Tweeverdieners op Bonaire? Dan gaat het niet over echtparen met een dubbel inkomen.

Nee, twee- of drieverdieners zijn de eilanders die meerdere banen hebben om rond te komen. Het voorbeeld van Elvis Tjin Asjoe, gedeputeerde Sociale Zaken van Bonaire, zegt veel. Tweeverdieners zijn eerder regel dan uitzondering op de eilanden. Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) – de vakantieparadijzen die jaarlijks tienduizenden toeristen uit Nederland en de VS trekken – kennen een nogal zwarte keerzijde. Ruim 40 procent van de in totaal 27.000 inwoners leeft onder de armoedegrens. Meer dan zeshonderd kinderen zijn aangewezen op ontbijt op school.

Ewaldus da Costa Gomez, casewerker bij Mental Health Caribbean, ziet de gevolgen van die armoede dagelijks. Moeders die zich drie keer in de rondte werken en toch de eindjes nauwelijks aan elkaar kunnen knopen. “Ze komen thuis van hun werk om meteen weer te vertrekken naar het volgende werk. Tijd voor de kinderen is er bijna niet. Met alle gevolgen van dien.” Hij somt op: gezinnen die de ene schuld met de andere proberen af te lossen, groeiende psychische problematiek, huiselijk geweld, kinderen met hechtingsproblemen. De zorgen over criminaliteit op de altijd zo veilige eilanden nemen toe. “Veel mensen hier zijn alleen maar bezig met overleven.”

Het kraakt

Overleven op Bonaire ziet er anders uit dan op bijvoorbeeld de Waddeneilanden. Texel is net iets groter dan Bonaire, de grootste van de drie. Da Costa Gomez vertelt over de ernstige huisvestingsproblematiek. Veel families wonen met verschillende generaties in een schamel huisje boven op elkaar om kosten te besparen. “Ook die woonsituatie levert natuurlijk spanningen op.”

Het kraakt op vele manieren, zegt zijn collega en beleidsadviseur Marcelino Mauricio, die al heel wat jaren meedraait in de gezondheidszorg in Caribisch Nederland en vorig jaar een koninklijke onderscheiding kreeg voor zijn inzet. Mauricio ziet de situatie achteruit hollen. “Mensen hebben geen weet van regelingen, als die er al zijn. Ook het taboe op geestelijke problemen is groot. En omdat mensen bang zijn om hun baan te verliezen, gaan ze elke dag weer over hun grenzen heen.” Een Bonairiaan zal niet snel een instantie om hulp vragen, weet hij.

“Hier speelt een complexe mix van schaamte, trots en bescheidenheid. Mensen zoeken vooral hulp in de eigen kring.” Dat er vorig jaar mei toch honderden mensen in Bonaire de straat op gingen uit protest tegen de armoede en ongelijke behandeling vanuit Nederland, was ongekend.

‘Ja, een sociaal minimum kan een aanzuigende werking hebben, maar is dat een argument om het dan maar niet in te voeren?’

3 tomaten, 6 dollar

De twee professionals maken zich zorgen en zij zijn niet de enigen. Wie verder kijkt dan de mooie villa’s, stranden en snorkellocaties, ziet dat allerlei seinen op rood staan. En dat staan ze al een hele tijd. Dat blijkt ook uit de drie rapporten die de Nationale ombudsman de afgelopen jaren heeft geschreven over armoede in Caribisch Nederland. Of het nu gaat over ouderen, alleenstaande ouders of jongvolwassenen, allemaal hebben ze moeite een ‘menswaardig bestaan’ op te bouwen, luidt de glasheldere conclusie.

Op 10 oktober 2010 werden Bonaire, Sint Eustatius en Saba bijzondere gemeenten van Nederland. Maar ruim twaalf jaar later – en vele Tweede Kamerdebatten en tientallen bezoeken van politici, bestuurders en ambtenaren aan de eilanden verder – geldt er nog steeds geen sociaal minimum in Caribisch Nederland. Dit ondanks de zorgplicht die Nederland heeft voor al haar inwoners, zodat die een menswaardig bestaan kunnen leiden. Dat betekent dat de bijstand en het minimumloon niet – zoals in Europees Nederland – gekoppeld zijn aan de daadwerkelijke kosten van het levensonderhoud. Al in 2018 onderzocht Regioplan in opdracht van het kabinet hoe hoog die levenskosten zijn op de drie eilanden, het zogeheten ijkpunt. In 2019 stelde het kabinet een – inmiddels verouderd – ijkpunt vast voor de BES-eilanden. Maar de invoering van een sociaal minimum bleef vervolgens uit.

