Negentien verhuisdozen staan er in het gebouw van de Hoge Raad.

Négentien verhuisdozen vol met brieven van burgers die onze hoogste rechter melden dat ze zich ‘uitschrijven’ bij de Nederlandse overheid. De Belastingdienst op zijn beurt ontving sinds 2021 meer dan 8.600 brieven van mensen die hun staatsburgerschap opzeggen en meteen ook het geld opeisen dat de overheid bij hun geboorte heeft verdonkeremaand (zie kader, red.).

Volgens de AIVD zijn minstens 10.000 Nederlanders soeverein of autonoom. Kort en goed komt het erop neer dat zij wetten en regels verwerpen die eenzijdig – zonder hun instemming – zijn opgelegd. Ze erkennen de overheid niet en willen leven zonder inmenging van bovenaf. Wat bezielt mensen om zo te denken? Meestal is het een cocktail van factoren, zegt Jelle van Buuren, hoofddocent bij het Institute of Security en Global Affairs van de Universiteit Leiden. Hij doet al jaren onderzoek naar complotdenkers. “Bij elkaar komen een verlangen naar vrijheid, een groot wantrouwen richting de autoriteiten – al dan niet versterkt tijdens de coronapandemie –, een onderlaag van boosheid en frustratie, soms afgetopt met theorieën over een kwaadaardige en corrupte elite.”

Poef, verdwenen

Het gedachtegoed is komen overwaaien uit de Verenigde Staten, waar in de jaren vijftig de eerste mensen zich autonoom verklaarden. Een jaar of twintig jaar geleden bereikte het ons land. Geen nieuw fenomeen dus, wel groeiend. Van Buuren: “Dankzij het internet en sociale media kunnen ideeën zich veel sneller verspreiden en aanhangers elkaar gemakkelijk vinden. Online worden ook allerlei cursussen en workshops aangeboden; er is een businessmodel ontstaan. Webshops verkopen standaardbrieven voor instanties en verklaringen waarmee je je huis tot ‘ambassade’ – en dus tot vrije zone – kan bestempelen. En zelfbenoemde juristen staan autonomen of soevereinen tegen betaling bij in de rechtbank.”

Mensen die geen ‘onderdaan’ van de overheid meer zijn, hoeven in hun ogen ook geen belastingaanslagen, verkeersboetes en facturen van andere instanties te betalen. Niet verwonderlijk dus dat mensen in een wankele financiële situatie extra bevattelijk zijn voor dit wereldbeeld. Want wat is er dan mooier dan dat alle rekeningen en aanmaningen, poef, met één brief verdwenen zijn? De gevolgen laten zich raden: oplopende schulden. Deurwaarders stuiten bij de voordeur steeds vaker op mensen die halsstarrig weigeren te betalen omdat ze in hun recht zouden staan.

De eerste rechtszaken over dit soort financiële kwesties zijn er al geweest. Zo vroeg een beboete soevereine automobilist het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden te verklaren dat de wet niet op hem van toepassing was. Het hof maakte korte metten met die redenering en oordeelde dat iedereen die in Nederland woont zich moet houden aan de Nederlandse regels.

‘Wat deze mensen kenmerkt, is niet een beetje, maar een énorm wantrouwen jegens de overheid’

Fuik

Ook gemeenten hebben in toenemende mate te maken met autonome of soevereine inwoners. Ze ontvangen brieven van mensen die verwijderd willen worden uit de basisadministratie of het kiesregister. Of er ontstaat gedoe over de betaling van gemeentelijke heffingen, vergunningvoorschriften of de verplichtingen van de Participatiewet. “Tijdens de pandemie ontvingen wij voor het eerst brieven van mensen die de machtiging om namens hen te besturen wilden opzeggen”, vertelt een beleidsadviseur van een gemeente in Noord-Nederland, die anoniem wil blijven. “Daarna droogde de stroom niet op, integendeel. Daarom ben ik een aanpak gaan ontwikkelen, waarvoor ik gelukkig het mandaat kreeg van het gemeentebestuur.”

Ze begon met het doorspitten van alle brieven. “Wat willen de briefschrijvers precies? Is het een persoonlijke grief, welke problemen spelen er, zitten er kopieën van boetes of loonbeslagen bij, zijn er kinderen betrokken?” Daarmee deed zij wat Dineke de Groot, president van de Hoge Raad, in december zei in een artikel in Trouw, waarin zij aandacht vroeg voor de problematiek: de overheid moet proberen te snappen waaróm mensen zo zijn gaan denken.

