Alleen in de maatschappelijke opvang en de verslavingszorg wordt gebruikgemaakt van betaalde ervaringsdeskundigen, klinkt het.

“En in de schuldhulpverlening kom je enkele ervaringsdeskundigen tegen. Maar bij de uitvoering van de Participatiewet en de toeleiding naar werk? Wij hebben ze niet gevonden.” Een gemiste kans, vindt Keuzenkamp. “Uit onderzoek naar de effectiviteit van re-integratiebeleid blijkt elke keer weer dat aandacht zo vreselijk belangrijk is. Er zijn wel vrijwilligers, maar daar blijft het bij.” Dit staat haaks op de ontwikkelingen in de ggz, waar al veel ervaringswerkers in dienst zijn. De Tweede Kamer nam eerder dit jaar zelfs nog een motie aan die er bij zorgverzekeraars op aandringt om ervaringsdeskundigheid in te kopen.

‘Volgens mijn managers ben ik de frisse wind in de organisatie’

Gevraagd en ongevraagd geeft ze advies. “Zo maak ik me de laatste tijd sterk voor werkende armen. In de Haarlemse minimaregelingen ging altijd veel aandacht uit naar kinderen die opgroeien in armoede. Dat is ook belangrijk, het is heel fijn wanneer een kind een laptop of fiets krijgt, maar daarmee heeft het nog niet te eten. Ik benadruk elke keer het belang van het ontzorgen van de ouders, zodat kinderen zo ook uit de stress wordt gehaald. Geen ouder wil dat zijn kind in armoede opgroeit.” Inmiddels adviseert Van Vloten ook de gemeente Amsterdam. “Ik begrijp heel goed dat het voor mijn collega’s niet makkelijk is. Jaren zijn ze bezig geweest om dingen te bedenken voor de inwoners van de gemeente. En dan komt er ineens iemand, zonder opleiding, vertellen dat het anders zou moeten? Weet je, we staan nog maar aan het begin. Geef het aandacht en tijd.”

Vijf rollen

In het leerplan van de opleidingen voor Ervaringsdeskundigheid Armoede en Sociale Uitsluiting (Edasu) staan vijf rollen beschreven die ervaringsdeskundigen vervullen voor individu én organisatie. Idealiter overlappen en versterken deze elkaar, maar in de praktijk komen ze nog niet allemaal goed uit de verf. Zo is er vaak maar één ervaringswerker actief in een organisatie. Die persoon moet dan wel erg stevig in de schoenen staan om een kritische rol te willen en kunnen vervullen. Wie ervaringswerkers wil gaan inzetten, doet er goed aan zich in de invulling van deze rollen te verdiepen.

Bruggenbouwer: ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting zetten ervaringskennis in om sociale professionals duidelijk te maken waar om mensen in armoede bepaalde keuzes maken. En ze organiseren mensen op hun belangen, zodat zij een stem krijgen in hun relatie met hulpverleners en beleidsmakers.
Bondgenoot: ervaringsdeskundigen ondersteunen mensen in armoede. Die krijgen daardoor meer gevoel van eigenwaarde en weer meer greep op hun leven.
Kwartiermaker: ervaringsdeskundigen worden geacht te werken aan verandering van de benadering van mensen in armoede, vertrekkend vanuit de leef- en belevingswereld.
Kritisch adviseur: als luis in de pels kaarten ervaringsdeskundigen ongewenste effecten van bepaalde werkwijzen bij instellingen aan en zoeken ze met anderen naar maatregelen die meer recht doen aan de situatie van de doelgroep.
Ambassadeur en rolmodel: ambassadeur naar de buitenwereld, rolmodel als belichamer van hoop: het is hen immers gelukt hun leven weer beter op de rails te krijgen.

Bruggenbouwers

Waarom blijft het sociaal domein achter? Keuzenkamp heeft daar veel over nagedacht. Ze vermoedt dat het te maken heeft met de grotere afstand tussen patiënten en professionals in de ggz. “Daar zijn ook veel meer cliëntorganisaties actief die de belangen van de patiënten behartigen. Het sociaal domein heeft dat niet.” Toch is ze overtuigd van de meerwaarde. De kloof tussen de systeem- en leefwereld in het sociaal domein vraagt om bruggenbouwers. Om mensen die weten hoe het is om te overleven en niet mee te doen. “Bij organisaties die wel gebruikmaken van ervaringsdeskundigheid, blijkt het vooral aangezwengeld te worden door een bevlogen wethouder of bestuurder. Meestal betreft het dan een tijdelijk project.”

Gemeenten en organisaties moeten niet over één nacht ijs gaan, waarschuwt Keuzenkamp, die uit ervaring spreekt – ook Movisie heeft een aantal ervaringsdeskundigen in dienst genomen. “Dat is niet altijd makkelijk. Waarom wil je dit? Wat wil je bereiken? Zoek je iemand die een kritische reflectie geeft op het beleid, een luis in de pels of iemand die bruggen slaat en mensen in een bepaalde doelgroep bereikt en begeleidt? En wat betekent dat voor de organisatie zelf? Daar moet je allemaal over nadenken.” Ervaringsdeskundigen voelen zich soms erg alleen, aldus Keuzenkamp. “Het is ook lastig. Ineens zitten ze daar in zo’n grote organisatie, een systeemwereld. Het is zo belangrijk dat er voldoende draagvlak is binnen de organisatie. Professionals voelen zich ook weleens bedreigd. Zij moesten vroeger juist afleren om de eigen verhalen in te zetten. Dat was niet professioneel.”