De bijstand – onderstand genoemd op de BES-eilanden – is verre van toereikend. Ook het minimumloon is veel lager dan in Nederland. In cijfers betekent dit dat mensen op Bonaire maandelijks minimaal 1.139 euro (1.236 dollar) verdienen, te vergelijken met 1.934 euro in Europees Nederland. Lage lonen, terwijl het leven op de eilanden – huur, energie, boodschappen – erg duur is. Bijna alles moet geïmporteerd worden. De overgang naar het Nederlandse belastingstelsel zorgde in 2010 al voor enorme prijsstijgingen en de wereldwijde inflatie maakt het er ook niet beter op. Ga maar na: 6 dollar voor 3 tomaten, 20 dollar voor een liter yoghurt en 9 dollar voor een pot pindakaas. Niet gek dus dat veel Bonairianen dubbele banen hebben om de koelkast te kunnen vullen.

Perplex

Silvana Janga-Serfilia, directeur van de directie Samenleving en Zorg van het openbaar lichaam Bonaire, moet roeien met de riemen die ze heeft. Haar sociaal domein ziet er wat anders uit dan aan de Noordzee. Veel regels, wetgeving en voorzieningen ontbreken of zijn verouderd. “We hebben geen WW, geen Wet kinderopvang en geen Wet schuldsanering natuurlijke personen. Soms kunnen we met een algemene maatregel wat repareren, maar de structurele financiering van het Rijk ontbreekt. Het blijft vaak toch plak- en knipwerk.”

Ze mist veelal kennis bij het Rijk over de realiteit en cultuur op het eiland, wat leidt tot families die gekort worden op onderstand omdat ze uit bittere noodzaak bij elkaar wonen. “Een airco in Nederland is een luxeproduct, maar voor een zieke op Bonaire niet. Een auto – vaak vierde- of vijfdehands – is echt geen luxe op een eiland zonder openbaar vervoer.” Ze kijkt weleens met verbazing naar de mogelijkheden van collega-gemeenten in Europees Nederland om inwoners te ondersteunen. “Voor een fiets van kind of tegemoetkoming in de reiskosten.”

Het ontbreken van een sociaal minimum maakt het allemaal nog complexer. De verbazing van collega’s van andere gemeenten is enorm wanneer ze meer horen over de situatie van de bijzondere gemeenten. “Pas hebben we nog een presentatie voor Tilburgse collega’s gehouden en zij stonden perplex.”

Tsja, de eilanden staan nu eenmaal op achterstand. Dat is de realiteit, zegt de directeur die al te vaak ook bestuurders, politie en organisaties uit Den Haag ontvangt. Zij en haar ambtenaren worden er soms een beetje moedeloos van. Ze moeten balanceren: veel bezoekers komen met goede bedoelingen, maar de jarenlange onrechtvaardigheid steekt. “Gelukkig zie ik wel beweging in Den Haag. Zo zijn de kinderbijslag en de Algemene Ouderdomsverzekering, de AOV, omhooggegaan. Dat geeft hoop. We doen het uiteindelijk toch voor de mensen en kinderen hier die vaak echt in schrijnende situaties opgroeien. Structurele armoede heeft zoveel gevolgen.”

‘Het is niet uit te leggen, we hebben het over een handvol mensen’

Broodtrommel

Juist vanwege die schrijnende armoede neemt het 9-jarige dochtertje van Harry Somers altijd extra boterhammen mee naar school. Voor haar klasgenoten zonder broodtrommel. Somers, een ervaren interim-manager in het sociaal domein en geen onbekende voor veel Nederlandse gemeenten, verhuisde jaren terug met zijn gezin naar Bonaire. Samen met oud-belastinginspecteur Wietze Koopman is hij actief lid van Unkobon, de consumentenbond van Bonaire die op 13 december de Nederlandse Staat voor de rechter daagde. Nederland moet aan haar zorgplicht voldoen en ophouden met onrechtvaardige en ongelijkwaardige behandeling van deze bijzondere gemeenten, is de boodschap. Over een jaar tot anderhalf jaar wordt een uitspraak verwacht.

