Bestaanszekerheid was hét thema tijdens de verkiezingen,

maar in het hoofdlijnenakkoord dat PVV, VVD, NSC en BBB in mei opstelden komt het er bekaaid vanaf. Vooral veel losse flodders, geen samenhangende, structurele aanpak, waarschuwen deskundigen. “Het advies van de Commissie Sociaal Minimum om de bijstand en het minimumloon te verhogen, wordt niet overgenomen. Mensen met onvoldoende inkomen blijven nu afhankelijk van toeslagen en lokale ondersteuning – precies de situatie die de commissie juist wilde beëindigen”, zegt ook Herm Kuipers, directeur sociaal domein bij de gemeente Amersfoort en bestuurslid van Divosa.

Guido van Vulpen, wethouder Sociale Zaken en Financiën in Wageningen voor GroenLinks, ziet daarnaast weinig vooruitgang in het jeugdzorgdossier. “De coalitie gaat door met de hervormingsagenda, wat op zichzelf prima is. Maar als je breder kijkt, dan zie je dat de verontrustende ontwikkelingen op het vlak van de mentale gezondheid van jongeren totaal worden genegeerd. Er is alleen aandacht voor ggz in relatie tot veiligheid. Of kijk naar de vergrijzing: geen woord over de verhouding tussen zorgvraag en zorgaanbod die steeds verder uit het lood slaat.”

'De druk op de asielopvang zal alleen maar toenemen, net als dakloosheid; dat is een hard gelag'

In het akkoord staan veel maatregelen om te zorgen dat ‘werken gaat lonen’. Minder aandacht is er voor de mensen voor wie werken niet haalbaar is. Kuipers: “Gemeenten moeten in staat worden gesteld om inwoners te begeleiden naar andere zinvolle vormen van participatie. Zeker omdat er nu ook steeds meer jongeren in de bijstand komen die vroeger in de Wajong zaten. In Amersfoort doen we ons best om die groep te ondersteunen, maar 100 procent uitstroom naar werk is een illusie.”

Een ander onderwerp waarover gemeenten zich zorgen maken, is de opvang van asielzoekers. Het nieuwe kabinet wil de spreidingswet intrekken en geeft statushouders geen voorrang meer op de sociale huurmarkt. Van Vulpen: “Omdat de instroombeperkende maatregelen op korte termijn nog geen effect hebben, zal de druk op de asielopvang alleen maar toenemen. Net als dakloosheid. Dat is een hard gelag voor een gemeente als Wageningen, die het streven letterlijk neemt dat er geen mensen op straat mogen leven.”

Tips voor meer slagkracht in onzekere tijden

Bereid je voor op de situatie dat er minder geld beschikbaar komt. Bijvoorbeeld zo:

  • Stel prioriteiten. Kijk kritisch naar de haalbaarheid van je plannen en de relevantie van al je eerdere beleid.
  • Ga met de stofkam door de gemeentelijke voorzieningen in wijken en durf afscheid te nemen van regelingen die je minder belangrijk vindt.
  • Neem ook de uitvoerbaarheid mee: hoe ga je om met de vergrijzing en een gebrek aan handen?
  • Overweeg om individuele voorzieningen om te zetten in collectieve. Denk aan groepsgewijze opvoedondersteuning en dagbesteding.
  • Ga in gesprek met het Rijk over wat gemeenten nodig hebben aan mensen en geld om al het werk te kunnen doen, of dat haalbaar is en zo niet: over plan B.

Ravijn

Genoeg redenen tot zorg dus. Tegelijkertijd staan de gemeentelijke financiën onder druk. Het vorige kabinet heeft de financieringssystematiek veranderd: vanaf 2027 bepaalt niet de rijksbegroting meer hoeveel geld er naar het gemeentefonds gaat, maar de gemiddelde groei van het bruto binnenlands product (bbp).

Het Rijk denkt dat dit voor meer stabiliteit zorgt. Gemeenten zijn echter vooral bang dat ze minder geld gaan ontvangen. En dat is geen ondenkbeeldige vrees, alleen al omdat de Wmo-kosten door de vergrijzing sneller stijgen dan het bbp. De manier van berekenen is voor gemeenten van groot belang, aangezien gemiddeld 80 tot 90 procent van hun inkomsten uit het gemeentefonds komt. Tot en met 2025 is het oude systeem nog van kracht. In 2026 zitten gemeenten tussen twee systemen in. Dit jaar wordt in de wandelgangen het ‘ravijnjaar’ genoemd: een term die weinig aan de verbeelding overlaat.

