Spin in het web, aanjager, onafhankelijk en goed ingebed in de arbeidsmarktregio.

Zie hier in het kort de functieomschrijving van de regiocoördinatoren van Divosa. Hun opdracht: gemeenten helpen bij het vormgeven van de regierol die het nieuwe inburgeringsstelsel hun geeft. Deze werkwijze is niet ongebruikelijk. Divosa zette al eerder regiocoördinatoren in bij de voorbereiding van gemeenten op de uitvoering van nieuwe wetten, zoals de Wet werken naar vermogen en de Participatiewet. Ook waren zij in 2016, 2017 en 2018 betrokken bij het project ‘Screening en matching vergunninghouders’, dat gericht was op de integratie en participatie van statushouders vanaf dag één.

“Divosa heeft goede ervaringen met deze netwerken in de regio”, zegt projectcoördinator inburgering Anneke Boven. “Het werkt twee kanten op. De regiocoördinatoren geven ons informatie uit het veld. Bij de veranderopgave inburgering bijvoorbeeld: hoe staat het met de aanbesteding van inburgeringstrajecten in het land? Welke inkoopmethoden worden waar gehanteerd? Uitvoeringsproblemen krijgen we zo snel in beeld. Als blijkt dat deze op meerdere plaatsen spelen, schakelen we de VNG of het ministerie in. Andersom komen ontwikkelingen en geluiden uit Den Haag dankzij de regiocoördinatoren snel terecht op de juiste plaatsen in het hele land.”

Centraal aanspreekpunt

Volgens Joost Bruggeman, regiocoördinator in Holland Rijnland, vinden gemeenten het prettig om één centraal aanspreekpunt te hebben. “Bij ons kunnen zij terecht met hun vragen en opmerkingen en indien nodig zetten we deze door naar het projectbureau van Divosa. De regiocoördinatoren treffen elkaar ook op bovenregionaal en landelijk niveau. Samen vormen we een energiek netwerk, waarin we ervaringen en kennis uit de praktijk delen, knelpunten in de uitvoering in kaart brengen en oplossingen bedenken en verder verspreiden.”

De gemeenten in de Achterhoek waren blij met de ondersteuning van regiocoördinator Renske Waardenburg. “Dit zijn acht relatief kleine gemeenten en de uitvoering van de inburgeringswet is voor hen best complex. De regionale samenwerking waar de wet op hamert, is juist voor hen heel belangrijk. Omdat ze minder financiële middelen en mensen hebben, trekken ze gezamenlijk op. Dat betekent wel dat ze te maken hebben met verschillende visies en colleges. Alle gemeenten hebben succesfactoren waaraan zij, terecht, willen vasthouden – samenwerking met bepaalde maatschappelijke partners of een goedlopend taalcafé bijvoorbeeld.”

‘Het valt mij op hoe sterk de uitvoeringspraktijk zelf is in het vinden van oplossingen’

Vertrouwensbasis

De regiocoördinatoren leren van elkaar en inspireren elkaar. Boven: “Vaak werken zij al jaren samen en is er een vertrouwensbasis. Ze wisselen ideeën en best practices uit. Daardoor hebben ze het gevoel dat ze bijdragen aan een groter geheel.” Bruggeman, die al regiocoördinator was bij de screening en matching, denkt vooral met een warm hart terug aan de eerste jaren. “Ik hield van het schakelen tussen werkgevers, gemeenten en onderwijs om statushouders zo snel mogelijk richting werk of een opleiding te brengen. Dat komt ook door mijn persoonlijke achtergrond: ik kom uit de wereld van re-integratie en onderwijs. Het traject rond de veranderopgave was vooral gericht op de wijzigingen in wet- en regelgeving en daardoor procesmatiger van aard. Maar er zijn ongetwijfeld regiocoördinatoren die juist dat deel van het werk waardeerden.”

Waardenburg vindt het leukste onderdeel van haar werk om verschillende mensen en expertises samen te brengen. “Dan ontstaat er een nieuwe dynamiek. Wij hebben meerdere pilots gedaan, waardoor alle betrokkenen elkaar goed hebben leren kennen. Denk aan de pilot ‘Powervrouwen’, de pilot ‘Brede intake en persoonlijk plan inburgering en participatie’ en een onderzoek naar de meerwaarde van sleutelpersonen. Er komt nu nog een pilot aan waarin we uitzoeken of het verstandig is om statushouders een korte training te geven als voorbereiding op de leerbaarheidstoets. Mogelijk verkleint dit het risico dat zij in de verkeerde inburgeringsroute worden geplaatst.”

Communities of practice

Iedere arbeidsmarktregio heeft een eigen regiocoördinator. In totaal zijn het er dus maar liefst 35. De organisatie hiervan vergt natuurlijk wel de nodige inspanningen van Divosa. Bruggeman: “Ik werk al sinds 1990 in deze wereld en heb nog niet eerder meegemaakt dat een landelijk project zo goed werd aangestuurd.” Voor Divosa is het mooi om de grote variëteit en creativiteit in de uitvoering te zien. Boven: “Iedere gemeente legt andere accenten. Dat maakt het een heel rijk project. Het valt mij op hoe sterk de uitvoeringspraktijk zelf is in het vinden van oplossingen. Als je van bovenaf regels of voorwaarden stelt, dan mis je dat allemaal.”

Toch komt er binnenkort een einde aan de inzet van de regiocoördinatoren. De rol van Divosa verandert: zij gaat nu zogeheten communities of practice voor de inburgering opzetten. “Het inburgeringsstelsel is een lerend stelsel. We wachten niet op een evaluatie na drie of vijf jaar, maar volgen nauwlettend hoe de wet in de praktijk wordt uitgevoerd. Daardoor kunnen eventuele onvolkomenheden tussentijds worden bijgesteld. In de nieuwe communities, waarvan er op termijn twaalf moeten komen, kunnen partijen in de uitvoering van elkaar leren en bekijken hoe de dienstverlening aan de inburgeraars verbeterd kan worden”, zegt Boven.

Kinderziektes

Gemeenten zijn straks weer zelf aan zet. “Aan de ene kant is het logisch dat dit moment een keer komt”, aldus Bruggeman. “Aan de andere kant is het jammer. Want na alle verschuivingen van de invoeringsdatum zullen de grootste uitvoeringsproblemen in de Wet inburgering zich pas later dit jaar manifesteren.” “Er zijn nog allerlei kinderziektes”, vult Waardenburg aan. “Neem het financieel ontzorgen. Zo willen sommige energiebedrijven niet dat gemeenten namens inburgeraars de kosten van gas en licht betalen.”

Beide regiocoördinatoren hopen dat het ministerie van SZW, VNG, Divosa en alle andere betrokken partijen zich ervan bewust blijven dat de nieuwe wet grote gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk. Bruggeman: “Blijf gemeenten ondersteunen bij een succesvolle uitvoering. En zorg dat er ook in de toekomst voldoende middelen, menskracht en bestuurlijke aandacht beschikbaar blijven voor de inburgering.”

Dit artikel kwam tot stand op initiatief van Divosa.

Alle informatie over de uitvoering van de nieuwe Wet inburgering, zoals handreikingen, Q&A’s en ander materiaal, is terug te vinden op: divosa.nl. Meer weten over de CoP? Kijk op https://www.divosa.nl/onderwerpen/community-of-practice-inburgering.