Het is te gek dat het tot een rechtszaak moet komen, zegt Somers. Maar het geduld is na twaalf jaar op. “Mensen hier krijgen absoluut niet waar ze recht op hebben. Deze drie gemeenten over zee worden als tweederangs gemeenten behandeld. Iedereen die hier komt, is geschokt over de mensonterende armoede. Als je maar eventjes van de gebaande paden gaat, zie je die keerzijde meteen.”

Somers windt zich op over al die bestuurders uit Den Haag die op ‘werkbezoek in de zon’ komen. “Ze stappen allemaal het vliegtuig in met een traan, maar vervolgens blijft het stil.” Aan onderzoeken en rapporten geen gebrek, vult Koopman aan. Het was het College voor de Rechten van de Mens dat in 2016 al fijntjes wees op het gelijkheidsbeginsel in artikel 1 van de Nederlandse Grondwet. En ook de rapporten en uitspraken van zowel de Nationale ombudsman als de Kinderombudsman liegen er niet om.

Overleven in vakantieparadijs

Onacceptabel

Ombudsman Reinier van Zutphen, die in november nog op de eilanden was, noemt het ‘onacceptabel’ dat 40 procent van de bevolking in Caribisch Nederland onder de armoedegrens leeft. “Er zitten nog te veel burgers in de knel. De lonen zijn laag, de kosten van levensonderhoud zijn hoog en het ontbreekt aan passende, laagdrempelige voorzieningen zoals aanleunwoningen en revalidatiecentra. Een van onze voornaamste oproepen, het instellen van een sociaal minimum, is er na al die jaren nog steeds niet. Ik snap de frustratie van Unkobon dan ook. En ik ben het met hen eens dat de Nederlandse overheid sneller en meer werk kan en moet maken van het bestrijden van armoede in Caribisch Nederland.”

Somers glimlacht als een boer met kiespijn. “Iedereen die zich in deze situatie verdiept, begrijpt er helemaal niets van. Ze vallen van hun stoel als ze onze verhalen horen, en dit is ook niet uit te leggen. Het is onfatsoenlijk om mensen zo te behandelen, om kinderen in al die armoede op te laten groeien.” Koopman: “Het is pure onwil, anders kan ik het niet uitleggen. We hebben het over een handvol mensen.”

Een van de argumenten uit Den Haag is de aanzuigende werking die de verhoging van het sociaal minimum zou hebben op de rest van de regio. Een ander geluid is dat de ondernemers een hoger sociaal minimum niet kunnen dragen. Koopman: “Maar daar is geen enkel bewijs voor. Er zijn hier juist ook veel ondernemers die het beste voor hebben met hun werknemers. Bovendien vraagt Den Haag ondernemers op Texel toch ook niet om hun mening over de sociale voorzieningen? We houden de bijstand in andere Nederlandse gemeenten toch niet laag omdat we bang zijn voor een aanzuigende werking?” Waar komt die weerstand dan toch vandaan? De leden van Unkobon weten het niet.

Cohesie kapot

De armoede op de BES-eilanden is al jaren onderwerp van gesprek in Den Haag. In het parlement zijn in het verleden genoeg moties ingediend die de regering opriepen de situatie te veranderen. Vorig jaar gloorde er even hoop toen staatssecretaris Van Huffelen (KoninkRijksrelaties) in een debat met Sylvana Simons (BIJ1) de toezegging deed om in 2024 een sociaal minimum in te voeren.

Maar uit de brief van minister Schouten (Armoedebeleid) in antwoord op Kamervragen blijkt dat die toezegging voorbarig was. Schouten gaat dit jaar eerst een onafhankelijke commissie aanstellen die ‘onderzoek doet naar het ijkpunt’ om – onder voorbehoud – in 2025 tot invoering van een sociaal minimum over te gaan. Ondertussen wordt wel geprobeerd om zo snel mogelijk de kosten van het levensonderhoud te verlagen. ‘Ik ben me ervan bewust dat we er met alleen deze maatregelen nog niet zijn, maar er is geen sprake van dat de Staat Caribisch Nederland bewust arm houdt’, aldus de minister in een brief van 15 december aan de Eerste Kamer in reactie op vragen van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Somers en Koopman zijn daar inmiddels niet meer zo zeker van. Somers: “Het ergste vind ik dat de tegenstellingen tussen arm en Rijk zo groot zijn geworden. De sociale cohesie op het eiland wordt volledig kapot gemaakt.” De consumentenbond hoopt op meer solidariteit van Nederlandse collega-gemeenten. “Wat zou het mooi zijn als de 342 gemeenten in Europees Nederland zich solidair verklaarden met de collega’s overzees. Het is toch te gek voor woorden dat het tot een rechtszaak moet komen tegen de overheid wanneer grondrechten zo evident in het geding zijn?”

