die met hun ‘zorghart’ ‘onderbetaald’ de ‘handen aan het bed’ leveren van al die mensen die hulp en ondersteuning nodig hebben. Maar in de zorg blijken er dus ook gewoon foute types rond te lopen (word wakker Marije!). Types die de gemeente tillen om de eigen zakken vol te laden met kostbaar zorggeld.
Om wat voor aantallen gaat het?
Ja mensen, het gaat om fraude, dus dat is per definitie heel lastig in beeld te brengen. De meest concrete en recente indicatie komt van het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ). In 2019 kregen zij 186 signalen binnen over mogelijke fraude bij de Wmo. En 21 meldingen over fraude in de gemeentelijke jeugdzorg. De meeste signalen van fraude gaan over beschermd wonen, individuele begeleiding en dagbesteding. Het aantal meldingen groeit met de jaren, maar vooral omdat steeds meer gemeenten signalen doorgeven. Het beeld is dus lang niet compleet.
En om wat voor bedragen gaat het?
Bij fraude gaat het meestal om een kleine groep die het voor de rest verpest. Maar stel je voor. In 2018 gaven gemeenten 6,5 miljard uit aan Wmo-voorzieningen en 5,1 miljard aan jeugd. Zelfs als fraude maar een miniem percentage van de uitgaven beslaat, gaat het vaak al om miljoenen, zo niet honderden miljoenen euro’s per jaar. VNG Naleving stelt dat een kleine frauduleuze zorgaanbieder een gemeente al voor enkele tonnen tot wel miljoenen euro’s per jaar kan oplichten.
Verklaart dit de financiële tekorten bij gemeenten?
Nee, natuurlijk niet. De meeste mensen die slachtoffer worden van dit soort bedrijven, hebben wel gewoon zorg nodig. Ze krijgen die nu alleen niet of nauwelijks of in belabberde vorm. Een gemeente die een malafide ondernemer aanpakt, moet uiteindelijk de zorg voor de cliënten door een ander bedrijf laten uitvoeren. Hopelijk levert die meer waar voor hetzelfde geld en betere resultaten, maar dat betekent niet per se dat de kosten voor de gemeente dalen. Fraude bestrijden is dus niet meteen kassa. Je doet het omdat je mensen goede zorg gunt en het belangrijk vindt dat geld voor de zorg naar de zorg gaat.
Wanneer noem je iets fraude?
De basis voor zorgfraude is een declaratie die niet klopt met wat er werkelijk geleverd is of met wat er werkelijk nodig is. Zorgfraude betekent ook dat iemand dat opzettelijk doet om daar financieel gewin uit te halen.
Hoe ziet dat er concreet uit?
Daar blijken dus 63 manieren voor te zijn en de meest gebruikte hebben te maken met creatief boekhouden. Het gaat bijvoorbeeld om zorg die wel is betaald, maar niet is geleverd. Maar denk ook aan facturen sturen voor duurdere zorg dan daadwerkelijk nodig is. Of beknibbelen op de kwaliteit van de zorg en de tarieven daar niet op aanpassen. Bijvoorbeeld door slechter gekwalificeerd personeel in te zetten dan beloofd.
Waar ligt de grens tussen frauderen en niet-frauderen?
Nou, dat vind ik een lastige vraag. De omvang van de zorgbehoefte blijft toch altijd een beetje subjectief en er zijn altijd inhoudelijke argumenten te bedenken waarom er méér hulp en duurdere zorg nodig is. En ik kan me eerlijk gezegd ook best voorstellen dat zelfs rechtschapen aanbieders soms op het randje opereren. Iedereen wil zijn personeel aan het werk houden en de vaste kosten afdekken. Zeker als de marges dun zijn. En waar ligt eigenlijk de grens tussen reclame maken en ronselen?
Wat kun je als gemeente tegen fraude doen?
Het is nu nog ‘tamelijk gemakkelijk’ om fraude te plegen dus gemeenten moeten aan de bak, stelt VNG Naleving. En hoewel er de afgelopen jaren stappen zijn gezet, valt er nog een ‘wereld te winnen’. De eerste stap is om zorgfraude als bestuurlijke prioriteit te benoemen en er in de hele organisatie oog voor te hebben. Overal is alertheid en bewustwording nodig: van de afdeling inkoop en contractmanagement, die heldere regels moet opstellen, tot aan de inwoners die moeten weten wat ze van een zorgaanbieder mogen verwachten, en wat niet (in ieder geval geen Playstation of koffiezetapparaat).
Marije van Dodeweerd
Marije van Dodeweerd is procesmanager bij Divosa en belicht in Sprank recente onderzoeken in het sociaal domein.
Kijk verder dan de zorgcowboys
Kleine zorgaanbieders die woekerwinsten binnen harken, heten tegenwoordig zorgcowboys. Maar onder de twijfelachtige zorgaanbieders kunnen ook bedrijven zitten die met oprechte bedoelingen zijn opgericht. Deze organisaties leveren prima zorg, maar krikken hun inkomsten op door systematisch en opzettelijk te veel uren te declareren of door administratiekosten in rekening te brengen, terwijl dat eigenlijk niet mag. Via deze kaasschaafmethode kunnen er uiteindelijk grote bedragen aan zorggeld onrechtmatig weglekken, waarschuwt VNG Naleving