ambtenaren. Maar ik kan me wel voorstellen dat zij soms door het systeem in bepaalde denkpatronen belanden. En dat je mensen dan als een bepaalde groep gaat zien, in een keurslijf zet. De enige manier om daaruit te breken, is door gesprekken te voeren, door naar andere verhalen te luisteren. Gun jezelf de tijd om eens goed na te denken. We zijn nu eenmaal tot één huis veroordeeld. Als de wil er is om samen een toekomst te bouwen, dan is dát het begin.”

De huisgenoten moeten genadig voor elkaar zijn. Magendane pleit zodoende voor compassie en ruimte om elkaar te leren kennen. “Begrijp me niet verkeerd, dit is absoluut geen pleidooi tegen activisme, maar je hebt ook stemmen zoals ik nodig. Kritisch, maar iets milder van toon.”