Rekoloniseren

Het hele proces rondom het sociaal minimum laat zien dat de eilanden niet serieus worden genomen, zegt professor Alex van Stipriaan, hoogleraar Caribische geschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. “Het zijn niet voor niets ‘bijzondere openbare lichamen’; we hebben het niet over Zeist of Amersfoort. Onbekend maakt onbemind en ze moeten niet zo zeuren daar, dat is toch wel het sentiment. Ja, een sociaal minimum kan een aanzuigende werking hebben, maar is dat een argument om het dan maar niet in te voeren? Er kunnen andere maatregelen getroffen worden om dat te voorkomen.”

‘We hebben een bloeiende economie, maar heel veel eilanders zien dat niet terug in hun portemonnee’

De relatie tussen Nederland en het stukje Nederland 8.000 kilometer verderop is complex, weet hij. De eilanders hebben – zo laten peilingen vaak zien – zelf ook gemengde gevoelens ten opzichte van Nederland. “Het hoofd zegt ja, het hart nee. De negatieve gevoelens zijn op de drie BES-eilanden na 10 oktober 2010 alleen maar sterker geworden. Dat heeft te maken met het feit dat Nederland nog steeds héél weinig weet over deze gebieden en met die ongelijke behandeling. Het gevoel dat Nederland weer aan het rekoloniseren is, leeft sterk op de BES-eilanden. Aan de andere kant blijft het voor de eilanden voortdurend balanceren, zij zijn zo afhankelijk van Nederland.”

De hoogleraar juicht de rechtszaak van Unkobon toe. “Ik ben benieuwd hoe de staat hierop gaat reageren. Dit is niet goed voor het imago van Nederland. De kern van de zaak is toch dat er écht geluisterd wordt naar de eilanden en dat er niet alleen maar zaken door het Rijk worden opgelegd.”

Genuanceerd

Gedeputeerde Tjin Asjoe – een door de wol geverfde bestuurder in Caribisch Nederland – spreekt al jaren over dit dossier met Den Haag. “Ik moet zeggen dat er sinds 2010 grote stappen zijn gezet, er zijn miljoenen geïnvesteerd. Daarom zijn zorg, onderwijs en justitie ook op peil. Maar het is achtergebleven. Met als gevolg dat zoveel mensen in armoede leven. Het ene Nederland is blijkbaar toch het andere niet.”

Tjin Asjoe wil een genuanceerd beeld geven. Door alle bezoekjes, onderzoeken, rapporten en de inzet van de eilandbestuurders, verschillende politici in Europees Nederland en consumentenbond Unkobon komt het een en ander in beweging en zijn de afgelopen vier jaar kinderbijslag, onderstand, pensioenen en minimumloon in percentages verhoogd. “En doordat armoede nu ook in Nederland een groot thema is, is er meer begrip. We hebben nu zelfs een armoedeminister. Maar dat maakt nog geen einde aan het probleem, we hebben hier namelijk vooral te maken met werkende armen.”

Werken loont onvoldoende, dat is het hele punt, stelt hij. “De werkloosheid bedraagt 4 procent. 96 procent van de schoolgaande kinderen heeft een werkende moeder. We hebben een bloeiende economie, maar heel veel eilanders zien dat niet terug in hun portemonnee.” De kernwoorden in het hele dossier zijn gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid, verzucht de bestuurder. “We hebben het over het slavernijverleden. De mooie speech van premier Rutte is hier goed geland, maar als je deze excuses oprecht meent, laat die gelijkwaardigheid dan nu, vandaag de dag, zien. Zorg voor een menswaardig leven voor álle Nederlanders. Laten we rond 1 juli – 150 jaar na de afschaffing van de slavernij – een sociaal minimum voor de eilanden vaststellen.”