Wimer Heemskerk, raadslid voor D66 in Arnhem, maakt zich zorgen over de mensen die dankzij de autonome of soevereine filosofie alleen maar dieper in de schulden raken. “Financiële zorgen zijn oorzaak én gevolg in dezen. Het is belangrijk dat de gemeente deze mensen zo vroeg mogelijk bereikt, om te voorkomen dat ze deze fuik inzwemmen en het van kwaad tot erger gaat.”

De gemeente Arnhem probeert dan ook contact te leggen met de mensen die haar melden dat ze soeverein of autonoom zijn geworden. “Mijn doel is om in gesprek te gaan over de onderliggende problemen en hen zo mogelijk daarbij helpen”, zegt Mark Bink, beleidsadviseur openbare orde en veiligheid. Tot nu toe gaan slechts weinigen in op zijn uitnodiging, zegt hij eerlijk. “Wat deze mensen kenmerkt, is niet een beetje wantrouwen jegens de overheid, maar een énorm wantrouwen. Als gemeenteambtenaar sta je bij voorbaat met 3-0 achter.”

Geen wappies

Mensen bereiken die niet bereikt willen worden, is verdraaid moeilijk. Het luistert dan ook nauw op welk moment je hen benadert, namelijk vóórdat ze de banden definitief doorknippen. Van Buuren: “Zet mensen niet weg als wappies, maar neem hen serieus, ga tijdig in gesprek. Dat kan net het verschil maken voor de mensen die nog enigszins openstaan voor hulp.”

De beleidsadviseur: “Wij bieden mensen elke keer weer een uitweg, door te vertellen dat er een alternatief is en een helpende hand uit te steken. Als we zien dat er financiële problemen zijn, lichten we schuldhulpverlening in en geven we door aan de woningcorporatie, deurwaarders en incassobureaus met wie ze te maken hebben. Bij vermoedens van sociale problemen schakelen we het wijkteam in en als kinderen niet meer naar school gaan, de leerplichtambtenaar.”

Van Buuren adviseert gemeenten om hierbij samen op te trekken met de partners in het netwerk: woningcorporaties, welzijns- en zorgorganisaties, zorgverzekeraars … “Zorg dat je weet wat zij meemaken op dit gebied en hoe ze ermee omgaan. Overleg wie er het beste is gepositioneerd om iets van normaal contact met een autonome of soevereine burger te krijgen. Het is echt zaak om informatie uit te wisselen, hoewel er natuurlijk wel privacyknelpunten zijn.

Autonoom, soeverein: wie en wat?

Zoals geldt voor iedere groep: dé autonoom bestaat niet. Ten eerste is er een verschil tussen autonoom en soeverein. Soevereinen accepteren geen enkele externe autoriteit, terwijl autonomen niet alle banden doorsnijden met de overheid. Zij willen zelf bepalen waaraan ze wel en niet meedoen. Ze betalen bijvoorbeeld wel hun huur, energierekening en ziektekostenpremie. Of ze ontvangen een bijstandsuitkering. Autonoom is dus een soort ‘soeverein light’. De beweegredenen van zowel soevereinen als autonomen lopen uiteen. Sommige mensen zien het gedachtegoed als een vluchtweg uit een benarde – financiële – situatie. Bij hen begint het dus niet zozeer met een ideologie, maar meer met een toevallig stuiten op een manier van denken die wel goed uitkomt. Gaandeweg kunnen deze mensen natuurlijk wel principiëler worden.

Anderen zijn wel soeverein of autonoom uit overtuiging. De visie past bij hun sterke antipathie tegen overheid, gezag en autoriteit en hun behoefte aan individuele vrijheid. De derde substroming is meer spiritueel van aard. Zij pleiten voor een humane, vredelievende samenleving die niet wordt geregeerd door wetten, maar slechts door een aantal simpele principes, zoals ‘niet doden’, ‘niet stelen’ en ‘je medemens met respect bejegenen’. Gemeenschappelijke ideeën zijn er ook. Autonomen en soevereinen stellen bijvoorbeeld dat de overheid voor iedere baby die in Nederland wordt geboren 1,5 miljoen euro in een geheim fonds stort. Met het geld in deze zogenoemde Geboortetrust zouden belastingaanslagen en verkeersboetes mogen worden verrekend.

Handelingsverlegenheid

De gemeente Arnhem geeft voorlichting over autonomie en soevereiniteit aan ambtenaren die direct contact hebben met inwoners. Bink: “We willen voorkomen dat zij geen idéé hebben wat hun overkomt als ze een autonome of soevereine Arnhemmer voor zich hebben. We leren hun ook signalen te herkennen, zoals: gemeentelijke belastingschulden die oplopen, mensen die hun stempas terugsturen of kinderen die niet bij een school staan ingeschreven.”