Tranen

De Zwolse armoederegisseur Nathalie Rozenveld is het roerend eens met Keuzenkamp. “Denk goed na over de positionering binnen de organisatie. Wanneer je een ervaringsdeskundige uitnodigt bij een overleg, leg dan aan de collega’s uit waarom dit waardevol kan zijn. Wees je ook bewust van de kwetsbaarheid van de persoon zelf.” Karin ter Horst: “Gelukkig hebben we veel steun van onze teamleider. Hij staat open voor ongevraagd advies. Dat is zo belangrijk. Ik probeer zoveel mogelijk signalen uit de stad op te pikken. Zo wil ik met mijn werk de kloof tussen gemeente en inwoners te verkleinen. Ik zit er juist voor die inwoner.”

Inmiddels zijn ze in Zwolle goed op elkaar ingespeeld, maar dat kostte tijd, zeggen ze eerlijk. Rozenveld: “We hebben veel gepraat in het begin. Hoe zet je nu de eigen ervaringen goed in? Waar krijg je energie van? Waar loop je op leeg? Ik had nog nooit met ervaringsdeskundigen gewerkt, nu had ik er ineens twee.” Ter Horst: “Er zijn heel wat tranen gevloeid. Het is best zwaar om elke keer dat eigen verhaal te doen. Het is toch oude pijn.” Het afgelopen anderhalf jaar hebben ze gesprekken gevoerd met bestuurders en intern begeleiders van alle basisscholen in de gemeente Zwolle. Op de scholen bleek diepe kennis over armoede en de gevolgen te ontbreken. Later volgden presentaties voor talloze schoolteams. Ter Horst: “Nathalie vertelt dan de theorie, bijvoorbeeld dat het IQ door chronische stress tijdelijk een aantal punten kan zakken. Vervolgens vertel ik mijn eigen verhaal, met alle emoties en dat maakt dan wel indruk.” Rozenveld is inmiddels overtuigd van de kracht van ervaringsdeskundigen. “Ik zie hoe waardevol het is en zou het andere gemeenten zeker aanraden.”

Nieuwkomers met ervaring

Sleutelpersonen, cultuurverbinders. In tal van Nederlandse gemeenten en welzijnsorganisaties worden oud-vluchtelingen ingezet om nieuwkomers op weg te helpen. Ze tolken, slaan bruggen en proberen de Nederlandse samenleving zo goed mogelijk uit te leggen. Expertisecentrum Gezondheidsverschillen Pharos heeft de afgelopen drie jaar 130 mensen opgeleid tot sleutelpersonen die nu in staat zijn om de rollen van voorlichter, adviseur, bemiddelaar en/of verkenner te vervullen. Ze signaleren zorgvragen bij statushouders en geven advies aan gemeenten en andere professionals.

Uit een recente verkenning van Pharos blijkt dat deze ervaringsdeskundigen breed worden ingezet. Van gezondheidsvoorlichting tot begeleiding naar werk en als taalmaatje. Ook geven ze professionals informatie over de culturele achtergrond van nieuwkomers. Volgens projectleider Inge Goorts blijkt uit het onderzoek ook dat de positie van deze sleutelpersonen niet altijd even duidelijk is, net als soms de verwachtingen. Pharos adviseert dan ook om altijd een duidelijk profiel met heldere taken te formuleren. Het is tijd voor een professionalisering en erkenning van deze nieuwe ervaringsdeskundigen, vindt Goorts. “Deze vrijwilligers hopen natuurlijk op termijn betaald aan de slag te kunnen. We moeten niet vergeten dat de sleutelpersonen ook aan hun eigen toekomst bouwen. Er zijn gelukkig gemeenten die dit inzien en mensen in dienst nemen.”

Frisse wind

Het is wennen en zoeken, weet ook Marcella van Vloten in Haarlem, de vrouw op de foto’s bij dit artikel. “Maar gelukkig word ik door mijn programmamanagers op handen gedragen. Ik ben volgens hen de frisse wind in de organisatie.” Van Vloten, opgegroeid in armoede, slachtoffer van huiselijk geweld, alleenstaande moeder van een zoon met autisme, was al jaren actief in haar wijk. Ze werd ‘ontdekt’ door een opbouwwerker, zo zegt ze zelf. Hij was onder de indruk van haar overlevingskracht en betrokkenheid. Hij adviseerde haar de opleiding tot ervaringsdeskundige ‘Armoede en sociale uitsluiting’ van Edasu te volgen. “Dat zag ik eerst helemaal niet zitten. Hoe moest ik dat thuis bolwerken? Ik was ook bang om mijn uitkering te verliezen.” Maar Van Vloten liet zich – nadat de wethouder zich ook hard voor haar had gemaakt – toch overtuigen. En na de driejarige opleiding ging ze in augustus aan de slag in het Haarlemse stadhuis. “Ik beweeg me van werk en inkomen tot Wmo. Het is fantastisch én zwaar werk. Zonder echte opleiding zit ik hier de hele dag tussen wo’ers en hbo’ers, maar ik houd me goed staande.

Aan de slag met ervaringswerkers? Vier tips

  1. Formuleer helder de rol van de ervaringsdeskundige. Waarom wil de organisatie een ervaringsdeskundige inzetten?
  2. Zorg voor een heldere positionering en voor draagvlak binnen de organisatie.
  3. Creëer ruimte voor verandering door nut en noodzaak van de inzet van ervaringsdeskundigheid helder te maken.
  4. Trek voldoende tijd uit voor ondersteuning en begeleiding.