Het warme, wollige, goudglanzende gevoel van geluk is in cijfers te vangen. En je kunt uitrekenen wat mensen gelukkig maakt. De onderzoekers achter ‘The Origins of Happiness’ zwengelden hun computer aan, mixten datasets met wetenschappelijke theorieën en kwamen met deze resultaten.
Wat is het meest van belang?
Mentale gezondheid blijkt de aller-, aller-, allerbelangrijkste factor te zijn. Wie het mentaal niet voor elkaar heeft, scoort gemiddeld 0,7 punten lager op tevredenheid met het leven. Ter vergelijk: fysieke ongezondheid leidt tot 0,2 minder punten levensgeluk. Wie de mentale ongezondheid in de bevolking kan reduceren, kan grote gelukseffecten sorteren op korte en lange termijn. Niet alleen omdat zoveel mensen psychisch ongezond zijn. Maar vooral ook omdat de mentale gezondheid van moeders de grootste invloed heeft op het geluk van hun kinderen nu en later.
En verder?
Werkloosheid. Ook zo’n grote pijnfactor: 0,7 gelukspunten eraf. Wie werkloos raakt, wordt ongelukkiger en blijft dat gedurende de hele werkloosheid. Wie weer aan het werk komt, herstelt ook niet meer van de klap en blijft minder tevreden. Ook de rest van de samenleving wordt ongelukkig van werkloze mensen. En werkloze vaders hebben een grotere kans om werkloze kinderen groot te brengen. Werkzekerheid en economische stabiliteit zouden daarom belangrijker moeten zijn dan economische groei.
En wat brengt ons dan wél geluk?
Waardevolle relaties, vooral het hebben van een partner, maakt blij; een wederhelft levert gemiddeld 0,6 gelukspunten op. Die tranentrekkende filmpjes op sociale media van mensen die aan het einde van hun leven staan en ons vertellen dat ze meer tijd met hun familie hadden moeten doorbrengen, zijn hiermee dus ook cijfermatig onderbouwd (zolang die familieleden, en vooral ouders, elkaar niet de tent uitvechten, want dat werkt dan weer averechts).
En inkomen?
Dat doet er wel toe, maar veel minder dan de koopkrachtdiscussies doen vermoeden. Geld maakt vooral de mensen gelukkig die meer hebben dan de rest. En dat ook maar tot op zekere hoogte. Mensen van wie het inkomen verdubbelt, zullen slechts 0,2 punten gelukkiger worden. Alleen nivelleren kan het nettogeluk in een land doen toenemen. De rijken worden dan ietsiepietsie minder gelukkig, maar de armen voelen zich wel aanzienlijk vrolijker. Het inkomen voor iedereen verhogen, is zinloos. Dat komt doordat mensen niet kijken naar wat ze zelf hebben, maar zichzelf vergelijken met anderen. Krijgt iedereen het beter, dan ‘voelt’ het niet alsof je het zelf beter hebt en brengt het ook niet meer geluk.
Onderwijs dan?
Op individueel niveau kan onderwijs een zegen zijn, maar degenen die achterblijven, worden minder gelukkig. Net als inkomensverschillen maken onderwijsverschillen mensen dus ongelukkig. Via een omweg kan onderwijs wél een positief effect hebben op het welbevinden in een samenleving. Bijvoorbeeld als het de criminaliteit doet afnemen en leidt tot meer onderling vertrouwen.
Dus dat levenslang leren, dat is eh …
Niet per se bevorderlijk voor ons geluk inderdaad. De onderzoekers stellen daarom voor minder aandacht te besteden aan de hoeveelheid onderwijs die mensen krijgen en vooral in te zetten op de kwaliteit ervan, met name aan kinderen en tieners. Naast de mentale gezondheid van de moeder, zijn scholen namelijk een zeer belangrijke sleutel voor hun welzijn. Dit gaat niet over hoe goed kinderen leren rekenen en schrijven (want dat wordt vooral bepaald door de opleiding en het inkomen van de ouders). Dit gaat het over het feit dat scholen zoveel invloed hebben op het gedrag en de emotionele gezondheid van hun leerlingen, dat zij via die weg ook beïnvloeden hoe gelukkig zij later worden. Zelfs het effect van individuele basisschooldocenten is ruim tien jaar later nog terug te zien in hun geluksscores! Wie geluk vooropstelt, meet daarom de kwaliteit van het onderwijs mede af aan het welbevinden van de kinderen die het volgen.
Geven de onderzoekers nog praktische tips voor geluksbeleid?
Ze liggen voor de hand, maar je kunt het niet vaak genoeg herhalen: (1) Ontwikkel beleid op basis van bewezen kennis. (2) Voer eerst een experiment uit en onderzoek de resultaten op wetenschappelijke wijze. (3) Houd de kosten en baten in het oog; zo blijven de gemeentefinanciën ook gezond en gelukkig.
Hoe meet je geluk?
Je vraagt mensen hun leven een cijfer te geven op een schaal van een tot tien. Vervolgens kun je de variatie in dat cijfer voor een deel verklaren vanuit zaken als gezondheid, werkloosheid, opleiding en inkomen. Als je mensen daarnaast op verschillende momenten vraagt hun leven een score te geven, kun je veranderingen in dat cijfer deels toeschrijven aan gebeurtenissen in hun levensloop zoals het krijgen van een kind of het verliezen van werk. De onderzoekers hebben bovendien het effect per verklarende factor geïsoleerd. Het effect van een laag inkomen wordt dus niet vertekend doordat mensen met een laag inkomen ook vaak ongezonder zijn.