“De politiek maakt zich zorgen over het maatschappelijk onbehagen dat al een tijd leeft in onze samenleving. En over de onzekerheid die inwoners ervaren – en die almaar toeneemt. We hebben onszelf als WRR-commissie afgevraagd hoe we een nieuw licht kunnen werpen op deze veel bestudeerde thema’s.”
En in het ‘gripdenken’ hebben jullie de sleutel gevonden?
“Maatschappelijk onbehagen is lang beschouwd als een meer collectieve beweging: zo kijken we met elkaar tegen de samenleving aan. Maar dat dit ook een gevolg kan zijn van gebeurtenissen in het persoonlijk leven, daaraan wordt voorbijgegaan. Uit onderzoek blijkt dat de persoonlijke struggles van mensen en het gebrek aan controle dat ze ervaren medebepalend zijn voor dat maatschappelijk onbehagen. Daardoor krijgen mensen het gevoel dat het niet goed gaat met de samenleving.”
Een onderbuikgevoel, niet meer dan dat?
“Jawel, het effect van onvoldoende grip ervaren gaat verder. We weten dat er samenhang is met denkbeelden die niet per se bevorderlijk zijn voor een goed functionerende democratie. Mensen krijgen bijvoorbeeld een voorkeur voor ‘sterke leiders’. Bovendien is overtuigend bewezen dat onzekerheid in combinatie met weinig controle een negatief effect heeft op de fysieke en mentale gezondheid. Ook tast het de levenstevredenheid aan.”
Oké, dat pleit voor meer grip dus. Maar waar hebben we het precies over?
“Je moet het zien als de mate waarin mensen in staat zijn door eigen handelen hun omgeving effectief te beïnvloeden, om zo hun doelen te bereiken. Omgevingscontrole, zo kun je het ook noemen. Precies waar het veel mensen nu aan ontbreekt. De laatste jaren is aangestuurd op zelfredzaamheid en persoonlijke verantwoordelijkheid.
Probleem is dat niet iedere inwoner altijd over de capaciteiten beschikt om het eigen gedrag goed te reguleren. Dan weet iemand misschien wel wat die zou móeten doen, maar lukt het om allerlei redenen even niet om daar ook echt naar te handelen. Daar komt bij dat de overheid niet altijd de juiste condities schept voor mensen om die eigen verantwoordelijkheid te kunnen nemen en persoonlijke levensdoelen te realiseren.”
Wat is er dan nodig om meer grip te ervaren of te krijgen?
“Wij pleiten in het rapport voor een eerlijke verdeling van middelen, mogelijkheden en rechten. Denk aan voldoende toegang tot of beschikking over opleiding, inkomen en gezondheid. In hoeverre stelt de overheid je in staat om bijvoorbeeld gedurende je loopbaan te variëren in het aantal uren dat je werkt? Of om in een gezonde omgeving te leven?
Denk ook aan de kans om een vast contract te krijgen of toegang tot goede gezondheidszorg. Bij rechten draait het bijvoorbeeld om de vraag of rechtsbijstand binnen ieders bereik ligt. Daarnaast is een ‘navigeerbare omgeving’ belangrijk. Daarmee bedoelen we: begrijpelijke, doenlijke en stabiele regels. En hulp in de buurt voor wie er zelf niet uitkomt.”
Met als doel om elke vorm van onzekerheid weg te nemen?
“Nee, we snappen dat niet alles bereikbaar en maakbaar is; je kunt niet alle onzekerheden uit het leven bannen. Aan de andere kant: onzekerheid als een fact of life beschouwen – met het motto ‘wen er maar aan’ – is ook te kort door de bocht. In ons rapport beschrijven we een derde optie: de middenweg, waarbij grip en onzekerheid met elkaar in balans zijn. Het principe van eigen verantwoordelijkheid blijft overeind. Maar we stellen voor dat de overheid net zo goed haar verantwoordelijkheid neemt en burgers zoveel mogelijk in staat stelt om datgene te bereiken wat ze belangrijk vinden.”
In het kort
Wat en door wie: Grip, het maatschappelijke belang van persoonlijke controle, een advies aan de regering uit naam van de voltallige Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Geschreven door onder anderen Will Tiemeijer.
Doelstelling: De WRR wil verschijnselen als maatschappelijk onbehagen beter begrijpen en een ander perspectief bieden voor het regeringsbeleid.
Opvallend omdat: Het rapport heeft een gedragswetenschappelijke insteek. De adviezen zijn gebaseerd op de uitkomsten van psychologisch onderzoek. Het rapport is te downloaden via wrr.nl.
Op papier een prachtig ideaal, maar hoe werkt het in de praktijk?
“Het is een abstract gedachtegoed dat zich niet makkelijk laat vangen in een set richtlijnen. Dat hebben we dan ook niet geprobeerd. Wel geven we een aantal hulpmiddelen mee. We hebben in kaart gebracht wat op het gebied van middelen, mogelijkheden en rechten bijdraagt aan grip. En wat grip juist ondermijnt. Bovendien schetsen we een aantal voorbeelden van de gedeelde verantwoordelijkheid die we voor ons zien. Een van de casussen die we beschrijven is de aanleg van het windmolenpark bij Zeewolde. Meer dan 90 procent van de boeren, bewoners en ondernemers in het buitengebied is lid van de ontwikkelvereniging en denkt mee over de verdeling van de lusten en de lasten. Ze hebben dus op grip op iets wat hen direct aangaat.”
Mooi, maar wat kan de gemiddelde beleidsadviseur ermee? Hoe zorgt die voor meer grip?
“Die helpen we op weg met richtinggevende vragen. Zoals: Welke doelen streven inwoners na? Wat is redelijkerwijs gezien mogelijk en haalbaar voor mensen? We doen vooral de oproep om af en toe de tijd te nemen voordat je een advies of beleidsstuk uitwerkt. Ga eens in de schoenen staan van die inwoner en bedenk wat die wil bereiken in het leven. Wat zit daarbij in de weg? Wat geeft meer controle? En waar kan het beter?”
Als je het zo stelt, klinkt het vrij eenvoudig.
“Het is ook tamelijk voor de hand liggend, maar deze manier van denken zit nog veel te weinig in de genen van beleidsvormende instanties. Die denken vaak vanuit een economisch, juridisch of financieel kader. En niet vanuit van de mens.”
Wanneer is jullie missie geslaagd?
“Mijn persoonlijke ultieme wens is dat in het regeerakkoord het idee van persoonlijke verantwoordelijkheid wordt vervangen door het principe van gedeelde verantwoordelijkheid. Maar ik ben al heel tevreden als beleidsmakers af en toe een andere bril opzetten en met de inwoner in gedachten meer grip organiseren.”