“Aanvankelijk leek het erop dat gemeenten in 2026 3 miljard minder zouden krijgen. Omdat het oude kabinet de opschalingskorting – de ‘boete’ die gemeenten kregen als ze niet fuseerden tot 100.000+-gemeenten – definitief van tafel heeft gehaald, wordt dit gat verkleind met 675 miljoen euro. Maar het is nog steeds een ravijn – en in het hoofdlijnenakkoord is dit niet ongedaan gemaakt”, zegt Marco Pot van adviesbureau BDO, dat ieder jaar de financiële gezondheid van gemeenten beoordeelt en vastlegt in een benchmark.

Spaarrekening

Het nieuwe kabinet hevelt een groot aantal specifieke uitkeringen over naar de algemene uitkering. Kuipers: “Goed voor de autonomie en keuzevrijheid van gemeenten, maar dit gaat wel gepaard met een bezuiniging van 10 procent. Ofwel: een min van 638 miljoen.” Daar komt bij dat de nieuwe coalitie 100 miljoen bezuinigt op het bijstandsbudget, waarmee zij anticipeert op de verwachte terugloop van de asielinstroom. Maar of en wanneer die terugloop wordt gerealiseerd, is natuurlijk nog maar de vraag.

Pot signaleert ook dat het hoofdlijnenakkoord een maximale stijging van de onroerendezaakbelasting (ozb) noemt. “Het Rijk knijpt het gemeentefonds af én snijdt zo de route af om via de ozb de eigen inkomsten te verhogen, ook al gaat het hierover nog in gesprek met gemeenten.”

Goed nieuws is dat de geplande bezuinigingen van 500 miljoen in 2025 en 511 miljoen euro vanaf 2026 op de jeugdzorg zijn geschrapt. “Dit neemt niet weg dat de kosten van de jeugdzorg nog steeds stijgen. Gemeenten doen hun best om de instroom te beperken, maar het Rijk voldoet niet aan zijn deel van de afspraak. Namelijk: wetgeving maken over de reikwijdte van de jeugdzorg. Het kromme is dat de bezuinigingen die daaruit moesten voortvloeien, wél al zijn ingeboekt”, zegt Kuipers.

Positief is ook dat er een aparte financiering voor de Wmo komt. Pot: “Daarvoor is 75 miljoen gereserveerd in 2026, oplopend tot 300 miljoen in 2029. Vanwege de vergrijzing heeft de Wmo een open einde; er is geen budgettair plafond. Dat risico komt op deze manier wat minder bij gemeenten te liggen.” Voor een volledig beeld is het goed te vermelden dat alle gemeenten gezamenlijk 40 miljard aan reserves hebben. Deze reserves zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen doordat gemeenten ieder jaar geld overhielden.

“De mogelijkheden waren altijd beperkt om dit geld in te zetten als dekkingsmiddel in de begroting”, zegt Pot. “Maar onlangs heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken de regels wat verruimd. Dat scheelt dus iets, hoewel het te simpel is om te zeggen: gemeenten, maak jullie spaarrekening maar leeg.”

Niet voor de gezelligheid

Zoals het zich nu laat aanzien, stroomt er straks dus een stuk minder geld naar gemeenten. Het aantal wettelijke taken blijft echter gelijk. ‘Wij worden geacht een aantal taken uit te oefenen, door het Rijk bepaald, door het Rijk omschreven, door het Rijk geregeld. Dat zijn geen dingen die we voor de gezelligheid doen. Of omdat we maar iets te kiezen hebben’, verwoordde oud-VNG-voorzitter Jan van Zanen het in zijn afscheidsinterview in NRC.

Er komen zelfs nieuwe taken bij, onder meer op het vlak van de woningmarkt en de energietransitie. En de ‘oude’ taken zijn de afgelopen jaren alleen maar omvangrijker en complexer geworden.

Pot: “Wij zien dat gemeenten enorme moeite hebben om grip te krijgen op de jeugdzorg, op het aantal jeugdigen dat binnenkomt en het contractmanagement met aanbieders. Je kunt je afvragen in hoeverre gemeenten geëquipeerd zijn voor zulke specialistische taken en echt invloed hebben op de ontwikkeling van de kosten. Hierdoor lopen ze grote financiële risico’s.”