Ook de Noord-Nederlandse beleidsadviseur heeft presentaties gegeven aan het klantcontactcentrum, burgerzaken, leerplichtambtenaren, sociale wijkteams, jongerenwerkers en wijkagenten. “Wat is het, hoe herken je het, welke taal en symbolen horen erbij? Het bleek dat velen van hen er al op een of andere manier mee in aanraking waren gekomen. Ik merkte een enorme handelingsverlegenheid bij mijn collega’s. Zij lieten zich regelmatig omverblazen. Bij een huisbezoek was een leerplichtambtenaar bijvoorbeeld twee uur lang bedolven onder een relaas over autonomie en was het schoolverzuim helemaal niet ter sprake gekomen.”

Zowel in Arnhem als in de Noord-Nederlandse gemeente krijgen gemeenteambtenaren praktische handvatten voor de omgang met soevereinen of autonomen. Denk aan tips als: wees respectvol, ga niet in discussie over opvattingen, blijf je wettelijke taak als ambtenaar uitvoeren, vertel mensen rustig en duidelijk dat de wet in ons land voor iedereen geldt, zeg dat autonomie of soevereiniteit geen oplossing is voor hun problemen en benoem de nare gevolgen die hun handelen nu of later kan hebben.

Ronduit bedreigend

Toch blijft het ingewikkeld om met zelfbenoemde autonomen en soevereinen te communiceren. “Het vraagt veel van je gespreksvaardigheden als gemeenteambtenaar. Gesprekken kunnen moeilijk te volgen, confronterend en ontmoedigend zijn. Je moet in staat zijn je geduld te bewaren en je irritatie op te schorten tot een gesprek met collega’s onder elkaar”, zegt Van Buuren.

Af en toe wordt het ook ronduit bedreigend: ambtenaren worden erven af gescholden, hun namen circuleren in bepaalde Facebook- of Telegramgroepen of ze worden tijdens hun werk gefilmd en de filmpjes worden online geplaatst – doxing, heet dit. Of ze vinden dwangbevelen vanwege een mensenrechtenschending op hun bureau, inclusief aansprakelijkheidsstelling en mogelijke schadevergoeding.

Beangstigend, en het maakt collega’s onzeker in hun werk, weten de beleidsadviseurs uit Arnhem en Noord-Nederland. Des te belangrijker dat de gemeente als werkgever haar verantwoordelijkheid neemt, benadrukt Van Buuren. “Ambtenaren moeten weten: dit is niet tegen mij persoonlijk gericht, maar tegen de gemeentelijke organisatie. En die gaat voor, achter en naast me staan. Dit mag nooit het kruis van een individuele ambtenaar zijn. Want daarvoor is het echt te ingewikkeld en te ingrijpend.” “Als er dreiging is, gaan onze mensen nooit zonder de wijkagent op pad. En indien nodig doen we aangifte bij de politie”, zegt de beleidsadviseur uit Noord-Nederland.

‘Ambtenaren moeten weten: dit is niet tegen mij persoonlijk gericht, maar tegen de gemeente. En die gaat voor, achter en naast me staan’

Paper terrorism

Daarbij komt de eindeloze stroom brieven en documenten die gemeenten ontvangen van autonome en soevereine inwoners. Hoe ga je om met al die stukken, ettelijke pagina’s lang, in vaak raadselachtig Nederlands, vol pseudojuridische termen? Soms neemt het de vorm aan van paper terrorism, aldus Van Buuren.

“Je moet goed nadenken over het moment waarop je overgaat tot snellere afhandeling. Sommige gemeenten werken inmiddels met standaardbrieven: ‘Hiervoor bent u bij ons niet aan het juiste adres, beschouw dit als het antwoord op uw brief, en op vergelijkbare correspondentie zullen we niet meer reageren.’ Het is vervelend om zo met je inwoners te moeten omgaan, maar wel een manier om jezelf staande te houden.

Ik bedoel: in 2010, toen ik hier voor het eerst indook, ging het in heel Nederland om zes, zevenhonderd mensen. Dat zijn twee mensen per gemeente. Bij de huidige aantallen zijn het er grof gezegd dertig per gemeente, en er komt een dag dat het niet meer te doen is.”Er zijn aanwijzingen dat het aantal autonomen en soevereinen ongelijk verdeeld is over de verschillende regio’s – en dus over de gemeenten – in Nederland, maar de trend is duidelijk: talloze gemeenten moeten de correspondentiedrift van deze groep inwoners in goede banen zien te leiden.