De VNG wil dan ook dat het kabinet-Schoof het gemeentefonds op orde brengt en de balans tussen taken en middelen herstelt: geld erbij of taken eraf. “Die balans is inderdaad zoek”, beaamt Pot. In de laatste benchmark ziet BDO een ‘overwegend rood gekleurd financieel landschap’ en constateert dat slechts 57 van de 342 gemeenten verwachten genoeg geld te hebben om hun wettelijke taken te kunnen uitvoeren. Pot waarschuwt voor bezuinigingen. “Tot nu toe werden vooral belastingen verhoogd. Bezuinigingen raakten sport en cultuur, maar nu gaan er vermoedelijk ook klappen vallen bij de jeugdzorg, infrastructuur, de openbare ruimte en openbare orde en veiligheid.” VNG-voorzitter Sharon Dijksma spreekt over ‘dreigende verschraling in dorpen en steden’. En over noodzakelijke meerjarige investeringen in klimaat, wonen en asiel die op de helling komen te staan.

'De ondergrens van lokale voorzieningen in het sociaal domein komt wel in zicht'

Zorginfarct

De gemeente Amersfoort heeft een paar jaar geleden al 10 miljoen euro omgebogen om de stijgende kosten in het sociaal domein te dekken, en moet nu nog 20 miljoen bezuinigen om de begroting sluitend te krijgen. “Dat proberen we te realiseren door de zaken anders en beter te organiseren. Minder overhead en interne reorganisatie bijvoorbeeld”, zegt Kuipers.

“Daarnaast brengen we het aantal jeugdzorgaanbieders terug van driehonderd naar één, komen er minder beschermd wonen-plekken en zetten we meer in op ambulante zorg voor deze doelgroep. Al met al moeten we een groot bedrag zien te halen, dat klopt, en de ondergrens van de lokale voorzieningen in het sociaal domein komt wel in zicht.”

Kuipers verwacht verder dat gemeenten de doelen van het Integraal Zorgakkoord niet kunnen halen. “Het is de bedoeling dat wij het medisch domein ontlasten, onder meer met val- en verslavingspreventie en de inzet van welzijnswerk bij psychosociale klachten. Maar daar moet je dan als gemeente wel geld voor hebben. Als dat er niet is en de zorgvraag – ook door de vergrijzing – alleen maar stijgt, dan ontstaat het risico op een zorginfarct.

Hetzelfde doet zich voor in de jeugdzorg: we moeten een beroep doen op het voorliggende veld om de professionele jeugdzorg te ontzien, maar wat als er geen geld is om welzijnsorganisaties, wijkcentra en andere maatschappelijke partners in de lucht te houden?”

Voor Wageningen is het leed nog wel te overzien, denkt Van Vulpen. “Als zogeheten nadeelgemeente kregen wij tien jaar geleden een fiks hogere korting dan gemiddeld door een andere verdeling van het gemeentefonds. Toen hebben we dus al enorm bezuinigd en daar plukken we nu de vruchten aan.” Maar hij weet dat er voor andere gemeenten zware tijden aanbreken. “Een derde overweegt bibliotheken of buurthuizen te sluiten. Dat is kwalijk in een tijd dat de spanningen in de samenleving toenemen. Want het zijn juist dit soort ontmoetingsplekken die zorgen voor samenhang.”

Wageningen heeft in ieder geval niet de financiële armslag om te voorzien in de woningbouwopgave, vervolgt hij. “Op een totaal van 11.000 woningen moeten we er 3.000 bij bouwen. Het lukt ons als gemeente onvoldoende om een actief grondbeleid te voeren, om gronden aan te kopen en zelf woningen te ontwikkelen. Dat is zorgelijk, aangezien bestaanszekerheid begint met een dak boven je hoofd.” Ook de huidige asielopvang komt in gevaar. “Op dit moment vangen we in Wageningen vier keer zoveel mensen op als de spreidingswet voorschrijft. Maar dit wordt moeilijk vol te houden als de financiële compensatie hiervoor afneemt, zoals het nieuwe kabinet van plan is.”

'Durf afscheid te nemen van regelingen die je minder belangrijk vindt'

Afscheid nemen

De lobby van de VNG en Divosa om de bezuinigingen op het gemeentefonds ongedaan te maken, gaat onverminderd voort. Of de nieuwe coalitie van zins is de gemeenten tegemoet te komen, moet nog blijken. In de tussentijd moeten zij zich voorbereiden op de situatie dat er minder geld beschikbaar komt, adviseert Pot. “Dat betekent prioriteiten stellen. In iedere gemeentelijke begroting staat op pagina 4 een prachtige tabel met nieuw beleid en nieuwe investeringen. Maar ik kom nooit een lijstje tegen met dingen die ze niet meer doen.”

“Ons advies is: kijk kritisch naar de haalbaarheid van je plannen en de relevantie van al je eerdere beleid. En durf afscheid te nemen van regelingen die je minder belangrijk vindt. Het is zonde om te gaan bezuinigen voordat je deze exercitie hebt gedaan.”

Dat gemeenten vaak beleid op beleid stapelen en huiverig zijn om keuzes te maken, heeft volgens Pot te maken met politieke ambities. “Bijna alle wethouders willen graag punten uit hun eigen verkiezingsprogramma terugzien in de begroting en het ontbreekt dikwijls aan een mechanisme om ook te kijken naar welk oud beleid je dan inruilt.” In Amersfoort proberen ze die kritische blik wel te hanteren, zegt Kuipers. Zo zijn ze met de stofkam door het aantal gemeentelijke voorzieningen in wijken heengegaan. “In één wijk bleken er honderd interventies te zijn, zoals taalscholen en budgetbegeleiding. Dat is ontstaan vanuit de beste bedoelingen, maar kan natuurlijk wel wat efficiënter.”

Personeelstekorten

Niet alleen een gebrek aan geld, maar ook de krapte op de arbeidsmarkt vermindert de slagkracht van gemeenten. Pot: “Het personeelstekort maakt het nu al lastig om de reguliere taken uit te voeren, laat staan de vele taken die nog op gemeenten afkomen. De uitvoerbaarheid moet je ook meenemen als je nadenkt over je prioriteiten.”

Kuipers verwacht dat het gebrek aan menskracht alleen maar nijpender wordt. “Ik zie voor mijn ogen een nieuwe crisis ontstaan als ik denk aan de vergrijzing en het dalende aantal zorgmedewerkers. De rijkere Nederlanders zorgen wel dat ze de juiste zorg krijgen, maar de meest kwetsbaren zullen de dupe worden. En wat doet dat met de polarisatie, radicalisering en het wantrouwen in instituties?” Gemeenten hebben hierbij ook een verantwoordelijkheid, benadrukt hij.

“We moeten niet alleen naar het Rijk kijken voor meer geld, maar zelf ook bedenken hoe we kunnen omgaan met een tekort aan ‘handen’. Dat kan bijvoorbeeld door individuele voorzieningen om te zetten in collectieve. Groepsgewijze opvoedondersteuning en dagbesteding bijvoorbeeld.” Dat is een minder prettige boodschap voor inwoners, erkent hij, iets wat politieke moed vraagt.

“Het zou goed zijn als gemeenten die niet in hun eentje hoeven doen, maar samen met het Rijk.” Deze tijd vraagt volgens hem een fundamenteel gesprek over de verhouding tussen overheid en inwoners. “Wat mogen we van elkaar verwachten? Wat moeten mensen zelf doen en wanneer kunnen ze een beroep doen op de overheid?”

Eén overheid

Dit gesprek over een nieuw sociaal contract – om NSC-leider Omtzigt aan te halen – moeten gemeenten voeren met het Rijk, als het aan Kuipers ligt. Over de financiën zijn in Den Haag ook nog wel wat noten te kraken, en Marco Pot van BDO adviseert om eveneens in gesprek te gaan over de inhoud. “Bij de grote maatschappelijke opgaven – de energietransitie, woningbouw, asiel, bestaanszekerheid en jeugdzorg – spelen gemeenten een onmisbare rol. Het is nu meer dan ooit nodig om met het Rijk te praten over wat gemeenten nodig hebben aan mensen en geld om dat werk te kunnen doen, of dat haalbaar is en zo niet: over plan B.”

Ook de VNG pleit voor een goede samenwerking met het Rijk, omdat gemeenten cruciaal zijn voor de ambities van het nieuwe kabinet. Toch heerst er momenteel enige spanning tussen beide overheidslagen. ‘Je kunt niet tegelijk veel middelen onttrekken aan het gemeentefonds, verwachten dat gemeenten de lokale voorzieningen overeind houden en hun aandeel nemen in het verwezenlijken van het hoofdlijnenakkoord’, aldus de VNG.

Indien nodig schuwt voorzitter Dijksma het verzet niet. ‘Dan gaan we de barricaden op.’ Van Vulpen is het met haar eens. “Als het gesprek niets uithaalt en wij taken moeten verrichten waarvoor we niet voldoende middelen krijgen, tja, dan kunnen wij onze rol niet meer vervullen. En dan wordt het lastig om nog te spreken over één overheid.”

Bijeenkomst Divosa

Divosa organiseert op 19 september een bijeenkomst over de Prinsjesdagplannen van het nieuwe kabinet. Experts duiden de gevolgen voor het sociaal domein en gemeenten bespreken verschillende uitvoeringsscenario’s. Speciale aandacht is er voor de overheveling van de specifieke uitvoeringen en de voorbereiding op het ravijnjaar. Meld je aan via de bijeenkomstpagina op divosa.nl.