‘De meeste mensen tuinen hier niet in als het goed met ze gaat. Het gaat om kwetsbare burgers die nog verder wegzakken in de ellende’

Alle stukken die autonomen en soevereinen moeten helpen in hun strijd tegen de overheid, liggen voor het grijpen in webshops. Het zou goed zijn als het aanbod aan diensten wordt ingeperkt, aldus raadslid Heemskerk. “Mensen worden door deze desinformatie op het verkeerde been gezet. Het is zó gemakkelijk om al het papierwerk te vinden. Bovendien deugt het niet dat slimme ondernemers munt slaan uit de ellende van anderen.”

Het verbieden van digitale en fysieke (advies)diensten ligt op de weg van politie en justitie. Van Buuren: “Dat is juridisch wel ingewikkeld: is het misleiding, fraude, opruiing?” In een rechtszaak in Limburg is een eerste succes behaald: de rechtbank verbood een ‘jurist’ die autonome burgers adviseert geen belasting te betalen om nog langer ‘onjuist en misleidend advies’ te geven, maar het hoger beroep loopt nog.

Interdepartementaal Ondersteuningsnetwerk Maatschappelijke Onrust (OMO)

Het OMO-netwerk ondersteunt landelijk en lokaal bestuur bij het omgaan met maatschappelijke onrust en ongenoegen. Het bestaat nu drie jaar; deelnemers zijn ministeries (BZK, JenV, SZW, OCW), politie, VNG en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters. Sinds kort buigt het netwerk zich ook over autonomie en soevereiniteit, aangezien het aantal meldingen hierover toeneemt bij gemeenten en andere overheidsinstanties.

Binnenkort organiseert het OMO een expertmeeting met diverse academici om meer kennis te vergaren over het fenomeen, zowel over de sociale als de veiligheidsaspecten ervan. Daarnaast is vanuit het netwerk een quickscan uitgezet onder een aantal gemeenten en lokale professionals, om te achterhalen hoe zij op dit moment autonome en soevereine burgers tegemoet treden. Dit moet leiden tot een concreet handelingsperspectief. Gemeenten kunnen bij het netwerk terecht voor advies op maat. Daarvoor maakt het gebruik van een pool van experts; korte consultaties worden door BZK vergoed. Meer weten, zorgen bespreken of advies vragen? Neem contact op via omo@minbzk.nl.

Vals perspectief

Dit alles legt een groot beslag op gemeentelijke menskracht en middelen, en dat voor inwoners die eigenlijk helemaal niets van je willen weten, of zelfs onverholen vijandschap koesteren en bijten in een uitgestoken hand. Je zou ook kunnen zeggen: zoek het maar uit, autonomen en soevereinen. Maar nee, dat is geen optie, zegt Heemskerk, want gemeenten hebben hier een taak. “De meeste mensen tuinen hier niet in als het goed met ze gaat. Het gaat om kwetsbare burgers die op deze manier nog verder wegzakken in de ellende.”

“Voor de mensen met financiële sores is autonomie en soevereiniteit een vlucht. Hen zie ik eerder als slachtoffers dan als daders. Het wenkende perspectief is vals, met huisuitzetting en gevangenisstraf als de ultieme gevolgen. Dat zijn, zeker als er kinderen in het spel zijn, gigantische sociale drama’s. Gemeenten moeten hun best doen om te voorkomen dat een individueel probleem een maatschappelijk probleem wordt”, beaamt Van Buuren.

‘Wat doe je als een deel van hen vindt dat ze zich met alle middelen mogen verdedigen tegen de overheid?’

Laat deze inwoners dus niet los, is het devies. Niet alleen om hen op individueel niveau te helpen, maar ook omdat er iets groters op het spel staat. De beleidsadviseur: “Het gaat om het tegengaan van verdergaande radicalisering en het ontstaan van parallelle samenlevingen, die onveilig kunnen zijn voor vertegenwoordigers van de autoriteiten. Nu is het gedachtegoed nog geweldloos, maar de AIVD sluit niet uit dat dit verandert als mensen bijvoorbeeld worden geconfronteerd met huisuitzettingen. Wat doe je als een deel van hen vindt dat ze zich met alle middelen mogen verdedigen tegen de overheid?” “Wanneer inwoners zich afkeren van de overheid, functioneert de maatschappij op den duur niet meer”, besluit Heemskerk. “Zij verliezen dan niet alleen het vertrouwen in instituties die de rechtsorde beschermen en die zorgen dat we in vrijheid leven, maar ook in elkaar.”